Kelder als overige inpandige ruimte: Wat betekent dat en wanneer telt het mee?

Published by Redactie on juli 10, 2025 | Category kelder

In de bouw en de makelaardij wordt vaak gesproken over "overige inpandige ruimte" en "bewoonbare kelder". Deze termen komen voortdurend voor in bouwplannen, verkoopdocumenten en bouwvoorschriften. De vraag is echter vaak: Wat is een overige inpandige ruimte? Wanneer telt een kelder mee in de gebruiksoppervlakte? En wanneer is een kelder dan wel bewoonbaar? In dit artikel wordt uitgelegd wat overige inpandige ruimte inhoudt, wanneer een kelder daar onder valt, en wanneer een kelder wel of niet meetelt in de gebruiksoppervlakte. Hierbij worden gegevens uit meerdere bronnen gebruikt, waaronder bouwvoorschriften, makelaarsrichtlijnen en technische documentatie.

Wat is overige inpandige ruimte?

De term "overige inpandige ruimte" wordt vaak gebruikt in de makelaardij en betreft ruimtes binnen een gebouw die geen verblijfsfunctie hebben. Dit zijn ruimtes die niet worden gebruikt als woonruimte, maar bijvoorbeeld als bergingsruimte, garage, of technische ruimte. Overige inpandige ruimte wordt vaak onderscheiden van de "gebruiksoppervlakte wonen", die zich richt op ruimtes die effectief worden gebruikt voor bewoning.

Volgens bron [4] is een overige inpandige ruimte een ruimte die geen verblijfsfunctie heeft. Dit kunnen bijvoorbeeld kelders zijn, fietsenstallingen of garages. De term wordt vaak gebruikt in combinatie met de NEN 2580, een standaard voor het bepalen van de oppervlakte van gebouwen. De overige inpandige ruimte telt dus niet mee in de gebruiksoppervlakte als het niet als woonruimte is ingericht.

Wanneer telt een kelder mee als overige inpandige ruimte?

Een kelder telt alleen mee als overige inpandige ruimte als de ruimte geen verblijfsfunctie heeft. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de kelder alleen wordt gebruikt als bergingsruimte, technische ruimte of garage. De kelder moet dan ook voldoen aan bepaalde eisen, zoals een minimale hoogte en toegang.

Volgens bron [4] geldt: "Een kelder is altijd overige inpandige ruimte mits het hoger is dan 1,50 m." Als de kelder lager is dan 1,50 meter, telt deze niet mee. Daarnaast moet de kelder ook voldoen aan de eisen van het bouwbesluit, waaronder een voldoende luchtcirculatie en een afvoer van vocht.

Wanneer is een kelder bewoonbaar?

Een kelder wordt pas bewoonbaar als aan een aantal bouwkundige eisen is voldaan. Dit zijn onder andere:

Minimale hoogte: De kelder moet minimaal 2,00 meter hoog zijn. Volgens bron [13] is een nettohoogte van 2,50 meter aan te raden voor een comfortabele ruimte.
Voldoende daglicht: Er moet voldoende daglicht zijn, bijvoorbeeld via een raam of een koekoek. Volgens bron [6] moet een koekoek minstens 2 meter hoog zijn en een vloeroppervlakte van 4 m² hebben.
Ventilatie en verwarming: Een kelder moet goed geventileerd zijn en beschikken over een verwarmingsinstallatie.
Bouwvoorschriften: De kelder moet voldoen aan de eisen van het bouwbesluit, waaronder de NEN 2580.

Volgens bron [12] is een kelder bewoonbaar als hij voldoet aan de eisen van het bouwbesluit. Dit zijn onder andere een voldoende hoogte, ventilatie, verwarming en daglicht. Een kelder die enkel als bergingsruimte wordt gebruikt, telt niet mee in de gebruiksoppervlakte.

Wanneer telt een kelder mee in de gebruiksoppervlakte?

Een kelder telt meestal niet mee in de gebruiksoppervlakte als het geen bewoonbare ruimte is. Volgens bron [12] geldt: "Een kelder wordt echter niet meegerekend in deze regel als het een overige inpandige ruimte is en een overige gebruiksfunctie heeft die niet geschikt is als leefruimte."

De gebruiksoppervlakte wordt gecalculeerd volgens de NEN 2580. Hierbij telt een kelder meestal niet mee, tenzij deze als leefruimte is ingericht en voldoet aan de eisen van het bouwbesluit.

Kelder isoleren en ventilatie

Een kelder die als woonruimte wordt gebruikt, moet goed geïsoleerd en geventileerd worden. Volgens bron [1] en [14] is het belangrijk om zowel de muren als de vloer goed te isoleren. Dit voorkomt koudebruggen en zorgt voor een comfortabel leefklimaat.

De ventilatie is eveneens van groot belang. Een kelder zonder voldoende ventilatie kan leiden tot vochtproblemen en schimmels. In bron [2] wordt benadrukt dat keldermuren geregeld gecontroleerd moeten worden op scheuren en barsten, want via die weg kan vocht naar binnen dringen.

Kelder opvullen en vochtproblemen

Bij het opvullen van een kelder is het belangrijk om het juiste materiaal te kiezen. Volgens bron [7] is schuimbeton een geschikt materiaal, omdat het lichter is dan gewoon beton en beter tegen vocht is. Het is echter belangrijk om te weten dat schuimbeton ook risico’s kan met zich meebrengen, zoals verzakkingen.

In bron [9] wordt benadrukt dat vochtproblemen in een kelder ernstig kunnen zijn. Dit kan leiden tot schimmelvorming, mufheid en zelfs schade aan de constructie van de woning. Daarom is het belangrijk om de kelder goed te waterdichten en te isoleren.

Kelder isoleren: in of uit geïsoleerd volume?

Een kelder die wordt gebruikt als praktijkruimte of kantoor, moet goed geïsoleerd worden. Volgens bron [14] kan dit zowel binnen als buiten gebeuren. De keuze tussen in- of uitgeïsoleerd volume hangt af van de functie van de kelder en de verwachtingen op het gebied van comfort.

Samenvattend

In dit artikel zijn de belangrijkste aspecten rondom kelders, overige inpandige ruimte en gebruiksoppervlakte besproken. Een kelder telt alleen mee als overige inpandige ruimte als de ruimte geen verblijfsfunctie heeft. Een kelder wordt pas bewoonbaar als aan de eisen van het bouwbesluit is voldaan. De gebruiksoppervlakte wordt bepaald volgens de NEN 2580, en een kelder telt meestal niet mee als deze niet als woonruimte is ingericht.

Conclusie: Een kelder is overige inpandige ruimte zolang de ruimte geen verblijfsfunctie heeft. Wanneer de kelder wordt gebruikt als bergingsruimte of garage, telt deze niet mee in de gebruiksoppervlakte. Een kelder is bewoonbaar als aan de bouwkundige eisen is voldaan, waaronder voldoende hoogte, daglicht, ventilatie en verwarming.