De invloed van een kelder op de EPC-berekening in Uniec 2

Published by Redactie on juli 14, 2025 | Category kelder

Een kwalitatieve EPC-berekening is essentieel voor zowel bouwprojecten als vastgoedtransacties. In Nederland wordt de Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) gebruikt als maatstaf voor de energie-efficiëntie van gebouwen. Deze waarde wordt berekend met behulp van software zoals Uniec 2, een EPG-rekenpakket dat ontworpen is voor het uitvoeren van EPC-berekeningen. Een belangrijk aspect dat vaak wordt over het hoofd gezien, maar die toch een grote impact kan hebben op de EPC-waarde, is de aanwezigheid van een kelder. In dit artikel wordt ingegaan op de rol van een kelder bij de EPC-berekening, de technische achtergronden van Uniec 2 en de praktische implicaties voor projectontwikkelaars, bouwbedrijven en woningeigenaars.

De EPC en Uniec 2: Kort overzicht

De EPC is een maat voor het energieverbruik van een gebouw, waarbij lager betekent energiezuiniger. De waarde wordt berekend aan de hand van een normaaliserde berekening die rekening houdt met aspecten zoals isolatie, luchtdichtheid, verlichting en het gebruik van warmtepompen of andere efficiënte systemen. De EPC-waarde is dimensieloos en heeft geen eenheid zoals kWh/m²/jaar.

Uniec 2 is een rekeninstrument dat speciaal ontworpen is voor het berekenen van de EPC. Het is ontwikkeld door Earth Energie Advies B.V. en wordt gebruikt zowel in de woningbouw als in de utiliteitsbouw. Het softwarepakket is ook geschikt voor het berekenen van de Energie Index en het uitvoeren van energielabels. De berekening in Uniec 2 is van groot belang bij het bepalen of een woning of utiliteitsgebouw voldoet aan de huidige normen en eisen inzake energie-efficiëntie.

De rol van de kelder in de EPC-berekening

In een recente praktijkvraag is gemeld dat een kelder, of om preciezer te zijn, een kruipkelder van 200 m², een aanzienlijke invloed kan hebben op de EPC-waarde. Een kelder die grenst aan een kruipkelder, en die bovendien ongeïsoleerd is, dient rekening te houden met de thermische eigenschappen van de bouwschil. In dit geval is het feit dat de kelder grenst aan een ongeïsoleerde ruimte een belangrijk detail geweest dat eerst niet in de EPC-berekening was opgenomen.

De thermische schil van een gebouw omvat onder andere de dichte delen zoals gevels, daken en vloeren, en de transparante delen zoals ramen en deuren. Voor dichte delen geldt de Rc-waarde, wat de warmteweerstand aangeeft, en voor transparante delen geldt de U-waarde, wat de warmtedoorgangscoëfficiënt aangeeft. Een kelder die grenst aan een kruipkelder en die niet geïsoleerd is, kan leiden tot een lagere Rc-waarde van de vloerconstructie, wat op zijn beurt een negatieve invloed heeft op de EPC.

In dit context wordt de impact van een kelder op de EPC-berekening beïnvloed door de aanwezigheid van koudebruggen. Koudebruggen zijn constructiedetails waarbij warmte gemakkelijker kan ontsnappen, waardoor de energieprestatie van het gebouw wordt verlaagd. Deze koudebruggen worden weergegeven in psi-waarden, een maat voor de thermische doorstroming bij bouwdetails. Een lagere psi-waarde duidt op een betere detaillering inzake koudebruggen.

De Bouwformatie, in samenwerking met een aantal vooraanstaande producenten, heeft in samenwerking met Uniec 2 een reeks psi-waarden vastgelegd. Deze psi-waarden zijn berekend en beschikbaar gesteld via productbladen, die gebruikers kunnen raadplegen en downloaden na registratie. De psi-waarden zijn opgenomen in de nieuwste versie van Uniec 2, waardoor de berekening van de EPC nauwkeuriger kan worden uitgevoerd, inclusief het effect van kelderconstructies.

Praktische stappen bij het meenemen van een kelder in de EPC-berekening

De praktijk laat zien dat het vergeten van een detail zoals een kelder in de EPC-berekening leidt tot een onnauwkeurige berekening. In het voorbeeld uit de bronmaterialen is het vergeten om de kruipkelder van 200 m² op te nemen een belangrijk punt geweest. De EPC-adviseur had dit detail moeten meenemen bij de berekening. Het is daarom belangrijk dat zowel adviseurs als projectleiders zorgvuldig zijn bij het invoeren van bouwgegevens in Uniec 2.

1. Accurate input van bouwgegevens

Het invoeren van de juiste bouwgegevens is essentieel voor een correcte EPC-berekening. Dit omvat het exacte oppervlak van ramen, deuren, vloeren, daken en eventuele aansluitingen met kelders of kruipkelders. Ook dient rekening te worden gehouden met isolatiemateriaal en de dikte daarvan. Als bijvoorbeeld een vloer grenst aan een ongeïsoleerde kruipkelder, dient dit in de berekening opgenomen te worden, omdat dit leidt tot een lagere Rc-waarde.

2. Koudebruggen en psi-waarden

Bij de berekening van de EPC in Uniec 2 is het belangrijk om rekening te houden met koudebruggen. Deze worden weergegeven in psi-waarden. De Bouwformatie heeft samen met producenten en leveranciers een reeks psi-waarden vastgelegd. Deze zijn beschikbaar via productbladen en kunnen direct in Uniec 2 worden gebruikt. Voor producenten zoals Kingspan, Xella Ytong en Foamglas zijn psi-waarden beschikbaar, die kunnen worden gebruikt bij de EPC-berekening van gebouwen met kelders of kruipkelders.

3. Verantwoordelijkheid van de EPC-adviseur

De EPC-adviseur heeft de verantwoordelijkheid om zowel de bouwgegevens als de thermische eigenschappen van het gebouw nauwkeurig in Uniec 2 in te voeren. Het is verstandig om de adviseur tijdens de voorbereiding van de EPC-berekening betrokken te houden bij het project. Dit zorgt ervoor dat eventuele details zoals de aanwezigheid van een kelder tijdig worden opgenomen in de berekening.

Invloed op het energielabel

Naast de EPC-waarde is het energielabel een belangrijk onderdeel van de energieprestatiecertificering. In Vlaanderen wordt het energielabel weergegeven als een score van A tot F, waarbij A staat voor een zeer energiezuinig gebouw en F voor een zeer energie-inefficiënt gebouw. Het energielabel is verplicht bij elke vastgoedtransactie en is geldig gedurende tien jaar.

Het energielabel wordt berekend op basis van de EPC-waarde, en deze kan sterk worden beïnvloed door aspecten zoals de aanwezigheid van een kelder. In het voorbeeld uit de bronmaterialen is het vergeten van het kelderdetail een mogelijk probleem geweest, omdat dit leidde tot een EPC-waarde van 220 W/m², wat overeenkomt met een D-score. Na het corrigeren van het detail wordt de EPC-waarde verwacht te veranderen, wat mogelijk tot een beter energielabel kan leiden.

Uniek voor Uniec 2 gebruikers

Uniec 2 gebruikers hebben de mogelijkheid om hun EPC-berekening direct te gebruiken voor het aanvragen van een energielabel. ImmoCert biedt hiervoor een unieke samenwerking aan, waarbij gebruikers van Uniec 2 hun berekening kunnen gebruiken om een energielabel aan te vragen. Deze samenwerking is beschikbaar voor diverse professionals in de bouwsector, zoals architecten, ingenieurs, werkvoorbereiders, ontwikkelaars en installateurs.

Voor gediplomeerde EPA-W adviseurs is het mogelijk om hun energielabels af te melden via ImmoCert. Voor niet-gecertificeerde gebruikers is het mogelijk om samen te werken met een aangesloten en gediplomeerde adviseur van ImmoCert, die de benodigde inspecties kan uitvoeren en de energielabels kan aanvragen. Dit maakt het voor Uniec 2 gebruikers relatief eenvoudig om hun projecten te certificeren en energielabels uit te geven.

Conclusie

De aanwezigheid van een kelder heeft een aanzienlijke impact op de EPC-berekening in Uniec 2. Het vergeten van details zoals een kruipkelder kan leiden tot een onnauwkeurige EPC-waarde en een slechter energielabel. Het is daarom essentieel dat zowel EPC-adviseurs als projectleiders zorgvuldig zijn bij het invoeren van bouwgegevens in Uniec 2. De beschikbaarheid van psi-waarden in Uniec 2 helpt bij het nauwkeurig berekenen van de EPC, inclusief de effecten van kelderconstructies. Voor Uniec 2 gebruikers is het bovendien mogelijk om hun berekening direct te gebruiken voor het aanvragen van een energielabel, wat een waardevolle optie biedt in de bouwsector.