Internationale onderhandelingen over duurzame ontwikkelingsdoelen: een uitdaging voor samenwerking en balans

Het idee dat wereldwijde afspraken worden gemaakt in kelders, misschien wel met vuistgevechten en in een bloedig klimaat, is niet alleen een metafoor, maar een realiteit die zich heeft afgespeeld tijdens de onderhandelingen over de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDGs) van de Verenigde Naties. Deze processen zijn complex, emotievol en vaak vol spanningen. Zowel diplomatie als strategisch spel zijn nodig om de balans tussen de belangen van honderden landen te bewaren. In dit artikel worden de mechanismen, uitdagingen en kansen van deze processen besproken, met een focus op de praktijk van onderhandelingen, de rol van leidinggevenden en de inhoud van de doelen zelf.

Wat zijn de Duurzame Ontwikkelingsdoelen?

De Duurzame Ontwikkelingsdoelen zijn een reeks doelstellingen die op 17 hoofddoelen zijn samengevat. Deze doelen zijn bedoeld om tussen 2015 en 2030 bereikt te worden en vormen een kader voor internationale samenwerking in het kader van armoedebestrijding, duurzame groei, klimaatverandering en mensenrechten. De VN wil hiermee een betere toekomst creëren, waarin iedereen een rol speelt en bijdraagt. Zo wil men bijvoorbeeld armoede halveren, toegang tot onderwijs verbeteren en duurzame energie promoten.

Deze doelen zijn niet alleen richtsnoeren, maar ook richtlijnen voor het verdelen van hulpverleningsmiddelen. Daarom zijn ze van groot belang voor landen die afhankelijk zijn van internationale steun. Maar het is precies deze belangrijkheid die ervoor zorgt dat de onderhandelingen complex worden. Elke land wil zijn belangen behouden, wat leidt tot uitdagingen in het vinden van een gezamenlijke basis.

Onderhandelingen als Jenga-spel

Een manier om te begrijpen hoe deze onderhandelingen verlopen, is door ze te vergelijken met een spel Jenga. Bij Jenga probeert men de toren zo hoog mogelijk te bouwen zonder dat hij instort. Elke zet maakt de toren weer instabieler. In het kader van internationale onderhandelingen betekent dit dat elk land probeert zijn eigen doelen voorop te stellen, zonder dat de balans van het gehele kader verloren gaat.

De voorzitters van de onderhandelingsgroepen, zoals Csaba Kőrösi uit Hongarije en een Keniaan, spelen een cruciale rol. Zij probeerden vanaf het begin van de processen – die in juli 2013 begonnen – het spel zo neutraal mogelijk te houden. Ze wilden vermijden dat het een zero-sum game zou worden, waarin wat één land wint, een ander verliest. In plaats van direct onderhandelen, stelden ze een aanpak voor waarbij het idee was dat iedereen zijn voorstellen kon indienen, mits in balans met de rest. Zo probeerden ze een positieve basis te creëren.

De praktijk van onderhandelingen

Hoewel de aanpak neutraal en positief was, leidde dit niet altijd tot vreedzame processen. Tijdens interviews die werden uitgevoerd voor een reconstructie van de onderhandelingen, werden er ook momenten beschreven waarin spanningen hoog oplopen. In een voorbeeld werden twee onderhandelaars – één uit IJsland en één uit Saoedi-Arabië – beschreven die dagenlang in een kelder opgesloten zaten. De kwestie was of vrouwen wereldwijd in 2030 het recht zouden moeten hebben om hun eigen keuzes te maken over seks en voortplanting.

De onderhandelingen raakten op een bepaald moment uit de hand, met fysieke uitingen van frustratie. Dit toont aan dat, ondanks het neutrale kader dat werd geprobeerd te creëren, er ook momenten zijn waarin de emoties overheersen en de dialoog in een minder constructieve richting gaat.

De rol van voorzitters en leiders

De voorzitters van de werkgroepen speelden een belangrijke rol in het bepalen van de richting van de onderhandelingen. Zij zorgden ervoor dat er eerst een soort spoedcursus werd gegeven over duurzame ontwikkeling, met honderden experts uit de wereld. Pas daarna konden de werkelijke doelen worden besproken. Dit had als doel om iedereen te vertrouwd maken met de basis van duurzame ontwikkeling, zodat er een gemeenschappelijke taal ontstond.

Volgens Csaba Kőrösi was het doel om een positief beeld te geven van de toekomst, gebaseerd op feiten. Dit was nodig om te voorkomen dat de onderhandelingen in een negatieve sfeer verliepen. De voorzitters probeerden ook de term "onderhandeling" te vermijden, omdat dit vaak geassocieerd werd met een strijd om belangen. In plaats daarvan koos men voor een aanpak waarin de balans van doelen centraal stond.

Uitdagingen in internationale samenwerking

De onderhandelingen toonden aan dat internationale samenwerking niet gemakkelijk is. De belangen van landen kunnen sterk verschillen, afhankelijk van hun economische situatie, culturele normen en politieke doelen. De uitdaging is om een balans te vinden die zowel realistisch is als uitvoerbaar. Dit betekent dat compromissen moeten worden gemaakt, en dat soms niet alle landen tevreden kunnen zijn.

Een Britse diplomaat vatte dit samen met de woorden: "Niets staat vast tot alles vaststaat." Dit zegt veel over de tijdelijke aard van onderhandelingen. Wat vandaag een goed compromis lijkt, kan morgen al weer veranderen, afhankelijk van nieuwe ontwikkelingen of politieke veranderingen.

De invloed op real estate en bouw

Hoewel de onderhandelingen vooral gericht zijn op wereldwijde doelen, heeft dit ook gevolgen voor de real estate- en bouwsector. De doelen rondom duurzame groei, energie-efficiëntie en milieubescherming hebben geleid tot nieuwe regelgeving en bouwtechnieken. In veel landen worden er nu eisen gesteld aan energiegebruik in gebouwen, de gebruik van duurzame materialen en de toegankelijkheid van woningen.

In Europa bijvoorbeeld is er een sterke focus op energiehergebruik en isolatie. Dit betekent dat zowel nieuwe bouwprojecten als renovaties aan extra eisen moeten voldoen. Deze eisen zijn vaak gebaseerd op de richtsnoeren die voortkomen uit internationale overeenkomsten en VN-doelen.

De toekomst van duurzame ontwikkeling

De Duurzame Ontwikkelingsdoelen zijn een uitdaging, maar ook een kans. Ze geven een kader waarin landen, organisaties en particulieren kunnen samenwerken om een betere toekomst te creëren. In de praktijk betekent dit dat het belangrijk is om niet alleen te denken aan de eigen belangen, maar ook aan de gezamenlijke doelen. Dit vereist een open blik, flexibiliteit en bereidheid tot compromissen.

De ervaringen uit de onderhandelingen tonen aan dat het niet genoeg is om alleen doelen te formuleren. Het is ook nodig om te denken aan hoe deze doelen bereikt kunnen worden. Dit betekent dat het niet alleen om het stellen van doelen gaat, maar ook om de middelen en de samenwerking die nodig zijn om ze te bereiken.

Conclusie

De onderhandelingen over de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties tonen aan hoe complex het is om afspraken te maken tussen honderden landen met verschillende belangen. Het proces is niet alleen diplomatiek, maar ook emotioneel. Het is een klimaat van spanningen, maar ook van hoop en samenwerking. Voor de real estate- en bouwsector is het belangrijk om te weten dat deze doelen een grote invloed hebben op de huidige en toekomstige bouwpraktijk. Het betreft niet alleen het bouwen van huizen, maar ook het bouwen van een betere wereld.

## Bronnen

  1. Met de hele wereld afspraken maken is een bloedig spel

Related Posts