Geluidbeheer bij grondwerken: Richtlijnen, metingen en handhaving

Bij bouwprojecten en grondwerken is het beheersen van geluidemissies essentieel. Zowel voor de omgeving als voor de betrokken partijen gelden regels en richtlijnen die ervoor zorgen dat de geluidniveaus binnen toegestane grenzen blijven. In dit artikel wordt ingegaan op de belangrijkste aspecten van geluidbeheer bij grondwerken, met aandacht voor de toepassing van normen, de invloed van werkuren en -technieken, de rol van geluidsmonitoring, en de handhaving van voorschriften.

Belang van geluidsbeheer bij grondwerken

Grondwerken, zoals graven, beitelen, hameren, aggregaat- en pompactiviteiten, kunnen aanzienlijke geluidniveaus genereren. Omdat deze activiteiten vaak op openbare locaties of in directe nabijheid van woningen plaatsvinden, is het noodzakelijk om geluidsbeheer een centrale rol te geven in de planning en uitvoering van dergelijke projecten.

De Handleiding Meten rekenen industrielawaai 1999 is een van de belangrijkste ondersteunende documenten bij het uitvoeren van geluidmetingen of berekeningen voor bouwprojecten. Deze handleiding stelt, onder meer, de effectieve bedrijfsduur van activiteiten vast. Zo wordt bijvoorbeeld aangegeven dat activiteiten als graven, beitelen en hameren maximaal 8 uur per dag mogen duren, terwijl aggregaten en pompen tot 12 uur per dag mogen werken.

De keuze van geluidniveaus is gebaseerd op wettelijke en praktische richtlijnen. Voor nieuwe inrichtingen geldt een maximale waarde van 50 dB(A), terwijl bestaande inrichtingen maximaal 55 dB(A) mogen bereiken. Voor bouwprojecten zijn 60 dB(A) als toetsingswaarde voor het gebruik van bouwlawaai aanvaardbaar, terwijl 65 dB(A) enkel voor een korte periode (onder een maand) mag worden toegestaan.

Richtlijnen en normen voor geluidsbeheer

De Nederlandse Praktijk Richtlijnen (NPR) vormen een essentieel ondersteunend kader voor het verantwoord toepassen van nationale (NEN) en Europese (NEN-EN) normen. Deze richtlijnen helpen bij het uitvoeren en interpreteren van normen, en zijn vaak ontwikkeld in samenwerking met partijen uit de bouwsector, zoals aannemers en overheidsinstellingen.

Daarnaast speelt CROW (Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek) een belangrijke rol in het opstellen van kennis- en toepassingsrichtlijnen voor infrastructuurprojecten. CROW beheert ook de RAW-systematiek, die vaak als standaard dient voor de uitvoeringsmethodiek in de grond-, water- en wegenbouw.

Een ander belangrijk kader is de VCA (Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Aannemers), die richtlijnen biedt voor veilig en duurzaam bouwen, inclusief aspecetten van geluidsbeheer.

Toetsingswaarden en toetsingspunten

Voor het beheersen van geluidsbelastingen bij bouwprojecten worden concrete toetsingswaarden en -punten bepaald. Toetsingspunten kunnen worden aangegeven op een kaart, waarbij aandacht wordt besteed aan de hoogte van de toetsingspunten. Zo kan het geluidniveau op een afstand van 15 meter van de bouwactiviteit worden genomen, wat een algemene referentieafstand is in de bouwsector.

Bij activiteiten die zich verplaatsen, zoals het inbrengen van damwanden, kan per woning het hoogste berekende geluidniveau (worst-case) worden opgenomen. Ook kan gekozen worden voor een opsplitsing van normen, bijvoorbeeld 10 dagen met een geluidniveau van 68 dB(A), en 2 dagen met een niveau van 72 dB(A).

Voor de nachtperiode, waarin de kans op slaapverstoring groter is, kan bovendien een toetsingswaarde voor het maximale geluidniveau (LAmax) worden overwogen. Dit helpt om storingen in rusttijden te beperken.

Stille technieken en akoestisch onderzoek

Een belangrijke aanbeveling is het inzetten van zo stille technieken mogelijk, vooral wanneer er sprake is van potentieel hinderlijk bouwlawaai. Akoestisch onderzoek is hierbij een essentieel onderdeel. Dit onderzoek moet meer dan alleen stellen dat "het kan niet anders" zijn, maar moet onderbouwen waarom stille technieken worden gekozen of waarom het niet mogelijk is om deze in te zetten.

Stille technieken zijn vaak beschikbaar, maar moeten tijdig worden gereserveerd. Dit betekent dat het onderwerp al vroeg in het proces moet worden besproken. Ook is het noodzakelijk dat de gemeente actief meewerkt aan het gebruik van deze technieken.

Geluidmonitoring en controle

Bij het uitvoeren van bouwactiviteiten is het mogelijk om continue geluidmonitoring in te voeren. Dit heeft het voordeel dat er altijd geluidgegevens beschikbaar zijn, en dat het monitoringproces onbemand kan worden uitgevoerd. Hierdoor is het niet langer nodig om zich bezig te houden met zich verplaatsende werkzaamheden, omdat de worst-case-situatie automatisch wordt meegenomen.

Een nadeel van onbemande geluidmonitoring is dat er minder zekerheid is over het onderscheid tussen bouwgeluiden en omgevingsgeluiden. Om dit te voorkomen, wordt aanbevolen om een logboek bij te houden en loggende metingen uit te voeren, waarbij geluidparameters iedere minuut worden vastgelegd. Moderne systemen zijn vaak uitgerust met de mogelijkheid om geluid op te nemen, wat het onderscheid tussen bouwgeluiden en omgevingsgeluiden vergemakkelijkt.

Controle en handhaving van voorschriften

Na het starten van bouwactiviteiten is het noodzakelijk om te controleren of de voorschriften worden nageleefd. Dit kan via visuele controles en geluidmetingen. De controle is ook van belang bij het onderzoeken van klachten of bij het beoordelen van de redelijkheid van klachten.

Bij een overtreding of het niet nakomen van voorschriften moet de betrokken partij hierop worden gewezen. Bij ontheffingen van de APV (Algemene Planologische Verordening) is dit vaak de uitvoerder, de persoon of organisatie die het geluid werkelijk produceert. Bij grotere projecten met meerdere aannemers kan het echter voorkomen dat de daadwerkelijke veroorzaker niet duidelijk is.

Bij handhaving kunnen twee trajecten worden ingezet: het bestuurlijke traject, met dwangsommen, en het strafrechtelijke traject. Dit laatste kan uitgevoerd worden door een bevoegd toezichthouder, meestal een ambtenaar van de gemeente, in combinatie met de politie. Het stilleggen van werkzaamheden mag enkel plaatsvinden na een brede afweging en na doorloop van de vereiste procedures.

Belangrijk is dat de controle direct plaatsvindt, met name bij de aanvang van de werkzaamheden. Dit levert duidelijkheid en juridische steun op in het geval van geschillen.

Conclusie

Geluidsbeheer bij grondwerken is een complex onderdeel van bouwprojecten dat aandacht verdient bij zowel de planning als de uitvoering. De toepassing van richtlijnen, normen en handleidingen helpt om het geluidniveau binnen toegestane grenzen te houden. Het gebruik van stille technieken en akoestisch onderzoek is essentieel bij het verminderen van hinder. Daarnaast speelt geluidmonitoring en controle een belangrijke rol in het waarborgen van naleving van voorschriften.

Voor zowel aannemers als gemeenten is het van belang om vroegtijdig aandacht te besteden aan geluidsbeheer, zodat bouwprojecten efficiënt en zonder problemen kunnen worden uitgevoerd.

Bronnen

  1. AV Consulting – Geluidsprognose en trillingsmeting
  2. Lokale regelgeving – CVDR366877
  3. Lokale regelgeving – CVDR41722/1

Related Posts