Grondwerken en Onderhoud van Molens en Hervatting in 18e-eeuwse Boerenbedrijven

In de 18e eeuw speelden grondwerken en het onderhoud van infrastructuur zoals molens en hervattingen een cruciale rol in de duurzaamheid en efficiëntie van landbouwbedrijven. Uit de historische documentatie van Asten blijkt dat zowel de bouw als de onderhoudsstrategieën van molens en hervattingen nauwkeurig werden gepland en uitgevoerd, meestal met behulp van lokale hulpkrachten en materialen. Deze artikelen geven inzicht in de organisatie van de werken, de verantwoordelijkheden van pachters en grondeigenaars, en de mate van detail waarin de staat van oude constructies werd geïnventariseerd. Voor moderne eigenaren, restaurateurs en bouwers die geïnteresseerd zijn in historische bouwtechnieken en het behoud van kultuurhistorische gebouwen, bieden deze documenten een waardevolle bron van inspiratie en praktische kennis.

Grondwerken en Hervatting: Organisatie en Verantwoordelijkheden

De verantwoordelijkheden voor grondwerken en hervatting werden vaak verdeeld tussen de pachter en de grondeigenaar. In de documentatie van Asten is duidelijk te zien dat de pachter verantwoordelijk was voor het uitvoeren van reparaties en het onderhoud van belangrijke infrastructuur zoals watermolen en sluizen. Dit omvatte het herstellen van de grondwerken, het onderhoud van pijlen en planken, het peilen van het molenhuis, en het verbeteren van het kamrat (het deel van de molen waar de molensteenen in zitten). De Vrouwe van Asten stond garant voor de levering van het benodigde hout en betaalde de loondagen van de arbeiders.

De pachter moest bovendien zorgen voor het vegen en onderhouden van het kanaal en wegen in de buurt van de molen. In geval van schade aan de sluizen of molen ten gevolge van het open- en sluiten van het water, was de pachter verantwoordelijk voor de kosten. Deze verdeling van taken en verantwoordelijkheden was niet alleen een kwestie van efficiëntie, maar ook van juridische en financiële aansprakelijkheid, zoals blijkt uit de documentatie van de Vrouwe van Asten en haar pachter.

Staat van Molen en Hervatting in de 18e Eeuw

De staat van de molen en hervatting in de 18e eeuw werd nauwkeurig geïnventariseerd, met aandacht voor de versleten delen en de noodzaak tot onderhoud of vervanging. In de documenten uit Asten is bijvoorbeeld vermeld dat de zolder van de watermolen in 1756 goed was, maar in de loop van de jaren versleten was. Dit betrof de ribben en de planken, waarvan in 1756 15 tot 16 planken van 20 voet nodig waren. De zolderkap met pannen was in goede staat, maar de ark (het waterreservoir) was versleten en moest vernieuwd worden.

De schutgebont (de structuur die het water in de molen leidt) was in goede staat, evenals het schutgebont met de deuren, die in 1756 verbeterd waren. De rogmolen (de molen die rogge verwerkte) had nieuwe kar, kuyp, rinkhout, decksels en schoenen met ligtboom en haal. De hals- en staakijzer met speelman waren half versleten, evenals de vonder en spoor. De planken langs de wiel en langs de watermolen moesten vernieuwd en geverfd worden. De palen onder het steenbed waren in orde, maar de palen onder de molen zelf waren versleten.

De trommel, waar de molenstenen mee opgehaald werden, was in 1756 goed, maar in 1756 was er reeds sprake van versleten. Het steenbed was goed, maar de wateras en scheenen waren half versleten. Het kamrat en ronsels waren goed, maar de luywerk was geheel versleten en moest verbeterd worden. De muren, deuren en vensters waren in goede staat, maar de waterkommen waren half versleten.

Molenonderhoud en Reparatie: Praktische Voorbeelden

De praktische voorbeelden uit de Asten-documentatie tonen aan dat het onderhoud van molens en hervattingen een complexe en meervoudige taak was. In de watermolen was het noodzakelijk om de zolder met ribben te vernieuwen, planken te leggen en het waterreservoir te dichtmaken. De ark was versleten en moest vernieuwd worden, met een barst in de muur die met sement moest worden dichtgemaakt. De schutgebont was goed, maar de deuren moesten verbeterd worden.

In de rogmolen waren de nieuwe kar, kuyp, rinkhout, decksels en schoenen met ligtboom en haal in goede staat. De hals- en staakijzer met speelman waren half versleten, evenals de vonder en spoor. De planken langs de wiel en langs de watermolen moesten vernieuwd en geverfd worden. De palen onder het steenbed waren in orde, maar de palen onder de molen zelf waren versleten.

De trommel, waar de molenstenen mee opgehaald werden, was in 1756 goed, maar in 1756 was er reeds sprake van versleten. Het steenbed was goed, maar de wateras en scheenen waren half versleten. Het kamrat en ronsels waren goed, maar de luywerk was geheel versleten en moest verbeterd worden. De muren, deuren en vensters waren in goede staat, maar de waterkommen waren half versleten.

De kettingen waren nieuw, en de weyndassen werden vernieuwd door Hendrik Deenen. Het waterrat met het stormeynde werd ook vernieuwd. Deze reparaties en onderhoudsmaatregelen tonen aan dat het onderhoud van molens een continue en systematische taak was, waarbij aandacht was voor elk onderdeel van de constructie.

Molenonderhoud en Grondwerken: Technieken en Materiaal

De technieken en materialen die werden gebruikt voor molenonderhoud en grondwerken in de 18e eeuw waren afgestemd op de beschikbare middelen en de doelen van de constructie. Hout was een veelgebruikt materiaal, vooral eikenhout, dat voor de bouw van zolderen, planken en andere constructies werd gebruikt. Sement werd gebruikt voor het dichtmaken van barsten in muren, zoals in de Asten-documenten vermeld wordt. Kettingen en stalen onderdelen werden gebruikt voor de werking van de molen, zoals de trommel en het kamrat. De halssteen, die op de as in de windmolen werd geplaatst, was gegoten en werd gebruikt om de molen in balans te houden.

De verantwoordelijkheid voor het leveren van deze materialen lag bij de Vrouwe van Asten, die zorgde voor het ruwe eikenhout dat nodig was voor de reparaties. De pachter was verantwoordelijk voor het uitvoeren van de werken, met hulp van 3 of 4 werklieden in 3 à 4 dagen. De Vrouwe betaalde de loondagen van de arbeiders, terwijl de pachter verantwoordelijk was voor de kosten van eten en drinken voor de arbeiders.

Conclusie

De documentatie van Asten biedt een waardevolle inzicht in de organisatie van grondwerken en hervatting in 18e-eeuwse boerenbedrijven. De verantwoordelijkheden voor het onderhoud van molens en hervattingen werden vaak verdeeld tussen de pachter en de grondeigenaar, met aandacht voor de juridische en financiële aspecten. De staat van de molen en hervatting werd nauwkeurig geïnventariseerd, met aandacht voor de versleten delen en de noodzaak tot onderhoud of vervanging. De praktische voorbeelden tonen aan dat het onderhoud van molens en hervattingen een complexe en meervoudige taak was, waarbij aandacht was voor elk onderdeel van de constructie.

De technieken en materialen die werden gebruikt voor molenonderhoud en grondwerken waren afgestemd op de beschikbare middelen en de doelen van de constructie. Hout, sement, kettingen en stalen onderdelen werden gebruikt, met aandacht voor de kwaliteit en duurzaamheid van de materialen. Deze kennis en ervaring zijn nog steeds relevant voor moderne eigenaren, restaurateurs en bouwers die geïnteresseerd zijn in historische bouwtechnieken en het behoud van kultuurhistorische gebouwen.

Bronnen

  1. Bewoningsgeschiedenis van Asten
  2. Oude beroepen en ambachten

Related Posts