Begraven in de ondergrondse kelders van Rome: een blik op christelijke en etruskische tradities

Bij de verkenning van Rome’s rijke archeologische en historische erfgood blijkt dat het ondergrondse netwerk van de stad niet alleen een rol speelt in de wijnproductie of de oudheid, maar ook een centrale functie heeft gehad in de begrafenispraktijken van eeuwen. Buitens landschap en stedelijke structuur zijn immers ook kelders en catacomben ondergronds gelegen die tot op de dag van vandaag de sporen bewaren van etruskische, Romeinse en christelijke tradities. In dit artikel wordt ingegaan op het fenomeen van begrafenissen in kelders buiten Rome, met name in de context van christelijke figuren zoals pausen en andere historische personen. De nadruk ligt op de technische, archeologische en functionele aspecten van deze ondergrondse begraafplaatsen.

Ondergrondse begraafplaatsen in de context van Rome

De oudste ondergrondse begraafplaatsen in de regio Rome dateren uit de Etruskische tijd. Deze begraafplaatsen bestonden vaak uit ondergrondse gangen en kamers die in de rotsen zijn uitgehouwen. De Etrusken ontwikkelden complexe systemen om doden onder de grond te begraven, vaak met het oog op het houden van een verbinding tussen de levenden en de doden. Het gebruik van ondergrondse begraafplaatsen werd later ook door de Romeinen overgenomen, maar het was de christelijke gemeenschap die deze praktijk in het vroege middeldeel verder ontwikkelde, vooral in de vroege christelijke periode.

De eerste christelijke begraafplaatsen buiten de stadsmuren van Rome – de zogenaamde catacomben – ontstonden in de tweede eeuw na Christus. Deze ondergrondse complexen werden gebruikt om christenen te begraven, aangezien hun geloof in de wederopstanding tegenstreefde met de Romeinse praktijk van krematie. In plaats van het lichaam te verbranden, werd het in lakens gewikkeld en in een ondergrondse nis (loculus) geplaatst. Deze loculi waren vaak voorzien van een fles parfum, waarna ze werden afgesloten met een marmeren plaat of bakstenen. Buiten de stadsmuren werden deze kelders gelegen om de christenen te beschermen tegen vervolgingen.

De rol van pausen in ondergrondse begraafplaatsen

Hoewel de meeste pausen sinds het begin van de late middeleeuwen niet meer in de catacomben zijn begraven, zijn er enkele pausen bekend die in kelders of ondergrondse begraafplaatsen buiten Rome zijn begraven. Deze locaties zijn vaak gecombineerd met historische of religieuze gebouwen, zoals kloosters of kerken. De ondergrondse kelders waar pausen werden begraven, zijn vaak ontworpen als crypten en zijn technisch geavanceerd in termen van ventilatie, toegang, en bouwmaterialen. Ze werden vaak gecombineerd met bovengrondse complexen en dienden zowel als begraafplaats als als ondergrondse kerkelijke ruimte.

Een voorbeeld van een dergelijke crypte is de Cattedrali sotterranee, historische wijnkelders in Canelli (Piemonte), waarbij een complex netwerk van ondergrondse ruimtes is ontstaan in tufsteen. Deze kelders bereiken een diepte van 32 meter en strekken zich over meer dan 20 kilometer uit. Zij zijn sinds 2014 opgenomen in de UNESCO Werelderfgoedlijst. Hoewel deze locatie vooral bekend is als wijnkelder, toont het aan dat complexe ondergrondse ruimtes ook als begraafplaatsen gebruikt kunnen worden.

De Etruskische en Romeinse begraafplaatsen in het Romeinse gebied

De Necropoli van Cerveteri zijn een goed voorbeeld van een oud etruskisch begraafcomplex dat zich op een gebied van circa 400 hectaren uitstrekt. Rond 10 hectaren daarvan zijn toegankelijk voor het publiek en bevatten 400 graven. Deze begraafplaatsen zijn vaak ondergronds, met een grafheuvel (tumulus) bovengronds. Een van de bekendste vondsten is het 'Sarcofago degli sposi', een terracotta-sarcofaag uit 520 v.Chr. dat tegenwoordig in Villa Giulia in Rome staat. Dit toont aan dat het gebruik van ondergrondse begraafplaatsen in de regio Rome een lange geschiedenis heeft.

In Sorano, in Toscane, zijn er ook Etruskische necropoli te vinden. Deze begraafplaatsen zijn ondergronds en vaak uitgehouwen in tufsteen. De stad zelf ligt op 300 meter hoogte en is een voorbeeld van een stad waarin het Etruskische verleden nog sterk zichtbaar is. De smalle straatjes, oude kerken en ondergrondse graven vormen een mystieke sfeer.

Technische aspecten van ondergrondse begraafplaatsen

De bouw en ontwikkeling van ondergrondse begraafplaatsen vereisten een zorgvuldige planning van ventilatie, toegang, en stabiliteit. In de Etruskische en Romeinse tijd werden deze ruimtes vaak uitgehouwen in tufsteen, een lokale bouwsteen die goed te verwerken was en die goed tegen de erosie kon. De ondergrondse gangen waren vaak voorzien van trappen of ladders om toegang te verzekeren tot de diepere niveaus.

In de kelders van Palazzo Viti, bijvoorbeeld, zijn ondergrondse ruimtes te vinden die technisch gezien complex zijn. Deze ruimtes werden gebruikt voor diverse doeleinden, waaronder begraafplaatsen, opslag of zelfs als ondergrondse kerk. De ventilatie en de sterkte van de constructie waren cruciale aspecten van het ontwerp. Ook in de catacomben van Rome is aandacht besteed aan de luchtcirculatie, die essentieel was om ervoor te zorgen dat de luchtvaart in de ondergrondse ruimtes bleef mogelijk.

Het verschijnsel van ondergrondse kelders in Italiaanse steden

Buiten Rome zijn er ook andere steden in Italië waar ondergrondse kelders of begraafplaatsen voorkomen. In Paestum, in Campanië, zijn er archeologische vindplaatsen met ondergrondse ruimtes die onderdeel uitmaken van het oude stadsmuurcomplex. Deze muren zijn gemaakt van grote vierkante blokken en zijn vroeger voorzien geweest van torens en toegangsdeuren. De ondergrondse structuren zijn vaak gerelateerd aan verdedigingsdoeleinden, maar ook tot begraafplaatsen.

In Senigallia zijn er historische gebouwen zoals het Palazzetto Baviera en het Palazzo Ducale die duidelijk een rol speelden in het stadsleven en soms ook ondergrondse ruimtes kenden. De kathedraal van Senigallia is volledig gerestaureerd en ligt in een autovrij plein, omringd door prachtige palazzi.

Ondergrondse kelders en hun toepassing in wijnproductie

Een bijzondere vorm van ondergrondse kelders zijn de zogenaamde “ondergrondse kathedralen” in Canelli, die tussen de zestiende en negentiende eeuw zijn aangelegd. Deze kelders zijn uitgegraven in de tufsteen van de heuvels en bereiken een diepte van 32 meter. Het totale netwerk bedraagt meer dan 20 kilometer. Deze ruimtes zijn technische meesterwerken en werden gebruikt voor de opslag van wijnen. Door de constante temperatuur en vochtigheid konden de wijnen hier optimaal rijpen. Deze kelders zijn sinds 2014 opgenomen in de UNESCO Werelderfgoedlijst en tonen aan hoe ondergrondse ruimtes niet alleen als begraafplaatsen, maar ook als industriële of commerciële ruimtes gebruikt kunnen worden.

Conclusie

De ondergrondse kelders en begraafplaatsen van Rome en het bredere Romeinse gebied vormen een uniek fenomeen in de geschiedenis van de mens. Ze zijn technisch geavanceerd, functioneel verankerd en duidelijk ingebed in de religieuze en culturele context van hun tijd. Zowel de Etrusken als de Romeinen, en later de christenen, ontwikkelden complexe ondergrondse systemen die niet alleen dienden als begraafplaatsen, maar ook als ondergrondse kerken, crypten en industriële ruimtes. In sommige gevallen worden pausen begraven in dergelijke kelders, hoewel dit sinds de late middeleeuwen zeldzaam is geworden. De opgravingen en restoraties van deze ondergrondse complexen tonen aan hoe belangrijk het is om dergelijke historische en archeologische locaties te behouden en te verder onderzoeken. Voor zowel historici, archeologen als constructieprofessionals vormen deze locaties een waardevolle bron van inzicht in de bouwtechnologie, de religieuze praktijken en de sociale structuur van het Romeinse en Etruskische tijdperk.

Bronnen

  1. Vakantietips voor Italië
  2. Catacomben en ondergrondse begraafplaatsen in Rome

Related Posts