Elzen en grondwerken in Gemert: Begrippen, aanleg en beheer van landschapselementen
De regelgeving rondom het aanleggen en beheren van landschapselementen zoals elzensingels, hakhoutsingels en knipheggen speelt een belangrijke rol in het behoud van de ecologische en esthetische waarde van het landschap. In het kader van grondwerken in Gemert en omgeving zijn dergelijke elementen niet alleen van betekenis voor het landschap, maar ook voor de ecologie, de biodiversiteit en de duurzame ontwikkeling van het gebied. In dit artikel wordt ingegaan op de relevante regels, aanduidingen en technische eisen die van toepassing zijn bij het aanleggen en beheren van deze elementen, met een specifieke focus op de praktische toepassing in real estate, renovatie en bouwprojecten.
Inrichtingseisen en regels voor landschapselementen
Definities en aanduidingen in de regelgeving
In de lokale regelgeving, zoals verwerkt in bron [1], zijn verschillende definities opgenomen die belangrijk zijn bij het begrijpen van de eisen voor het aanleggen en beheren van landschapselementen. Zo is bijvoorbeeld een "Maaiveld" gedefinieerd als de bovenkant van niet-afgegraven bodem. Daarnaast worden termen zoals "natte oppervlakte", "grasland", "bouwland", "kleigrond", "zandgrond" en "landbouwkundig gebruik" gebruikt om het type grond te bepalen op basis van de Basisregistratie Gewaspercelen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Deze informatie is essentieel bij het bepalen of een perceel geschikt is voor het aanleggen van een landschapselement.
Hakhoutsingels
Een hakhoutsingel is een lijnvormig landschapselement, met opgaande begroeiing van inheemse bomen en struiken. Het doel van het beheer van dergelijke elementen is het behoud van de karakteristieke uitstraling en natuurlijke waarde, waarbij het element als hakhout wordt beheren en periodiek afgezet wordt. De cyclus varieert tussen 10 en 25 jaar.
Een hakhoutsingel moet minimaal 25 meter lang zijn en 2,5 meter tot maximaal 20 meter breed. De aanplant mag alleen plaatsvinden indien op de locatie in de afgelopen 5 jaar geen houtopstanden aanwezig zijn geweest. De aanplant moet bestaan uit 2- of 3-jarig inheems bosplantsoen en worden uitgevoerd tussen oktober en april. De plantafstand moet minstens 1,25 m x 1,25 m zijn, en het element moet bestaan uit inheemse bomen en struiken.
Elzensingels
Elzensingels zijn op hun beurt een aparte categorie. Elzensingels bestaande uit een enkele rij horen niet tot het beheertype hakhoutsingel, maar vallen onder het beheertype Elzensingel. Windsingels om boomgaarden of kwekerijen vallen eveneens niet onder dit beheertype. Er is ook een duidelijke afscheiding tussen de beheertype L1 (hakhoutsingel) en L7a/L7b (knip- en scheerheg). Voor de aanvraag van een beheerpakket is het noodzakelijk dat het element binnen een van de toegestane landschapstypen past, zoals Oude zandontginning, Beekdal en broekontginning, Dijken, Oeverwal, Langstraatontginning of Jonge zand- en veenontginning.
Knip- en scheerheg
Een knip- of scheerheg moet minimaal 25 meter lang zijn, 0,8 meter breed en maximaal 3 meter hoog. Indien een beheereenheid wordt doorsneden door een doorgang van maximaal 5 meter breed, kunnen de beheereenheden als één worden aangevraagd. De aanleg van een nieuw element mag enkel plaatsvinden indien in de afgelopen 5 jaar geen bos of struweel aanwezig was op de locatie. De aanplant moet bestaan uit 2- of 3-jarig inheems bosplantsoen, uitgevoerd tussen oktober en april. De plantafstand moet minstens 4 stuks per meter zijn.
Beheerpakketten zoals L7a (jaarlijks scheren) en L7b (tweemaal scheren in contractperiode) zijn toegestaan. Het knip- en scheerwerkzaamheden moet plaatsvinden tussen 15 juli en 15 maart. Chemische onkruidbestrijding is niet toegestaan, met uitzondering van pleksgewijze bestrijding van Japanse duizendknoop (maximaal 10% van de oppervlakte). Ook is het niet toegestaan om in of in de directe omgeving van het element te branden.
Struweelrand
Een struweelrand is een aaneengesloten rand met een mozaïek van struweel (bramen en andere inheemse bomen of struiken) en kruidachtige begroeiing. Het doel van het beheer van dergelijke elementen is het behoud van de karakteristieke uitstraling en ecologische waarde. Dit wordt bereikt door maaien, snoeien, uitdunnen en kappen van bomen. Een struweelrand moet minstens 25 meter lang zijn en maximaal 12 meter breed. De rand mag maximaal 50% van de oppervlakte van inheemse bomen en struiken bevatten. De struweelrand moet vrij liggend zijn in het landschap en mag niet worden gebruikt voor herstel via nieuwe aanleg.
Afbakeningselementen
Bij de aanleg van landschapselementen kan het ook nodig zijn om afbakeningselementen zoals klaphekjes, tourniquets of overstapjes toe te passen. Deze elementen moeten aan bepaalde eisen voldoen:
Klaphekje: Minimaal 90 cm breed en 80 cm hoog, gemaakt van onbehandeld hout met duurzaamheidsklasse 1-3. Het bestaat uit 2 palen van minimaal 15 cm x 15 cm en een poort met scharnieren. De planken van de poort moeten minstens 2 cm dik zijn.
Tourniquet: Bestaande uit een ijzeren paal met een draaiende constructie, die zorgt dat wandelaars het perceel kunnen betreden, maar vee niet kunnen verlaten. De tourniquet wordt tussen 2 palen geplaatst en verankerd in de grond met verharding rondom de as.
Overstapje: Bestaande uit 2 palen met een overstapplank en een steunpaal. Het overstapje moet gemaakt worden van onbehandeld hout en is bedoeld voor voetgangers die een raster oversteken.
Beheer en beheerbeperkingen
Naast de eisen voor aanleg zijn er ook beheerbeperkingen van toepassing. Zo is chemische onkruidbestrijding niet toegestaan, met uitzondering van Japanse duizendknoop. Ook mag grondbewerking van aangrenzende landbouwgrond geen schade veroorzaken aan het element. De stammen van het element mogen niet beschadigd worden door vee, en het is verboden om in of in de directe omgeving van het element te branden.
Subsidiebeleid en weigeringsgronden
In de regelgeving is ook aandacht voor subsidiebeleid. Subsidie wordt bijvoorbeeld geweigerd indien het project wordt uitgevoerd op grond binnen het Natuurnetwerk Brabant of op grond die binnen een EVZ ligt. Ook wordt subsidie geweigerd wanneer het project wordt uitgevoerd op grond met de bestemming bouwvlak of wonen, wanneer de aanvraag reeds subsidie ontvangt op grond van een andere regeling, of wanneer reeds begonnen is met de uitvoering van het project voor de aanvraag.
Daarnaast kan subsidie worden geweigerd indien de aanvrager een grote onderneming is of indien de aanvrager niet voldoet aan Unienormen of nationale wet- en regelgeving. Hierbij wordt gedacht aan normen rondom dieren, planten, volksgezondheid, sanitair, ethiek en milieu.
Praktische toepassing in real estate en renovatieprojecten
In de praktijk betekent dit dat bij elke real estate-ontwikkeling of renovatieproject, vooral in de regio’s die onder de regelgeving vallen, rekening moet worden gehouden met de aanduidingen en eisen rondom landschapselementen. Voor bouwers, projectontwikkelaars en eigenaars is het belangrijk om bij het kopen van een perceel of het ontwikkelen van een bouwproject te controleren of het perceel geschikt is voor het aanleggen van dergelijke elementen en of subsidies mogelijk zijn.
Een voorbeeld is de firma Van den Elzen en Verbruggen, die volgens bron [2] als particuliere huisbezitter of projectontwikkelaar in de regio Gemert actief is. Dergelijke bedrijven spelen een rol in de uitvoering van renovatieprojecten en bouwprojecten en moeten zich richten op de lokale regelgeving om subsidies te ontvangen of om voldoende te voldoen aan de ecologische eisen.
Voor de eindgebruiker, bijvoorbeeld een particulier die een perceel wil bebouwen of verfraaien, zijn deze regelgevingen belangrijk om ervoor te zorgen dat het project in lijn is met de ecologische en esthetische doelstellingen van de gemeente en het land. In dat geval is het verstandig om samen te werken met professionele partijen zoals Van den Elzen Energie of van den Elzen Boomverzorging, die ervaring hebben met de implementatie van dergelijke elementen en subsidies.
Conclusie
Het aanleggen en beheren van landschapselementen zoals elzensingels, hakhoutsingels en struweelranden is onderhevig aan een reeks regelgevingen en eisen die bedoeld zijn om de ecologische en esthetische waarde van het landschap te behouden. Deze elementen spelen een rol in de duurzame ontwikkeling van het gebied en moeten daarom met zorg worden aangelegd en onderhouden. Voor real estate-ontwikkelaars, aannemers en particuliere eigenaars is het belangrijk om deze eisen goed te doorgronden en in hun projecten te verwerken. Daarbij is het aanbevolen om samen te werken met professionele partijen die ervaring hebben met het aanleggen, beheren en subsidiëren van dergelijke elementen.
Bronnen
Related Posts
-
Grondwerk in Groesbeek: Overzicht van Bedrijven en Diensten voor Woningen en Infrastructuur
-
Grondwerk in Goirle: Uitleg, Aanbod en Aandachtspunten voor Eigenaren en Aannemers
-
Grondwerk in Goeree-Overflakkee: Technieken, Regels en Aannemers
-
Grondwerk in Giesbeek: Aanbod, Projecten en Regels voor Bouw en Woningbouw
-
ZZP-Grondwerkers Gevraagd: Werkgelegenheid, Eisen en Bedrijfseisen in de Grond- en Infrastructuursector
-
Grondwerk in Gemert: Expertise en bedrijven voor sloop, bouw en sanering
-
Grondwerk in Geleen: De basis van elke bouw- en renovatieproject
-
Grondwerken in Geldermalsen: Uitvoering, Aannemers en Projectvoorbeelden