Diepte van riolering: technische richtlijnen en aanbevelingen

De diepte van een riolering speelt een cruciale rol bij de correcte werking van het afvoersysteem. In de praktijk is het van belang om te voldoen aan de voorschriften en richtlijnen die van toepassing zijn op het aanleggen van rioleringen. In dit artikel worden de belangrijkste technische aspecten behandeld, zoals de aanbevolen diepte, de invloed van de grondsoort, de invloed van de afvoerbuizen, en de technische uitvoering van de riolering.

Aanleg van riolering: de belangrijkste stappen

Bij het aanleggen van een riolering zijn er meerdere stappen en technische aspecten waarop je moet letten. De eerste stap is het aanvragen van een Klic-melding, wat verplicht is bij machinaal graven. Hiermee krijg je inzicht in de ondergrondse kabels en leidingen. Daarnaast moet je een geschikt plan maken en voldoen aan de lokale regelgeving. De juiste diepte is hierbij van groot belang.

De juiste diepte van riolering

De diepte van de riolering wordt bepaald door meerdere factoren, waaronder de grondsoort, de afvoerbuizen en de afstand tot het hoofdriool. Volgens meerdere bronnen wordt aanbevolen om de riolering te leggen op een diepte van 60 tot 90 centimeter. Dit is een aanbevolen minimumdiepte, zodat het water goed kan worden afgevoerd. Bij zandgrond wordt aanbevolen om de riolering iets dieper aan te leggen, namelijk op 80 centimeter.

In sommige gevallen moet de riolering echter dieper worden aangelegd. Bijvoorbeeld als er sprake is van een hoge waterstand of als het systeem geoptimaliseerd moet worden voor regenwaterafvoer. In dat geval kan de diepte zelfs op 90 centimeter of meer komen te liggen.

Invloed van grondsoort

De grondsoort heeft invloed op de juiste diepte van de riolering. Bij zandgrond is een diepere aanleg van de riolering aan te raden, omdat zand minder goed water kan vasthouden. Bij klei of leemgrond kan de riolering iets minder diep worden aangelegd, maar het is belangrijk om te controleren of de grond voldoende stabiel is. Bij een zachte grond is het raadzaam om de riolering iets hoger aan te leggen, zodat er geen verzakkingen ontstaan.

Afvoerbuizen en hun invloed

De afvoerbuizen spelen ook een rol bij de keuze van de juiste diepte. Voor afvoeren van toilets en uitgietbakken wordt een diameter van 90 tot 110 millimeter aanbevolen. Voor andere afvoeren, zoals wasmachines en douches, wordt een kleinere diameter gebruikt. De diameter bepaalt ook de richtlijnen voor de helling van de riolering. De helling moet voldoende zijn om een goede afvoer te garanderen, maar niet zo steil dat het water te snel stroomt.

Technische uitvoering van de riolering

Bij het aanleggen van de riolering is het belangrijk om op te letten met de technische uitvoering. De buizen moeten op de juiste hoogte worden geplaatst, zodat de riolering een constante helling heeft. Bij het verbinden van de buizen moet worden gekeken naar de juiste connecties en afdichtingen. PVC-lijm wordt vaak gebruikt voor het verlijmen van de buizen, maar ook manchetverbindingen kunnen worden toegepast.

Bij het aanleggen van de riolering is het ook belangrijk om inspectieputten aan te brengen. Deze putten maken het mogelijk om de riolering te controleren en eventuele verstoppingen op te sporen. Bovendien is het belangrijk om te controleren op lekkages bij de verbindingen, want een goed afgestane riolering is essentieel om te voorkomen dat afvalwater in de grond sijpelt.

Aansluiting op hoofdriool

Bij het aanleggen van een riolering is het belangrijk om deze op de juiste manier aan te sluiten op het hoofdriool. Hierbij moet worden gekeken naar de juiste afmetingen van de opening en de juiste verbinding met behulp van verbindingsstukken en PVC-lijm. Daarnaast is het belangrijk om de afvoer van het afvalwater te controleren, zodat het water soepel en zonder verstoppingen wegstroomt.

Afwerking en verdichting van de sleuf

Na het aanleggen van de riolering en wanneer de aansluiting op het hoofdriool is voltooid, is het tijd voor de afwerking. Hierbij moet de sleuf worden opgevuld met grond en deze moet stevig worden ingedrukt. Dit zorgt ervoor dat de riolering goed vast komt te zitten en geen verzakkingen krijgt. Daarnaast moet worden gekeken of de afvoer van het afvalwater correct werkt.

Belangrijkste technische richtlijnen

De belangrijkste technische richtlijnen bij het aanleggen van een riolering zijn:

  • De riolering moet worden aangelegd op een diepte van 60 tot 90 centimeter.
  • Bij zandgrond wordt een diepere aanleg van de riolering aanbevolen, namelijk op 80 centimeter.
  • De afvoerbuizen moeten op de juiste hoogte worden geplaatst, zodat de riolering een constante helling heeft.
  • Bij het verbinden van de buizen moet worden gekeken naar de juiste connecties en afdichtingen.
  • Bij het aanleggen van de riolering is het belangrijk om inspectieputten aan te brengen.
  • De riolering moet worden aangesloten op het hoofdriool, waarbij de juiste afmetingen en verbindingen worden gecontroleerd.
  • De sleuf moet worden opgevuld met grond en stevig worden ingedrukt.

Conclusie

De diepte van de riolering is een cruciaal aspect bij het aanleggen van een afvoersysteem. De juiste diepte bepaalt de werking van het systeem en zorgt ervoor dat het water goed kan worden afgevoerd. Bovendien is het belangrijk om rekening te houden met de grondsoort en de afvoerbuizen. Bij het aanleggen van de riolering is het belangrijk om de juiste technische uitvoering te volgen en eventuele lekkages te controleren. De juiste aanleg van de riolering zorgt voor een betrouwbaar en functioneel afvoersysteem.

Bronnen

  1. Riolering aanleggen: stappenplan
  2. Binnenonderkant buis
  3. Hoe diep moet drainage liggen?
  4. Riolering vervangen: buizen invoeren en diepte
  5. Diepte riolering onder betonnen vloer
  6. Calcul TVA
  7. Calcul TVA
  8. Op welke diepte moet de leiding voor rioolwater liggen?
  9. Afvoerput buiten aanleggen

Related Posts