Thermische Schil en Kelder in EPC-Berekening: Uitleg en Invoer
In de bouw- en renovatiepraktijk speelt de thermische schil van een woning een cruciale rol bij het bepalen van de energieprestatiecoëfficiënt (EPC). Deze coëfficiënt dient als maatstaf voor de energiezuinigheid van een gebouw en is belangrijk voor zowel woningbouw als utiliteitsbouw. Een correcte afbakening van de thermische schil, inclusief het afwegen van de rol van de kelder, is daarom essentieel bij de EPC-berekening. Dit artikel biedt een gedetailleerde uitleg over de invloed van de kelder in de thermische schil, de invoer in de EPC-software, en de praktische voorbeelden uit de realiteit.
De thermische schil en haar invloed op de EPC
De thermische schil is de dichte en geïsoleerde omhulling van een gebouw die verantwoordelijk is voor het voorkomen van warmteverlies. Deze schil omvat de gevels, deuren, ramen, vloeren en daken. Een goed geïsoleerde thermische schil draagt bij aan een lage EPC-waarde, wat betekent dat het gebouw energiezuiniger is. De EPC-waarde wordt berekend aan de hand van een genormeerde methode, waarbij factoren zoals transmissie, ventilatie, zonwering en luchtdichtheid een rol spelen.
Voor de berekening van de EPC is het van belang om de verwarmde zones van een woning correct te indelen. Deze zones liggen binnen de thermische schil en omvatten ten minste alle verblijfsruimten, zoals woonkamer, slaapkamer en badkamer. Niet-verwarmde zones, zoals garages of opslagruimten, vallen buiten deze schil en worden afzonderlijk behandeld in de EPC-berekening.
Kelder in de thermische schil
Een kelder kan op twee manieren worden aangemerkt in de thermische schil: als onderdeel van de woning of als een aparte gebruiksfunctie. Het keuzeveld ligt bij de aanvrager, die bepaalt of de kelder als een overige gebruiksfunctie wordt ingedeeld of als een uitbreiding van de woning. In de praktijk kan het voorkomen dat de kelder geïsoleerd wordt en binnen de thermische schil ligt, terwijl hij toch een aparte gebruiksfunctie blijft.
Wanneer een kelder buiten de thermische schil valt, dient de begane grondvloer boven de kelder geïsoleerd te worden. Dit geldt ook als de kelder toegankelijk is via een open verbinding, zoals een trapgat. In dergelijke gevallen is het noodzakelijk om een dichte thermische schil rondom het trapgat aan te brengen, zoals een aparte toegang of een brandwerende deur. Dit maakt het mogelijk om de thermische schil van de woning te behouden en te voorkomen dat er warmteverlies optreedt via het trapgat.
In sommige gevallen wordt de kelder zelf deel van de thermische schil. Dit kan positief zijn voor de EPC-berekening, omdat het totale gebruiksoppervlakte (GO) groter wordt en daarmee de EPC-waarde gunstiger. Echter, het is belangrijk om te overwegen dat de kelder dan ook aan de minimale Rc-waarden moet voldoen, zoals die gelden voor nieuwbouw sinds 1 januari 2015.
Invoer in EPC-software
De invoer van de kelder in EPC-software vereist een zorgvuldige afbakening van de thermische schil en het gebruik van de juiste parameters. In het voorbeeld uit bron [1] wordt een woonhuis met een kelder beschreven, waarbij het portaal van de kelder wordt ingevoerd als een verwarmde zone. De grenzen van deze zone zijn grenzend aan grond, aan een wijnkelder en aan opslagruimten, die buiten de thermische schil vallen. De gebruiker voert de wandoppervlakken in als grenzend aan grond en rekent het verliesoppervlak van de deuren om naar een Rc-waarde, omdat bij grenzend aan grond geen kozijnen kunnen worden ingevoerd.
Een andere aanpak is het indelen van een deel van de kelder als aangrenzende onverwarmde ruimte (AOR), zoals in bron [1] beschreven. In dat geval wordt het portaal van de kelder als verwarmde zone aangemerkt, en wordt de begane grond afgebakend als grenzend aan een AOR en een AVR. Het is belangrijk om in dit geval rekening te houden met de invloed van deze afbakening op de luchtdichtheid en de lineaire koudebruggen.
Voor de invoer van lineaire koudebruggen kan de forfataire methode worden gebruikt, wat betekent dat standaardwaarden worden toegepast in plaats van een gedetailleerde berekening. In de EPC-berekening is het ook mogelijk om de equivalente warmteweerstand te berekenen, waarbij het positieve effect van een aangrenzende geïsoleerde kelder meegerekend kan worden. Dit kan ertoe leiden dat minder isolatie is nodig rond de kelder, mits de verhoudingen gunstig zijn.
Invloed op de EPC-waarde
De EPC-waarde wordt berekend aan de hand van de warmteweerstand (Rc-waarden) van de constructiedelen en de warmtedoorgangscoëfficiënten (U-waarden) van transparante elementen, zoals ramen en deuren. Vanaf 1 januari 2015 zijn de minimale Rc-waarden voor nieuwbouw verhoogd. Voor vloeren geldt Rc ≥ 3,5 m²K/W, voor gevels Rc ≥ 4,5 m²K/W en voor daken Rc ≥ 6,0 m²K/W. Deze verhogingen zijn gericht op het verlagen van het energieverbruik en het verbeteren van de thermische prestaties van gebouwen.
De EPC-waarde is een dimensieloos getal dat een maat is voor de energie-efficiëntie van een gebouw. Hoe lager de EPC-waarde, hoe beter de energieprestatie. Voor woningen gold tot 1 januari 2021 een EPC-waarde van 0,4 als eis. Sinds 2021 gelden nieuwe eisen voor bijna-energieneutrale gebouwen (BENG), waarbij de energiebehoefte wordt uitgedrukt in kWh/m² per jaar.
Praktijkvoorbeelden en uitdagingen
In de praktijk kan het afbakenen van de thermische schil en het bepalen van de EPC-waarde lastig zijn, vooral bij complexe situaties zoals een kelder die onder de gehele woning ligt of een portaal die toegankelijk is via een open verbinding. In dergelijke gevallen kan het noodzakelijk zijn om extra maatregelen te nemen, zoals het aanbrengen van extra isolatie rond de kelder of het installeren van een aparte toegang.
Een voorbeeld uit bron [4] beschrijft een woning met een kelder van 2,4 meter hoog. De kelder is toegankelijk via een open verbinding, wat betekent dat er geen aparte toegang is. In dit geval is het belangrijk om de thermische schil rondom de kelder te leggen, zodat het warmteverlies via het trapgat vermindert. De gebruiksfunctie van de kelder is in dit geval aangemerkt als een nevenfunctie, wat betekent dat het niet verplicht is om het te isoleren. Echter, het is wenselijk om de scheiding tussen de woning en de kelder te isoleren, zodat het positieve effect van de geïsoleerde kelder meegerekend kan worden in de EPC-berekening.
Conclusie
De thermische schil speelt een centrale rol in de EPC-berekening van een gebouw. Het afbakenen van deze schil, inclusief de rol van de kelder, is van groot belang voor de nauwkeurigheid van de berekening. Een goed geïsoleerde thermische schil draagt bij aan een lage EPC-waarde en een energiezuiniger woning. Het invoeren van de kelder in de EPC-software vereist een zorgvuldige afbakening van de verwarmde zones en het gebruik van de juiste parameters, zoals Rc-waarden en U-waarden.
In de praktijk kan het nodig zijn om extra maatregelen te nemen, zoals het aanbrengen van extra isolatie of het installeren van een aparte toegang, om het warmteverlies te beperken. De keuze om de kelder als een aparte gebruiksfunctie of als onderdeel van de woning in te voeren, ligt bij de aanvrager. Het is belangrijk om de gevolgen van deze keuze goed in overweging te nemen, omdat het invloed heeft op de EPC-waarde en de energieprestatie van het gebouw.
Bronnen
Related Posts
-
PUR-isolatie voor kelders: Efficiënte oplossing voor thermische en akoestische isolatie
-
Puin en zand uit kelders en kruipruimtes verwijderen met zuigtechniek
-
PS-combinatievloer boven kelder: opbouw, toepassing en voordelen
-
Prullenbakken voor de kelder: Uitgebreid overzicht van oplossingen voor afvalopslag
-
Provisie en Provisiekelders in Bouw- en Renovatieprojecten
-
Vochtproblemen in Kelders: Oorzaken, Oplossingen en Voorkoming
-
De Provisiekelder: Een Functionele Oplossing voor Opslag en Woningontwerp
-
Propaangas in de kelder: Veiligheidsmaatregelen, regelgeving en praktische oplossingen