Hoe kelders en souterrains meegerekend worden in de woonoppervlakte

De berekening van de woonoppervlakte van een woning is van groot belang voor zowel de verkoop als het bepalen van de waarde van een woning. Vooral kelders en souterrains vragen veel vragen, aangezien het niet altijd duidelijk is of deze ruimtes meegerekend worden als woonoppervlakte. In dit artikel worden de regels en spelregels behandeld die van toepassing zijn op het bepalen of meerekenen van kelders en souterrains als woonoppervlakte.

Wat is een kelder en wat is een souterrain?

Er is een duidelijk verschil tussen een kelder en een souterrain. Een kelder is een verdieping die zich meer dan de helft onder het straatniveau bevindt. Dit betekent dat de kelder minimaal 101 cm dieper ligt dan het straatniveau. Een souterrain is daarentegen een verdieping waarbij meer dan de helft van de hoogte zich boven het straatniveau bevindt. Bijvoorbeeld, als een verdieping 200 cm hoog is en 99 cm of minder zich onder het straatniveau bevindt, dan is het een souterrain.

Hoe bepaal je of een kelder of souterrain meegerekend wordt als woonoppervlakte?

Om te bepalen of een kelder of souterrain meegerekend wordt als woonoppervlakte, zijn er een aantal spelregels die van toepassing zijn.

1. Toegankelijkheid

Een kelder moet toegankelijk zijn voor mensen. Dit betekent dat ruimtes die onbetreden zijn, zoals kruipruimtes of technische uitsparingen, niet meegerekend worden in de gebruiksoppervlakte. Een ruimte waarin je normaal kunt lopen, wordt wel meegerekend.

2. Hoogtecriteria

De nettohoogte van een kelder bepaalt of deze als woonoppervlakte wordt gerekend. Als de nettohoogte minder dan 2 meter is, dan valt de kelder onder “overige inpandige ruimte”, omdat deze niet geschikt is voor normaal gebruik. Als de kelder minimaal 2 meter hoog is en voldoet aan andere criteria (zoals isolatie en klimaatbeheersing), kan deze als gebruiksoppervlakte wonen worden gerekend.

3. Daglichttoetreding

Een kelder met een koekoek (een uitbouw die daglicht toevoegt) kan meegerekend worden als woonruimte, mits de koekoek minimaal 2 meter hoog is en een vloeroppervlakte van 4 m² heeft. Kleinere koekoeken tellen niet mee, net als vensterbanken.

4. Gebruik

Als de kelder alleen gebruikt wordt voor opslag, wordt deze gerekend tot overige inpandige ruimte. Een kelder die bijvoorbeeld ingericht is als hobbyruimte of woonkamer en bouwkundig voldoet, kan wel als woonoppervlakte worden gerekend.

Wanneer telt een kelder of souterrain niet mee als woonoppervlakte?

Er zijn situaties waarin een kelder of souterrain niet meegerekend wordt als woonoppervlakte. Dit gebeurt bijvoorbeeld als:

  • De kelder niet bouwkundig geschikt is als woonruimte. Dit betekent dat er geen goede ventilatie is, geen verwarming of onvoldoende afwerking is.
  • De kelder een lage hoogte heeft. Als de nettohoogte minder dan 2 meter is, telt de kelder niet mee als woonoppervlakte.
  • De kelder enkel gebruikt wordt als berging, garage of fietsenstalling.

Wat met zolders en trapgaten?

Bij zolders gelden vergelijkbare regels. Een zolder telt alleen mee als hij toegankelijk is voor mensen, bijvoorbeeld via een (vlizo)trap. Als een zolder niet begaanbaar is, of enkel toegankelijk is via een huishoudladder of verwijderbaar luik, dan telt deze niet mee als gebruiksoppervlakte.

Bij trapgaten en vides geldt dat indien deze groter of gelijk zijn aan 4 m², deze niet meegerekend worden in de gebruiksoppervlakte. In de meeste eengezinswoningen zijn trapgaten meestal kleiner dan 4 m², dus hier hoef je geen rekening mee te houden.

Hoe bepaalt men de gebruiksoppervlakte van een woning?

De gebruiksoppervlakte wordt bepaald volgens de NEN 2580-richtlijnen. Dit is een standaard die de bepaling van oppervlaktes in gebouwen omschrijft. De gebruiksoppervlakte is de oppervlakte van een ruimte gemeten op vloerniveau langs de binnenomtrek van de opgaande scheidingswanden.

De gebruiksoppervlakte wordt verdeeld in woonoppervlakte en overige inpandige ruimte. Om dit te bepalen, moet je kijken of de ruimte geschikt is als woonruimte en of de ruimte voor mensen toegankelijk is.

Wat zijn overige inpandige ruimtes?

Overige inpandige ruimtes zijn ruimtes die niet direct onder woonruimte vallen, maar zich toch in het pand bevinden. Dit kunnen bijvoorbeeld zijn:

  • Gang
  • Bijkeuken
  • Kelder
  • Wasmachineruimte
  • Pantry
  • CV-ruimte
  • Vaste kast
  • Meterkast

Dergelijke ruimtes worden niet meegerekend als woonoppervlakte, tenzij ze voldoen aan bepaalde criteria, zoals een minimale hoogte en toegankelijkheid.

Conclusie

De berekening van de woonoppervlakte is belangrijk voor zowel de verkoop als het bepalen van de waarde van een woning. Kelders en souterrains kunnen als woonoppervlakte worden gerekend, mits aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt, zoals toegankelijkheid, minimale hoogte en bouwkundige geschiktheid. De regels zijn duidelijk, maar het kan lastig zijn om ze volledig te begrijpen. Daarom is het belangrijk om bij twijfel contact op te nemen met een bouwkundig adviesbureau of een makelaar om de juiste berekening te maken.

Bronnen

  1. Kelders meten volgens NEN 2580: Spelregels uitgelegd
  2. Telt een kelder of souterrain mee als woonoppervlakte?
  3. 55% GBO/VG regel uitgelegd: hoe kelder en zolder meewegen
  4. Hoe kan je de woonoppervlakte van je woning berekenen?
  5. Gebruiksoppervlakte: wat telt mee en wat niet?
  6. Handleiding voor het bepalen van woonoppervlakte
  7. Woonoppervlakte berekenen via Funda
  8. Regels voor gebruiksoppervlakte volgens BBL

Related Posts