Brandveiligheid in verbouwingen en industriële panden: historische lessen en bouwkundige overwegingen
Inleiding
Brandveiligheid is een kritiek onderdeel van elke bouw- of verbouwprojecten, zowel in woon- als in industriële gebouwen. De historie van Heerenveen biedt waardevolle inzichten in hoe branden hebben kunnen beïnvloeden de bouwkundige en functionele ontwikkeling van panden. In dit artikel worden relevante historische gebeurtenissen en bouwkundige situaties besproken die van betekenis zijn voor moderne renovaties en constructieve verbeteringen, met name in verband met de voorkoming van risico’s die voortkomen uit illegale hennepkwekerijen of verouderde elektriciteitsinstallaties. Aan de hand van voorbeelden uit het archief van Heerenveen wordt bekeken hoe historische panden zijn veranderd als gevolg van branden, en welke bouwkundige maatregelen daartoe zijn genomen.
Historische gebeurtenis: brand in een woonpand door illegale hennepkwekerij
In februari 2007 vond in het centrum van Heerenveen een ernstige brand plaats die het gevolg was van een illegale hennepkwekerij. Volgens de bronnen is het pand in gebruik bij de Woningcorporatie Arqin, en is de brand vermoedelijk ontstaan door kortsluiting in de elektriciteitsinstallatie. De kwekerij had een oppervlakte van 200 m² en was gevestigd op de bovenste verdieping. Deze gebeurtenis had ernstige gevolgen voor zowel het pand als voor de bedrijfsvoering van Poolbrothers, dat in hetzelfde pand gevestigd was.
De bouwkundige situatie was zo, dat het pand van Poolbrothers om het brandende pand was gelegen. In mei 2008 stond het pand nog steeds haveloos. De huurder had al besloten om het pand te verlaten, en ook een aangrenzende koffieshop, ‘Dizzy Duck’, ondervond de gevolgen van de brand. Het bedrijf Poolbrothers kwam in een faillissementstraject, dat pas in 2014 tot een einde kwam met een schuldsanering.
Deze gebeurtenis benadrukt de urgentie van een professionele inspectie van elektriciteitsinstallaties in panden, vooral bij verbouwingen of huurwoningen waar sprake is van veranderde gebruikswijzen. Illegale activiteiten kunnen leiden tot verhoogde brandrisico’s en nare gevolgen voor zowel pand en bewoners.
Bouwkundige situatie: schuilkelders en hun afbraak
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in Heerenveen schuilkelders aangelegd, zoals blijkt uit een gemeentelijk dossier uit 1943. In dit document wordt beschreven dat een schuilkelder aan de Krugerkade niet meer in goede staat verkeerde. De grond was er af, en de betonplaten werden zichtbaar. Tegen bomscherven was geen dekking meer, en er was behoefte aan permanente wacht. De maatregelen om kinderen te weren, zoals zoden, struiken en prikkeldraad, werden genoemd.
Drie andere dossiers (1946-1956) geven aan dat schuilkelders bij het Huis van Bewaring (de Crackstate-gevangenis), bij de openbare lagere school aan de Thialfweg en bij Huize Honk werden aangelegd. Deze schuilkelders bestonden uit betonnen cascos, die met staafjes dynamiet werden afgebroken. Deze historische bouwkundige maatregelen kunnen vandaag de dag nog relevant zijn bij verbouwingen, aangezien de aanwezigheid van oude betonconstructies of explosieve materialen risico’s kan inhouden.
Bouwvergunningen en verbouwingen
In de historie van Heerenveen is ook sprake van verbouwingen van industriële panden. Een voorbeeld is de verbouwing van A-3051, die onder het kadaster geregistreerd was bij Johannes Wierda. Deze verbouwing betrof een pand met een oppervlakte van 4.52 are en bestond uit een garage, pakhuis en werkplaats. De verbouwing werd geregistreerd in 1927, en de omschrijving veranderde in ‘garage en erf’. Er is echter geen bouwvergunningsdossier aangetroffen dat deze ingreep ondersteunt.
Een andere transactie betreft het overnemen van ‘schuren en erf’ van N.V. Pothaar’s IJzerhandel, die in 1933 overgingen naar de legger van autohandelaar Johannes Wierda. De ‘gebouwde waarde’ van de werkplaats werd op fl.27,- en die van een schuur op fl.19,- geraamd. Deze verbouwingen laten zien hoe bedrijven in de jaren twintig en dertig hun panden moderniseerden om aan de veranderende behoeften van de markt te kunnen voldoen.
Bouwkundige en functionele veranderingen in de Propstrabuurt
De Propstrabuurt in Heerenveen kent ook een interessante bouwkundige geschiedenis. Een tweede stuk grond werd in de categorie ‘reden van verandering’ geregistreerd als “splitsing vóór 1870”. Deze strook werd aangeduid als ‘reed als weiland’ en had een totale grootte van 6.70 are. Door de splitsing en het ontstaan van nieuwe percelen werd een ‘werkplaats met erf’ van 0.90 are geregistreerd onder kadastrale nummer A-1232. Een ander gedeelte van 3.40 are bleef een tuin, onder kadastrale nummer A-1233.
Een tweede erfpachter, Murk Goyes Visser, had het recht van erfpacht overeengekomen. Deze verbouwingen en splitsingen duiden op een evolutie van de wijk van agrarisch gebruik naar ambachtelijke en industriële bedrijvigheid.
Historisch kadastrale ontwikkelingen en wegontwerp
In de jaren dertig werd ook een verbindingsweg aangelegd in Heerenveen. Aannemer H. Buwalda onderhandelde met de gemeente over de sloop van een olieslagerscomplex van Woltman en de aanleg van een weg van de Fok naar de Van Maasdijkstraat. In 1938 kreeg deze weg de naam ‘Woltmanstraat’. De sloop van de garage achter de fabriek werd als goed nieuws beleefd door de omwonenden, aangezien het plan oorspronkelijk was om deze te laten bestaan. De bouw en sloopactiviteiten illustreren hoe gemeenten en particulieren samenwerken om de stadsstructuur aan te passen aan veranderende functionele eisen.
Gebruik van voetpaden en verkeersverbindingen
De naam ‘Propstrasingel’ is afgeleid van de historische verkeersverbindingen. Rond 1830 was de strook oostelijk van de Molenwijk aangeduid als ‘reed als weiland’. Rond 1870 veranderde de omschrijving in ‘voetpad als weiland’. De aanleg van een ‘barte’ of plank over de dwarsgracht maakte de Propstrasingel toegankelijk voor arbeiders uit het nabijgelegen Krugersdorp. Deze voetpaden waren van essentieel belang voor de mobiliteit van de arbeiders die werkdagenlang reisden naar de werkplekken in de leerlooierijen van Van der Sluis en Feits.
Historische bouwprojecten: de zaalkerk
De zaalkerk in Heerenveen is een voorbeeld van een bouwproject dat in de jaren zestig tot stand kwam. Het gebouw is uitgevoerd in een rechthoekig grondplan met een centrale klokkentoren en portaal. De toren is aangelegd in 1909. De kerk werd aangestipt als gemeentelijk monument. Hoewel de maker en schenker van de gebrandschilderde ramen onbekend zijn, is het duidelijk dat zowel architectuur als interieur van historische waarde zijn.
Conclusie
De bouwkundige en historische geschiedenis van Heerenveen biedt waardevolle inzichten voor huidige en toekomstige renovatieprojecten. Brandveiligheid, bouwvergunningen, elektriciteitsinstallaties en verkeersverbindingen zijn essentiële thema’s bij elke bouw- of verbouwing. De gebeurtenis van de brand in 2007 benadrukt de noodzaak van een professionele inspectie van elektrische systemen, vooral bij panden die worden verbouwd of herbestemd. Bovendien toont de geschiedenis van schuilkelders en industriële panden aan hoe bouwkundige maatregelen kunnen leiden tot betere veiligheid en functionele verbeteringen. Door historische gegevens te gebruiken, kunnen we betere beslissingen nemen bij huidige en toekomstige projecten in de bouwsector.
Bronnen
Related Posts
-
Stedelijke ontwikkeling en landschappelijke integratie in Someren-Heide
-
Grondwerken en bomdetectie in de bouwsector: Veiligheid, technologie en praktijkuitdagingen
-
Grondwerken en Wegenbouw in Papendrecht: Een Uitgebreid Overzicht
-
Bokkepoot grondwerk: Belangrijke aspecten en uitvoering in de praktijk
-
Grondwerken in de Zeeuwse regio: Expertise en toepassingen voor woningbouw en infrastructuur
-
Bogaarden: Belangrijke Overwegingen voor Grondwerken bij Bouw en Renovatie
-
Grondwerk in Agrarische en Bouwprojecten: Belangrijke Facetten van Grondverzet en Loonwerk
-
Boelens Grondwerk: Betrouwbare Dienstverlening in Grondwerk en Klussen in de Regio Groningen