EPC-berekening en onverwarmde kelder: Hoe te werken met grenzen en verliesoppervlakte

In de bouw en renovatie is de EPC-berekening (Energielabel Prestatieberekening) een belangrijk instrument om de energieprestatie van een gebouw te beoordelen. Een van de lastigste onderdelen bij deze berekening is het omgaan met onverwarmde ruimten, zoals een kelder die niet volledig binnen de thermische schil valt. In dit artikel bespreiden we hoe je in de EPC-berekening (zoals NPR5129) omgaat met een onverwarmde kelder, hoe je de grenzen en verliesoppervlakte moet invoeren, en wat de gevolgen zijn voor de berekening.

Inleiding

Een kelder die ondergronds ligt en niet volledig in de thermische schil valt, vormt een uitdaging bij de EPC-berekening. De kelder is hierbij vaak een onverwarmde ruimte (AOR) en moet daarom op een specifieke manier worden ingevoerd. De vraag die vaak opkomt, is hoe je de grenzen van de kelder moet definiëren en of je de deuren naar de kelder als verliesoppervlakte moet meenemen. In de bronnen van de BENG-richtlijnen en EPC-berekening zijn er duidelijke instructies voor het omgaan met dergelijke situaties. Hierin wordt aangegeven hoe je de kelder moet indelen in een verwarmde zone of als AOR en welke waarde je moet kiezen voor de thermische scheidingsconstructie.

Wat is een onverwarmde ruimte (AOR) en waarom is dat belangrijk?

Een onverwarmde ruimte (AOR) is een ruimte die niet op dezelfde manier wordt beheerd als een verwarmde ruimte. In de EPC-berekening wordt aangegeven of een ruimte binnen of buiten de thermische schil valt, en dit beïnvloedt de berekening van de warmteverliezen. Een kelder die niet volledig in de thermische schil valt, wordt vaak ingevoerd als AOR. Hierbij is het belangrijk om de grenzen van de kelder goed te bepalen, want dit bepaalt of je het als verliesoppervlakte moet meenemen.

In de bronnen wordt aangegeven dat constructies die grenzen aan een AOR, zoals een kelder, een verliesoppervlakte vormen. Dit betekent dat je deze constructies als verliesoppervlakte moet invoeren in de EPC-berekening. Bijvoorbeeld, als een wand van de kelder grenst aan grond, dan is dit een verliesoppervlakte. Maar als de wand grenst aan een andere onverwarmde ruimte, zoals een wijnkelder of opslagruimte, dan moet je dit ook als AOR beschouwen.

Hoe moet je de kelder invoeren in de EPC-berekening?

In de bronnen van het bouwbesluit wordt duidelijk gemaakt hoe je de kelder moet invoeren. Bijvoorbeeld, als de kelder ondergronds ligt en slechts gedeeltelijk in de thermische schil valt, moet je dit als een verwarmde zone invoeren. Hierbij moet je de geveloppervlakte (geveloppervlakte) invoeren en de grenzen aanduiden. De twee grenzen aan grond worden als verliesoppervlakte beschouwd, terwijl de andere twee grenzen aan de wijnkelder en opslag vallen. Deze worden ook als AOR beschouwd.

In het geval van deelname aan de thermische schil, zoals een gedeelte van de kelder dat in de thermische schil valt, moet je dit als een verwarmde zone invoeren. Voor de wanden van de kelder die grenzen aan grond, moet je de U-waarde van de deuren omrekenen naar een Rc-waarde. Dit is nodig, omdat je bij grenzend aan grond geen kozijnen kunt invoeren.

Wat is de invloed van verliesoppervlakte op de EPC-berekening?

De verliesoppervlakte is een belangrijk onderdeel van de EPC-berekening, omdat het de hoeveelheid energie bepaalt die verloren gaat via de scheidingsconstructies van het gebouw. In de bronnen wordt uitgelegd dat de verliesoppervlakte wordt bepaald door de oppervlakte van de scheidingsconstructies te meten, waarbij sommige oppervlakken een weegfactor krijgen. Bijvoorbeeld:

  • Weegfactor 1: constructies die direct aan buiten grenzen of aan een AOR of AOS (Aangrenzende Onverwarmde Serre).
  • Weegfactor 0,7: constructies die grenzen aan een kruipruimte of direct op de ondergrond.
  • Weegfactor 0: constructies die grenzen aan een verwarmde ruimte met gelijke binnentemperatuur.

In het geval van een kelder die gedeeltelijk in de thermische schil valt, moet je rekening houden met de verliesoppervlakte van de constructies die aan grond grenzen. Hierbij is het belangrijk om ook de invloed van de deuren en ramen te bepalen. Bijvoorbeeld, als er een deur is naar de kelder, moet je de verliesoppervlakte van de deur meenemen en deze omrekenen naar een Rc-waarde, omdat je bij grenzend aan grond geen kozijnen kunt invoeren.

Hoe ga je om met de grenzen van de kelder?

Bij het invoeren van de kelder in de EPC-berekening moet je rekening houden met de grenzen van de kelder. Bijvoorbeeld, als de kelder grenst aan de begane grond, dan moet je de vloeromtrek van de begane grond invoeren. Ook moet je controleren of de vloer van de kelder wordt meegenomen bij de berekening van de verliesoppervlakte. Dit hangt af van de locatie van de kelder en hoe deze is geïsoleerd.

In de bronnen wordt uitgelegd dat de kelder als AOR moet worden ingevoerd, mits het niet volledig binnen de thermische schil valt. Als de kelder gedeeltelijk in de thermische schil valt, dan moet je het gedeelte als verwarmde zone invoeren, en het overige gedeelte als AOR. Dit is belangrijk, omdat het invloed heeft op de berekening van de energieprestatie.

Wat is de invloed van de thermische schil op de EPC-berekening?

De thermische schil is een belangrijk onderdeel van de EPC-berekening. Dit is de ruimte die volledig wordt verwarmd en waarin de energieprestatie wordt bepaald. Als een kelder niet volledig binnen de thermische schil valt, dan moet je dit als AOR invoeren. Hierbij is het belangrijk om de grenzen van de kelder goed te bepalen, want dit beïnvloedt de berekening van de verliesoppervlakte.

In de bronnen wordt aangegeven dat de thermische schil niet automatisch gelijk is aan de fysieke grenzen van het gebouw. De grens van de thermische schil en de plaats van de thermische schil hoeven niet dezelfde te zijn. Dit betekent dat je de kelder ook kan indelen in een verwarmde zone en een AOR, afhankelijk van de locatie en isolatie.

Wat is de invloed van de keldervloer op de EPC-berekening?

De keldervloer speelt ook een rol in de EPC-berekening. Als de keldervloer geïsoleerd is, dan is dit belangrijk voor de berekening van de thermische scheidingsconstructie. In de bronnen wordt aangegeven dat de keldervloer als verliesoppervlakte moet worden ingevoerd, mits deze grenst aan grond of een andere onverwarmde ruimte. Dit is belangrijk, omdat het de hoeveelheid energie bepaalt die verloren gaat via de vloer.

Conclusie

In de EPC-berekening is het omgaan met een onverwarmde kelder een belangrijk onderdeel. De kelder moet op de juiste manier worden ingevoerd, afhankelijk van de locatie en of deze volledig binnen de thermische schil valt. De grenzen van de kelder moeten goed worden bepaald, en de verliesoppervlakte moet worden ingevoerd als AOR, mits het niet volledig in de thermische schil valt. De invloed van de keldervloer en de deuren op de EPC-berekening moet worden meegenomen, en het is belangrijk om rekening te houden met de weegfactoren van de verliesoppervlakte. Door deze factoren goed in kaart te brengen, kun je een nauwkeurige EPC-berekening maken die overeenkomt met de regelgeving.

Bronnen

  1. Bouwhulp.nl - EPC portaal kelder invoeren
  2. Joost de Vree - Verliesoppervlakte
  3. Lente-Akkoord - BENG-vragen
  4. YouTube - Uitwerking van bouwvideo’s

Related Posts