De verborgen rijken van het Louvre: wat te zien onder de grond
Het Louvre Museum in Parijs staat bekend als een van de meest indrukwekkende en belangrijke culturele instellingen ter wereld. Met een collectie van meer dan 35.000 kunstwerken, besproken over acht afdelingen en drie vleugels, is het een museum dat bezoekers uit de hele wereld aantrekt. De meeste aandacht gaat naar de beroemde tentoonstellingen op de begane grond, zoals de Mona Lisa en de Venus van Milo. Minder bekend, maar even interessant, is het feit dat ook onder de grond een reeks fascinerende historische en architectonische elementen verborgen ligt. In dit artikel wordt ingegaan op wat bezoekers kunnen aantreffen in de kelders en ondergrondse ruimtes van het Louvre. Deze ondergrondse ruimtes zijn niet alleen een deel van de geschiedenis van het museum, maar ook een waardevolle bron van inzichten in architectuur, herstelprojecten en moderne uitbreidingen.
Informatie over de ondergrondse ruimtes
Het Louvre is ontstaan als een middeleeuwse vesting, wat een fundament legde voor de complexe structuur van het huidige museum. De ondergrondse ruimtes, of kelders, zijn een logische uitbreiding van deze geschiedenis. De kelders dienen meerdere doeleinden aan, zoals logistiek, herberg voor collecties, technische ruimtes en toegangsmogelijkheden. Een van de bekendere ondergrondse locaties is het Carrousel du Louvre, een winkelcentrum dat onder de hoofdingang van het museum ligt. Dit winkelgebied is niet alleen een praktische toegangspoort voor bezoekers, maar ook een ondergrondse verbinding tussen het Louvre en het station Palais Royal – Musée du Louvre.
Naast de winkelruimtes zijn er ook technische kelders die essentieel zijn voor het functioneren van het museum. Deze ruimtes bevatten onder andere de elektriciteitsinstallaties, de centrale verwarming en ventilatiesystemen, en de digitale infrastructuren die nodig zijn voor de moderne tentoonstellingen. De kelders spelen dus een cruciale rol in de dagelijkse werking van het museum.
Historische achtergrond
De kelders van het Louvre hebben een historie die zich uitstrekt over eeuwen. Het Louvre begon als een fort, opgericht in de 12e eeuw onder koning Philip Augustus, en werd in de loop van de eeuwen uitgebreid tot een paleis. De kelders waren oorspronkelijk ontworpen als opslagruimtes en defensieve structuren. In de 19e eeuw, tijdens de omvorming van het paleis tot museum, werden deze ruimtes meegerecht in het museumconcept. Naar aanleiding van de uitbreidingen en de bouw van de glazen piramide in de jaren tachtig van de 20e eeuw, is de ondergrondse structuur verder ontwikkeld. Deze uitbreidingen hebben geleid tot het huidige complex van kelders en ondergrondse toegangswegen die onder de hoofdingang van het museum liggen.
De Piramide van het Louvre, ontworpen door I. M. Pei, is een van de meest iconische bouwwerken van de 20e eeuw. Deze glazen constructie is via een ondergrondse doorgang met het hoofdgebouw verbonden. Deze toegangspoort is ontworpen om zowel esthetisch als praktisch aantrekkelijk te zijn. Het gebruik van de kelders en ondergrondse doorgangen is niet alleen een noodzaak om het museum te verbinden met de ondergrondse metro, maar ook een slimme architectonische keuze om de historische facade van het gebouw intact te houden.
Functionele toepassingen van de kelders
De kelders van het Louvre worden op verschillende manieren ingezet. Eén van de belangrijkste functies is het opslaan van kunstwerken die niet permanent tentoon staan. Het Louvre bevat immers een collectie van zo’n 35.000 objecten, waarvan slechts een fractie op elk moment zichtbaar is voor het publiek. De rest ligt in opslag, waaronder kelders en ondergrondse archieven. Deze ruimtes zijn zorgvuldig geconditioneerd om de kunstwerken in optimale omstandigheden te bewaren, met bepaalde temperaturen, vochtgraden en lichtniveaus.
Daarnaast bevatten de kelders ook logistieke en technische faciliteiten. Zo zijn er ruimtes voor transport en installatie van kunstwerken, voor de opslag van restauratiegereedschap en voor de uitvoering van onderhoud aan de tentoonstellingsruimtes. Het museum maakt ook gebruik van ondergrondse tunnels en liftsystemen om kunstwerken efficiënt te transporteren tussen de verschillende vleugels en tentoonstellingszalen.
Toegang en bezoeken
De meeste kelders van het Louvre zijn niet toegankelijk voor het publiek, aangezien het voornamelijk functionele ruimtes zijn. Toch zijn er bepaalde ondergrondse locaties die wel bezoekers ontvangen. Het Carrousel du Louvre, zoals vermeld, is een winkelgebied dat onder de hoofdingang ligt en voor bezoekers beschikbaar is. Daarnaast zijn er gidsrondleidingen en educatieve programma’s die bezoekers een glimp geven van de ondergrondse werking van het museum. Deze rondleidingen kunnen bijvoorbeeld ingang geven tot zalen die normaal gesproken gesloten zijn, of het museum vanuit een technische of historische perspectief laten zien.
Innovaties en restauraties in de kelders
Ondergrondse ruimtes spelen ook een rol bij restauratieprojecten en innovaties. Het Louvre investeert regelmatig in het herstel en de uitbreiding van zijn infrastructuur, waaronder ook de kelders. Zo zijn er projecten geweest gericht op het verbeteren van de ventilatie, de elektriciteit en het beveiligingssysteem in de ondergrondse zalen. Deze projecten zijn essentieel voor de bewaring van de kunstwerken en de veiligheid van het publiek.
Een voorbeeld is de restauratie van de Grande Galerie, die in het kader van de tentoonstelling van Robert Polidori werd opgevolgd. De fotograaf legde het museum in beweging vast, waaronder de ondergrondse werking en de verplaatsing van kunstwerken. Zijn werk gaf een unieke blik op de dynamiek van het Louvre en benadrukte hoe de kelders een essentieel deel uitmaken van de dagelijkse werking van het museum.
De rol van de kelders in educatie en onderzoek
Hoewel de kelders voornamelijk functiegericht zijn, zijn ze ook van belang in het onderwijs en onderzoek. Het Louvre werkt samen met universiteiten en onderzoeksinstituten om kunstwerken te restaureren en historische contexten te bestuderen. Deze samenwerking vindt vaak plaats in gespecialiseerde laboratoria of in ondergrondse zalen die toegankelijk zijn voor onderzoekers. Deze ruimtes zijn meestal gevestigd in de kelders van het museum of in aangrenzende locaties die via ondergrondse tunnels zijn verbonden met het hoofdgebouw.
Conclusie
De kelders van het Louvre vormen een essentieel onderdeel van het museum. Hoewel ze niet zichtbaar zijn voor het publiek, zijn ze verantwoordelijk voor de logistiek, het onderhoud en de bewaring van de kunstwerken. Buiten de functionele aspecten draagt de ondergrondse structuur ook bij aan de esthetiek en de toegankelijkheid van het museum. De kelders zijn een getuige van de geschiedenis van het Louvre en spelen een cruciale rol in de moderne toepassingen van het museum. Voor bezoekers zijn de ondergrondse ruimtes een fascinerende ontdekking die niet alleen het museum in een nieuw licht zet, maar ook een diepere inzicht geeft in de complexiteit van een van de grootste musea ter wereld.
Bronnen
Related Posts
-
Wijnen uit historische locaties: van Paleis Soestdijk tot Zuid-Afrikaanse wijngoederen
-
Splituitvoering van wijnkoelunits: een praktische oplossing voor complexe ruimtes
-
Wijnkelders in Spanje: Architectuur, Geschiedenis en Wijnproductie in Historische Bodegas
-
Wijnkelders in de omgeving van Sailly: een combinatie van erfgoed, plezier en toerisme
-
De rol van wijnkelders in duurzame ondernemingen: Eco Fields als voorbeeld
-
Een wijnkelder bouwen in huis: het complete gids voor het creëren van een luxe opslagruimte
-
Stenen wijnkelders en hun rol in wijnkwaliteit en klimaatstabiliteit
-
Wijngaarden en wijnkelders in de buurt van Cochem: een overzicht voor woningbouw, renovatie en recreatie