Overige gebruiksfunctie kelder: wat telt mee in de gebruiksoppervlakte en wat niet

De aandacht voor de gebruiksoppervlakte (GO) is van cruciaal belang bij de bouw en renovatie van woningen, zowel voor de toestemming als voor de bepaling van de energielabels en de EPC (Energie Prestatie Certificaat). Bij het bepalen van de gebruiksoppervlakte spelen kelders en zolders een rol, maar de toegankelijkheid, het gebruik en de indeling in gebruiksfuncties bepalen of deze ruimtes wel of niet worden meegerekend. In dit artikel bespreiden we het begrip “overige gebruiksfunctie kelder”, de voorwaarden waaraan een kelder moet voldoen en de invloed op de gebruiksoppervlakte.

Wat is een overige gebruiksfunctie?

In het Bouwbesluit (Bbl) worden gebruiksfuncties gedefinieerd als een gebruikseenheid van (delen van) 1 of meer bouwwerken met dezelfde gebruiksbestemming. Een overige gebruiksfunctie is een van de 12 gebruiksfuncties die in het Bbl zijn opgenomen. Deze functie wordt gebruikt voor ruimtes die niet direct onderdeel uitmaken van de woonfunctie, zoals technische ruimtes, bergingsruimtes of andere ruimtes die niet direct bedoeld zijn voor woonfunctie. Bij een kelder die als overige gebruiksfunctie wordt aangemerkt, telt deze niet mee in de gebruiksoppervlakte van de woonfunctie. Toch kan de kelder wel een rol spelen bij de berekening van de bouwlaag, afhankelijk van de toepassing.

Voorwaarden voor een kelder als overige gebruiksfunctie

Een kelder die als overige gebruiksfunctie wordt aangemerkt, moet aan bepaalde voorwaarden voldoen om als bouwlaag te worden beschouwd. Volgens de regels van het Bouwbesluit moet een ruimte minstens 1,5 meter hoog zijn om als bouwlaag te worden aangemerkt. Dit geldt echter niet voor ruimtes onder de trap, die ook onder een lagere hoogte kunnen staan en toch worden meegerekend. Daarnaast moet de kelder toegankelijk zijn via een vaste trap, niet via een huishoudladder of een verwijderbaar luik. Een kelder die alleen via een huishoudladder of een verwijderbaar luik bereikbaar is, wordt niet als bouwlaag beschouwd, omdat hier geen sprake is van een vloer volgens NEN 2580.

Invloed op de gebruiksoppervlakte

De invloed van een kelder op de gebruiksoppervlakte hangt af van de toepassing van de ruimte. Een kelder die als woonruimte wordt gebruikt, telt mee in de gebruiksoppervlakte (GO) en kan daarom meegerekend worden in de 55% GBO/VG regel. Echter, als de kelder slechts als bergingsruimte of technische ruimte wordt gebruikt, dan telt deze niet mee in de gebruiksoppervlakte. Ook is het belangrijk om te kijken of de kelder geschikt is voor woonfunctie, wat betekent dat er voldoende ventilatie, verwarming en afwerking aanwezig is.

Kelder en de berekening van de gebruiksoppervlakte

De berekening van de gebruiksoppervlakte van een gebruiksfunctie wordt weergegeven in een formule:

GO = Σ A − B + C

waarbij: - A is de oppervlakte gemeten op vloerniveau binnen de scheidingsconstructie die de groep(en) van niet-gemeenschappelijke ruimten van een gebruiksfunctie omhult. - B is de oppervlakte die buiten beschouwing moet blijven. - C is het evenredige deel van de oppervlakte (gemeten op vloerniveau) van de gemeenschappelijke ruimten waarop de niet-gemeenschappelijke ruimten van een gebruiksfunctie zijn aangewezen.

Een kelder die deel uitmaakt van een gebruiksfunctie, telt de vloeroppervlakte van de kelder mee bij de bepaling van de GO. Is een kelder aangemerkt als overige gebruiksfunctie, dan is het een afzonderlijke gebruiksfunctie met een eigen GO. De aanvrager van een omgevingsvergunning of de eigenaar van een gebouw geeft zelf aan op welke manier hij zijn gebouw indeelt. Daarbij kan hij alleen gebruik maken van de gebruiksfuncties in het Bbl.

Wat telt mee en wat niet in de gebruiksoppervlakte

Bij het bepalen van de gebruiksoppervlakte van een woning met een kelder is het belangrijk om te letten op de volgende regels: - Meting op vloerniveau: De oppervlakte wordt gemeten op vloerniveau, tussen de opgaande scheidingsconstructies. - Hoogte-eisen: Voor ruimtes die meetellen als gebruiksoppervlakte, moet de hoogte minimaal 1,5 meter zijn. - Toegankelijkheid: De kelder moet toegankelijk zijn via een vaste trap. Een ladder of losse toegang telt niet als vaste trap en wordt dus niet meegerekend. - Bouwkundige geschiktheid: De kelder moet geschikt zijn als woonruimte. Dit betekent dat er goede ventilatie, verwarming en afwerking moet zijn. Een kelder die bijvoorbeeld bedoeld is als fietsenstalling of installatieruimte, telt niet mee als woonruimte.

Kelders met een koekoek

Een koekoek is een uitbouw die daglicht toevoegt. Een kelder met een koekoek telt mee als woonruimte, mits de koekoek minimaal 2 meter hoog is en een vloeroppervlakte heeft van 4 m². Kleinere koekoeken tellen niet mee. Ook kelders onder de trap, zoals kelderkasten, worden meegerekend in de gebruiksoppervlakte, ook als de hoogte lager is dan 1,5 meter. Dit komt doordat het hier niet om een ruimte onder een dak of vloer gaat, maar onder een interne constructie – een trap.

Verschil tussen kelder en souterrain

Er is sprake van een kelder als meer dan de helft van de etage zich onder straatniveau bevindt. Een souterrain daarentegen is een benedenverdieping waarbij meer dan de helft van de hoogte zich boven het straatniveau bevindt. Dit verschil bepaalt welke regels van toepassing zijn bij de bepaling van de gebruiksoppervlakte.

Overige gebruiksfunctie en EPC

De invloed van een kelder op de waarde van een woning is ook van invloed. Een goed afgewerkte kelder kan meer opleveren dan een vierkante meter boven de grond, afhankelijk van de locatie en de kwaliteit van de afwerking. Een kelder in een centraal gebied kan bijvoorbeeld een hogere waarde hebben dan een woning in een minder centraal gebied. Dit komt doordat een kelder in een centraal gebied vaak beter is afgewerkt en beter toegankelijk is.

Conclusie

De aandacht voor de gebruiksoppervlakte is van cruciaal belang bij de bouw en renovatie van woningen, zowel voor de toestemming als voor de bepaling van de energielabels en de EPC. Bij het bepalen van de gebruiksoppervlakte spelen kelders en zolders een rol, maar de toegankelijkheid, het gebruik en de indeling in gebruiksfuncties bepalen of deze ruimtes wel of niet worden meegerekend. Een kelder die als overige gebruiksfunctie wordt aangemerkt, telt niet mee in de gebruiksoppervlakte van de woonfunctie, maar kan wel een rol spelen bij de berekening van de bouwlaag, afhankelijk van de toepassing.

Bronnen

  1. Definitie van een kelder volgens het Bouwbesluit en de invloed op woonoppervlakte
  2. Rekenformule GO = Σ A − B + C
  3. De la Cité Ardente au Pays Noir, en s’offrant des détours dans le namurois et en Gaume, tour d’horizon des tables les plus gourmandes de Wallonie
  4. Gebruiksfuncties van bouwwerken
  5. Kelder bij een woning, wel of niet bij GO
  6. Gebruiksoppervlakte van een woning met kelder: wat telt mee en wat niet
  7. 55% GBO/VG regel en kelder
  8. Onbenoemde ruimte of overige gebruiksfunctie
  9. Gebruiksoppervlakte van een woning met kelder: wat telt mee en wat niet

Related Posts