Wanneer telt een kelder als woonruimte of bouwkundige ruimte?

Bij verbouwingen en nieuwbouw is het belangrijk om te weten hoe ruimtes in een woning worden ingedeeld en of ze meerekenen in berekeningen zoals de 55%-regel voor de GBO (Gebruiksoppervlakte) of VG (Voorzieningen Oppervlakte). Dit is van essentieel belang voor zowel bouwplannen, verbouwingen, als het bepalen van de waarde van een woning. Een kelder of souterrain kan in bepaalde gevallen meerekenen als woonruimte, maar alleen als bepaalde bouwkundige en functionele eisen zijn vervuld. In dit artikel bespreken we wanneer een kelder of souterrain telt als woonruimte, wanneer het niet meerekent, en wat de technische en juridische aspecten zijn die hierbij van toepassing zijn.

Kelder versus souterrain

Om te begrijpen wanneer een kelder meetelt in de woonoppervlakte, is het eerste belangrijk om het verschil tussen een kelder en een souterrain te begrijpen. Dit verschil draait om de positie van de ruimte ten opzichte van het straatniveau.

Een kelder is een ruimte waar meer dan de helft van de hoogte zich onder het straatniveau bevindt. Bijvoorbeeld: als een ruimte 2 meter hoog is en vanaf het straatniveau 1 meter of meer onder het maaiveld ligt, is het een kelder.

Een souterrain daarentegen is een ruimte waar meer dan de helft van de hoogte zich boven het straatniveau bevindt. Als dezelfde ruimte bijvoorbeeld 100 cm of minder onder het maaiveld ligt, is het een souterrain.

Bouwkundige eisen voor een woonruimte

Of een kelder of souterrain meetelt als woonruimte, hangt af van de bouwkundige geschiktheid en de functionele toepassing. In principe kan een kelder of souterrain woonruimte worden, mits het voldoet aan de volgende eisen:

  1. Ventilatie: De ruimte moet voldoende luchtcirculatie hebben.
  2. Verwarming: De ruimte moet te verwarmen zijn.
  3. Afwerking: De ruimte moet voldoende afgewerkt zijn, zodat het functioneel is als woonruimte.
  4. Toegang: De toegang moet veilig en geschikt zijn voor mensen.
  5. Geen gebruik als utiliteitsruimte: Als de ruimte is ontworpen als bijvoorbeeld een installatieruimte of fietsenkelder, dan is het niet geschikt als woonruimte.

Bijvoorbeeld: een kelder met een koude betonvloer, vochtige muren en geen verwarming telt niet als woonruimte. Ook als de kelder is gebruikt voor het onderhouden van machines of apparatuur, zoals een warmtepomp of WTW-installatie, is het niet geschikt als woonruimte.

55%-regel: wanneer een kelder meetelt in de GBO/VG

De 55%-regel is een belangrijk begrip in de Nederlandse bouwsector. Deze regel bepaalt hoeveel van de gebruiksoppervlakte van een woning mag worden toegewezen aan specifieke voorzieningen zoals de garage, de kelder of de zolder.

Conform de NEN 2580, een standaard die regels bepaalt voor het meten van de gebruiksoppervlakte in woningen, telt een kelder alleen mee in de 55%-regel als het als woonruimte is ingedeeld. Dit betekent dat de kelder een woonfunctie moet hebben. Als het wordt ingedeeld als een overige gebruiksruimte, zoals een fietsenkelder of installatieruimte, dan telt het niet mee in de 55%-regel.

De keuze hoe een kelder of souterrain wordt ingedeeld, ligt bij de eigenaar of de aanvrager van de vergunning. Deze keuze moet echter conform de Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) zijn. Dus, als de kelder als woonfunctie is ingedeeld, telt het mee in de GBO/VG. Als het is ingedeeld als overige gebruiksruimte, telt het niet mee.

Zolder en 55%-regel: toegankelijkheid bepaalt het gebruik

Niet alleen kelders, ook zolders kunnen meetellen in de 55%-regel. Dit is echter afhankelijk van de toegankelijkheid. Conform NEN 2580:

  • Zolder met huishoudladder of verwijderbaar luik: Zolang de toegang beperkt is tot een huishoudladder of een verwijderbaar luik, en de zolder incidenteel wordt gebruikt, telt deze ruimte niet mee in de GBO.
  • Zolder met trap: Als de zolder toegankelijk is via een trap (bijvoorbeeld een vlizo-trap), dan kan een deel van deze zolder wel meetellen in de GBO, afhankelijk van de toegankelijkheid en de gebruiksgroep.

Dit betekent dat zowel kelders als zolders meetellen in de berekening van het totale gebruiksoppervlak, mits ze als woonruimte zijn ingedeeld en toegankelijk zijn voor mensen.

Problemen met grondwater in de kelder

Een van de voornaamste problemen bij het ontwerpen of verbouwen van een kelder is de kans op grondwaterinbreng. Zelfs als er geen zichtbare scheuren zijn in de betonnen vloer of muren, kan water via microscopisch kleine spleten binnendringen. Dit komt doordat een stijgende grondwaterstand leidt tot hydrostatische druk, die ervoor zorgt dat het water door de vloer of muren heen sijpelt.

Deze situatie kan voorkomen dat een kelder wordt gebruikt als woonruimte, aangezien vocht en vochtige muren of vloeren niet voldoen aan de bouwkundige eisen voor woonruimte. Daarom is het belangrijk om bij de bouw of verbouw van een kelder maatregelen te nemen tegen grondwater, zoals:

  • Waterdicht maken van de fundering.
  • Drainage installeren rondom de kelder.
  • Een damwand of waterdichte membraan aanbrengen.
  • Een ventilatie- en droogstelsysteem aanbrengen.

Technische aspecten van gasleidingen naar zolder

Bij het ontwerpen van een woning of bij verbouwingen kan het voorkomen dat een gasleiding vanuit de kelder naar een zolder moet worden gelegd. Bijvoorbeeld bij het plaatsen van een combiketel op de zolder, is het nodig om een gasleiding te trekken vanuit de kelder naar boven.

Een dergelijke leiding moet veilig geïsoleerd en afgeschermd worden, vooral bij de plaatsing in ruimtes zoals een inbouwkast. Dit is om eventuele lekken of schade aan de leiding te voorkomen. Het is aan te raden om de leiding in een scherm te plaatsen, zoals een PVC-afvoerpijp of een afdekkap. Dit geldt zeker in ruimtes waar het niet mogelijk is om de leiding volledig los te houden van andere materialen of installaties.

Toepassing in praktijk: verbouwing van historisch gebouw

Een concreet voorbeeld van het gebruik van kelder- en souterrainruimtes is te vinden in het project "De Koepel" in Haarlem. Hier is een historisch rijksmonument verbouwd tot een multifunctioneel complex. In de kelder is een bioscoop gemaakt, die ook gebruikt wordt als collegezaal. Op de begane grond en verdiepingen zijn ruimtes voor bedrijven, horeca en educatie. Deze verbouwing toont aan dat kelders en souterrains niet alleen technisch geschikt kunnen zijn als woon- of leefruimte, maar ook als culturele of functionele ruimte.

Conclusie

Wanneer een kelder of souterrain meetelt als woonruimte of bouwkundige ruimte, hangt af van een aantal factoren. Belangrijke aspecten zijn de bouwkundige geschiktheid, de toegankelijkheid, en de functionele toepassing. Conform de NEN 2580 en het Besluit bouwwerken leefomgeving kan een kelder of souterrain meerekenen in de GBO/VG-regel als het wordt ingedeeld als woonfunctie en voldoet aan bouwkundige eisen. Bij verbouwingen is het dus belangrijk om te bepalen hoe deze ruimtes worden ingedeeld en of maatregelen nodig zijn om de ruimte geschikt te maken als woonruimte, zoals het afsluiten van grondwater of het aanbrengen van ventilatie en verwarming.

Bronnen

  1. 55 GBO/VG regel uitgelegd – Hoe kelder en zolder meetellen
  2. Telt een kelder of souterrain mee als woonoppervlakte?
  3. Grondwater in de kelder – oorzaken en oplossingen
  4. Koper gasleiding naar de zolder – afschermen

Related Posts