Historisch Onderzoek naar het Oudste Huis van Houten en Bouwontwikkelingen in de 16e Eeuw

Het oudste huis van Houten is een voorbeeld van de rijke historie die de Nederlandse dorpsarchitectuur te bieden heeft. Onderzoeker en voormalig leraar Rinus van den Heijkant heeft zich ingehouden met het bestuderen van het gebouw dat thans bekend staat als Tapperij de Zwijger. Zijn onderzoek toont aan dat dit pand al in de 16e eeuw vermeld werd en sindsdien meerdere functies heeft vervuld, waaronder pastorie, kroeg en woning voor boeren en handelaren. Dit artikel biedt een overzicht van de historische achtergrond, de bouwontwikkelingen en de huidige staat van het pand, met aandacht voor de constructie, verbouwingen en architectonische veranderingen.

Oorsprong en Bouwperiode

Het oudste huis van Houten dateert volgens historische bronnen uit de 16e eeuw. Het pand werd oorspronkelijk als pastorie gebruikt en was het woonhuis van de eerste dominee Floris Gerritse van Ens. Volgens Rinus van den Heijkant is er een verbouwing uitgevoerd in 1598, omdat het huis in slechte staat verkeerde. De exacte bouwdata zijn echter niet nader vastgesteld, maar het is waarschijnlijk dat het huis al ruim vijftig jaar bestond voordat de verbouwing plaatsvond. Dit suggereert dat het pand mogelijk al in de 1540-1560-tijd gerealiseerd is.

Het pand stond aan de dorpsweide van Houten, een locatie die in die tijd typisch was voor dorpsarchitectuur. Het was een van de weinige steenwandenhuizen in de 17e eeuw, terwijl de meeste dorpelingen in houten boerderijen woonden. De keuze voor steen als bouwmaterialen geeft aan dat het pand een belangrijke functie had in de dorpsgeschiedenis, mogelijk ook vanwege het feit dat het een pastorie was.

Bouwtechniek en Constructie

Hoewel geen uitgebreide technische beschrijvingen beschikbaar zijn over de bouwconstructie, kan op basis van de tijd en het gebruik van steen worden afgeleid dat het pand een zware, duurzame bouwtechniek kent. Steenwandenhuizen uit de 16e eeuw werden vaak opgebouwd met zandsteen of kalksteen, afhankelijk van de lokale materialen. De structuur van dergelijke gebouwen is meestal symmetrisch en bestaat uit een kern van steen, versterkt met houten dakstructuren.

De verbouwing in 1598 zou ook hebben ingegrepen op de constructie. Het is mogelijk dat er nieuwe kelders zijn aangelegd of dat de bestaande kelder is uitgebreid, aangezien de 16e eeuw een tijd was waarin kelders steeds vaker werden gebruikt voor opslag of technische functies. De kelder is in later tijden verder uitgebreid, zoals blijkt uit het feit dat het pand momenteel een kelder bevat die als woonruimte is gebruikt. De kelder heeft echter geen zicht op de buitenwereld, aangezien de ramen zich op twee meter hoogte bevinden.

Functionele Veranderingen en Verbouwingen

De geschiedenis van het pand toont aan dat het meerdere functies heeft vervuld. Naast zijn rol als pastorie, was het in de 19e eeuw een kroeg genaamd Dorpzicht. Later was het onderkomen voor groenteboeren, opticiens en slagers. Vanaf de jaren 2000 is het pand omgebouwd tot een tapperij en een zaal. Deze verbouwingen hebben geleid tot veranderingen in de functie van de ruimtes en de toegangspoorten. De ingang van de tapperij is verplaatst van het Plein naar de Loerikseweg. Ook de gevel is aangepast, met minder ramen dan oorspronkelijk.

Een belangrijke verandering is dat de bovenwoning verdwenen is. Deze is vervangen door een zaal en toiletruimte. Dit betekent dat het pand in de 21e eeuw een volledig andere functie heeft dan in de 16e eeuw. De verbouwingen zijn een voorbeeld van hoe historische panden worden aangepast aan huidige behoeften, terwijl de historische waarde wordt behouden.

Restauratie en Hergebruik

De restauratie van het pand is een interessant geval van historische herwaardering. De restauratieprojecten hebben ervoor gezorgd dat het pand niet alleen functioneel is geworden, maar ook de historische sfeer is bewaard gebleven. Deze sfeer is belangrijk voor de identiteit van het dorp en trekt vandaag de dag nog steeds mensen die herinneringen hebben aan het gebouw.

De restauratieprojecten zijn een voorbeeld van hoe oude panden kunnen worden opgeknapt zonder hun historische karakter te verliezen. De restauratie is niet alleen technisch uitgevoerd, maar ook met aandacht voor de architectuur en de esthetiek van het pand. In dit opzicht kan het pand als een model voor historische renovatie in andere dorpen worden beschouwd.

Conclusie

Het oudste huis van Houten is een uniek historisch pand dat meerdere functies heeft vervuld sinds zijn bouw in de 16e eeuw. Het is een getuige van de bouwontwikkelingen in Nederland en biedt inzichten in de constructie- en verbouwtechnieken van die tijd. De huidige toepassing als tapperij en zaal toont aan dat historische panden niet alleen bewaard kunnen worden, maar ook hergebruikt kunnen worden op een manier die de sfeer en de functie behouden. De verbouwingen van het pand zijn een voorbeeld van hoe historische gebouwen met respect en innovatie kunnen worden gerestaureerd.

Bronnen

  1. Houten Toen - Het oudste huis van het dorp

Related Posts