Waarom een kelder vaak niet meetelt als woonoppervlakte en wat daarbij letten

Het gebruik van een kelder als woonruimte is in Nederland een steeds populaire keuze, zowel voor woningbouwprojecten als bij renovaties. Toch blijft het een complexe materie, die niet alleen bouwkundige, maar ook juridische en fiscale aspecten omvat. In dit artikel wordt uitgebreid ingegaan op de vraag waarom een kelder vaak niet meetelt als woonoppervlakte, en wat de voorwaarden zijn om deze ruimte toch als dergelijke oppervlakte te kunnen aanmerken. Op basis van de beschikbare informatie is er een duidelijk beeld te schetsen van de eisen en praktijkuitspraken in het kader van gebruiksoppervlakte, thermische schil en bouwregelgeving.

Algemene voorwaarden voor woonoppervlakte

Woonoppervlakte wordt in de bouwregelgeving gedefinieerd als de oppervlakte van ruimtes die geschikt zijn voor gebruik als woonruimte. Dit betekent dat dergelijke ruimtes voldoende hoogte, daglicht, toegankelijkheid en thermische isolatie moeten hebben. Voor een kelder of souterrain zijn deze eisen echter vaak lastiger te waarmaken, vooral vanwege de bouwkundige uitdagingen en de risico’s op vocht en vochtbescherming.

Volgens bron [3] telt een kelder meestal niet mee als woonoppervlakte, omdat men daar vaak niet woont. Echter, een afgewerkte kelder kan wel meetellen, mits aan bepaalde eisen wordt voldaan. De sleutel hierbij is het concept van "bouwkundige geschiktheid" zoals dat in het Bouwbesluit is vastgelegd. Ook geldt dat een kelder slechts dan meetelt als woonoppervlakte als hij voldoet aan de eisen voor verblijfsgebieden en thermische isolatie.

Thermische schil en isolatie

Een belangrijke factor bij de bepaling van woonoppervlakte is de aanwezigheid van een thermische schil. In het geval van een kelder is het afhankelijk van hoe de isolatie is aangebracht of de kelder zelf als "overige gebruiksfunctie" wordt aangemerkt.

Indien de thermische schil wordt aangebracht rondom de kelder, dan is de totale gebruiksoppervlakte (GO) groter, wat een positief effect heeft op de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) van het gebouw. Echter, als de kelder niet meegenomen wordt in de EPC, dan dient de begane grondvloer van de woning boven de kelder te worden geïsoleerd. Deze keuze heeft directe gevolgen voor de thermische prestatie en dus ook voor eventuele wettelijke eisen.

Er zijn situaties waarin de kelder als aparte gebruiksfunctie wordt aangemerkt en geïsoleerd hoeft te worden van de rest van de woning. Dit is vooral relevant bij de scheiding tussen de woning en de kelder, waarbij een aparte toegang (eventueel met een brandwerende deur) wordt aangebracht. Dit is een praktijkuitwerking die vaak wordt toegepast om de bouwregelgeving te volgen.

Bouwkundige geschiktheid als woonruimte

Een kelder kan enkel meetellen als woonruimte als hij bouwkundig geschikt is. Dit betekent onder andere dat hij voldoende hoogte moet hebben (minimaal 1,5 meter), voldoende daglicht moet hebben, en gemakkelijk toegankelijk moet zijn via een vaste trap. Bovendien moet hij voldoen aan de eisen voor ventilatie en vochtbeheersing. Een kelder zonder deze eigenschappen is niet geschikt als woonruimte en telt dus niet mee.

In bron [2] staat verder dat de berekening van de gebruiksoppervlakte gebaseerd is op de oppervlakte van ruimtes die geschikt zijn voor gebruik als woonruimte. Bijvoorbeeld, een kelder van 5 meter bij 4 meter heeft een oppervlakte van 20 m². Als deze voldoet aan de eisen, dan telt deze oppervlakte mee bij de gebruiksoppervlakte. Echter, in afwijkende situaties, zoals een kelder die slechts gedeeltelijk onder de grond ligt of die niet voldoet aan de minimale hoogte, telt deze ruimte niet mee.

Ventilatie en vochtbeheersing

Ventilatie is een essentieel aspect bij het omvormen van een kelder tot woonruimte. Een kelder zonder voldoende ventilatie is niet geschikt als woonruimte, omdat dit leidt tot ongunstige luchtstromen en vochtproblemen. Daarnaast moet de kelder voldoen aan de eisen voor vochtbeheersing. Als er sprake is van vocht of schimmelvorming, dan telt de ruimte niet mee als woonoppervlakte. Dit is ook belangrijk om de gezondheid van de bewoners te waarborgen.

De bouwkundige geschiktheid houdt ook in dat de kelder voldoet aan de regels voor vochtbestrijding, zoals beschreven in bron [1]. Dit betreft zowel de bouwtechniek als de keuze van materialen die vochtbestendig zijn.

De invloed op de waarde van de woning

Het omvormen van een kelder tot een woonruimte kan de waarde van de woning aanzienlijk verhogen. Echter, dit hangt sterk af van de kwaliteit van de uitvoering. Als de kelder goed is afgewerkt en voldoet aan alle bouwkundige en juridische eisen, kan deze ruimte een waardevolle bijdrage leveren aan het totale gebruiksoppervlak. De waarde van de woning stijgt echter ook afhankelijk van de locatie, de omgeving en de marktvoorwaarden.

Het omvormen van een kelder naar een woonruimte kan echter ook aanzienlijke kosten met zich meebrengen. Het is daarom belangrijk om zorgvuldig te kijken naar de kosten en voordelen. In sommige gevallen is het financieel beter om de kelder te behouden als opslagruimte of als een aparte gebruiksfunctie.

Aanvullende regelgeving en praktijkuitwerkingen

In de praktijk is het mogelijk om een kelder te splitsen in meerdere gebruiksfuncties. Dit heeft gevolgen voor de thermische schil en de berekening van de EPC. Bijvoorbeeld, als de kelder wordt aangemerkt als een overige gebruiksfunctie en niet meegenomen in de EPC, dan dient de begane grondvloer boven de kelder te worden geïsoleerd.

Een belangrijk aspect bij het opdelen van gebruiksfuncties is ook de brandveiligheid. In het Bouwbesluit staat dat een woonfunctie en een overige gebruiksfunctie in beginsel niet samengevoegd mogen worden, tenzij de gebruiksoppervlakte van de overige gebruiksfunctie kleiner is dan 50 m². In dat geval is het toegestaan om de gebruiksfuncties samen te voegen, mits voldoende brandcompartimentering is aangebracht.

Een aparte toegang tot de kelder is vaak noodzakelijk om aan de bouwregelgeving te voldoen. Dit kan in de praktijk uitgewerkt worden door een aparte deur aan te brengen, eventueel met brandwerende eigenschappen. Dit is een maatregel die niet alleen juridisch vereist kan zijn, maar ook bijdraagt aan de veiligheid en het comfort van de woning.

Conclusie

De vraag of een kelder meetelt als woonoppervlakte is niet simpel te beantwoorden en hangt af van meerdere factoren. De thermische schil, bouwkundige geschiktheid, ventilatie, vochtbeheersing en juridische eisen spelen een cruciale rol in deze bepaling. In veel gevallen wordt de kelder als een aparte gebruiksfunctie aangemerkt en telt hij niet mee als woonoppervlakte. Echter, als aan alle eisen wordt voldaan, is het mogelijk om een kelder te omvormen tot een woonruimte die meetelt in het gebruiksoppervlak van de woning.

Het is belangrijk om bij dergelijke projecten professionele advies in te winnen, zowel van bouwtechnisch als van juridisch standpunt. De uitkomst van een dergelijke ingreep kan namelijk zowel de woonruimtevergroting als de energieprestatie van de woning aanzienlijk beïnvloeden. In de praktijk is het aan te raden om duidelijk te communiceren over de functie van de kelder bij het indienen van het bouwplan en om eventuele twijfels op te lossen bij de gemeente of een bouwadviseur.

Het omvormen van een kelder naar woonruimte is dus mogelijk, maar vereist zorgvuldige planning, voldoende kennis van de regelgeving en een professionele uitvoering. Alleen zo kan het volledige potentieel van de kelder benut worden, zowel op juridisch, technisch als functioneel vlak.

Bronnen

  1. Bouwhelp.nl
  2. Demargaretha.nl
  3. Webwoordenboek.nl

Related Posts