CAO Groen, Grond en Infrastructuur: Arbeidsvoorwaarden voor Grondwerkers in Nederland

De bouw- en infrastructuursector, evenals de land- en tuinbouw, is in Nederland sterk gereguleerd door collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO’s). Deze CAO’s zijn van essentieel belang voor de bepaling van arbeidsvoorwaarden, loonontwikkelingen en rechten en plichten van zowel werkgevers als werknemers. Voor grondwerkers speelt de CAO Groen, Grond en Infrastructuur (GGI) en de CAO Waterbouw een centrale rol. Deze overeenkomsten vormen het kader waarbinnen de arbeidsovereenkomsten worden aangegrepen, en bieden beveiliging en duidelijkheid aan de partijen. In dit artikel wordt ingegaan op de inhoud, toepassing en loonontwikkelingen van de CAO Groen, Grond en Infrastructuur, met een nadruk op haar betekenis voor grondwerkers in Nederland.

Werkingsgebied van de CAO Groen, Grond en Infrastructuur

De CAO Groen, Grond en Infrastructuur is van toepassing op bedrijven die werkzaamheden uitvoeren in de landbouw, grond- en infrastructuursector. Dit omvat activiteiten zoals landbouwambachten, cultuurtechnische werkzaamheden en meststoffenwerkzaamheden, vaak uitgevoerd met machines of werktuigen. Daarnaast zijn ook werkzaamheden in de infrastructuursector onder de CAO gebracht. De CAO is afgesloten tussen CUMELA Nederland en de vakbonden FNV, CNV Vakmensen en Vakvereniging Het Zwarte Corps. De looptijd van de huidige CAO is van 1 januari 2025 tot en met 30 september 2026.

Samengestelde ondernemingen, die zowel in de grondwerkbusiness als in de bouw actief zijn, moeten letten op het werkingsgebied. Wanneer de werkzaamheden in de grondwerkbusiness overheersen, is de CAO Groen, Grond en Infrastructuur van toepassing. In bepaalde gevallen kan een werkgever onder bepaalde voorwaarden een dispensatie aanvragen bij de Paritaire Commissie, maar dit is enkel toegestaan onder specifieke omstandigheden en moet schriftelijk worden ingediend.

CAO Waterbouw en haar toepassing

Naast de CAO Groen, Grond en Infrastructuur is ook de CAO Waterbouw van betekenis voor grondwerkers, met name voor diegenen die werken met baggermaterieel of bij het onderhoud van waterwegen. De CAO Waterbouw is van toepassing op bedrijven die bagger- en bijkomende werkzaamheden uitvoeren, zoals het aanleggen en onderhouden van waterkeringen, waterwegen, spoorwegen en industrieterreinen. Deze CAO telt circa 3.000 werknemers, die werken in functies zoals kapitein, stuurman, baggermeester en stortmeester.

De CAO Waterbouw geldt binnen Nederland en het gedeelte van het continentale plat waar Nederland soevereine rechten heeft. Net zoals bij de CAO Groen, Grond en Infrastructuur, kunnen ook hier samengestelde ondernemingen in acht genomen worden, mits de werkzaamheden in de waterbouw overheersen.

Loonontwikkelingen binnen de CAO Groen, Grond en Infrastructuur

De CAO Groen, Grond en Infrastructuur bevat duidelijke regels over loonontwikkelingen. Op 1 januari 2025 is een loonsverhoging van 4% ingevoerd. Echter, volgens vakbond FNV is deze verhoging niet voldoende om het koopkrachtniveau van werknemers te behouden of te verbeteren. In 2024 stegen de prijzen gemiddeld met minstens 2,6%, wat betekent dat de reële loonwinst beperkt is. FNV had een looneis van 3,5% voorgesteld, maar deze is niet doorgevoerd.

Daarnaast zijn er in 2026 nog twee loonsverhogingen gepland, met een looptijd van 21 maanden voor de CAO. Het loon van 1 januari 2025 is in feite niet aangepast, maar de verhoging van het wettelijk minimumloon heeft wel impact op bepaalde functiegroepen. Zo moet het loon voor functiegroepen B0, B1 en C0 minimaal gelijk zijn aan het wettelijk minimumloon, dat op 1 juli 2025 is gestegen naar €547,20 per week voor 38 uur werk.

Loontabellen zijn beschikbaar op diverse websites en in officiële CAO-documenten. Deze tabellen geven een overzicht van de lonen voor verschillende functiegroepen in de jaren 2024, 2025 en 2026. Ook zijn oude loontabellen beschikbaar, bijvoorbeeld voor de CAO LEO, die eerdere loonstructuren en vergoedingen voor jeugdwerknemers en bijzondere groepen aangeeft.

Arbeidsvoorwaarden en premies

Naast het loon bepalen de CAO’s ook andere arbeidsvoorwaarden, zoals premies, verlofregelingen en sociale voorzieningen. In de CAO Groen, Grond en Infrastructuur zijn premies voor 2025 beschikbaar, die in combinatie met het loon de totale arbeidsvoorwaarden bepalen. De CAO Waterbouw bevat ook regels over verlof, overuren en tijdelijke arbeid, die van belang zijn voor werknemers in de bagger- en grondwerkbusiness.

De premies zijn een belangrijk onderdeel van het totale salaris- en arbeidsrechtelijk kader. Zij vormen een extra financiële ondersteuning voor werknemers en kunnen variëren per functiegroep en werktijdsregeling. Het is daarom van belang dat zowel werkgevers als werknemers deze voorwaarden goed begrijpen en in acht nemen.

Onderhandelingen en stemrecht

De CAO Groen, Grond en Infrastructuur is momenteel in onderhandeling, en het is mogelijk om bij te dragen aan het CAO-traject. Werknemers en werkgevers kunnen hun mening geven over welke maatregelen prioriteit moeten krijgen. FNV heeft bijvoorbeeld kritisch gestemd over het eindbod van 4% loonsverhoging en ziet dit als onvoldoende in het huidige inflatietijdperk.

In de loop van het onderhandelingsproces kunnen ideeën worden geplaatst en gestemd op. Deze ideeën worden gebruikt om de inzet voor de CAO-onderhandeling te bepalen. Het stemrecht is dus een belangrijk instrument voor alle betrokkenen om hun visie in te brengen en het CAO-traject mee te bepalen.

De CAO’s zijn essentieel voor grondwerkers in Nederland. Zij regelen loon, arbeidsvoorwaarden en sociale voorzieningen en vormen een kader voor de samenwerking tussen werkgevers en werknemers. De loonontwikkelingen binnen deze CAO’s zijn van belang voor zowel werknemers als werkgevers, en de huidige onderhandelingen tonen aan dat het CAO-traject actueel en betrokken blijft.

Toepassing en betekenis voor de sector

Zowel de CAO Groen, Grond en Infrastructuur als de CAO Waterbouw zijn essentieel voor grondwerkers in Nederland. De CAO’s bepalen de juridische en sociaal-economische voorwaarden voor werknemers in deze sectoren. Voor werkgevers zijn de CAO’s een kader voor het beheren van personeel, en voor werknemers bieden ze beveiliging en duidelijkheid over hun rechten en plichten.

De CAO Groen, Grond en Infrastructuur is vooral relevant voor grondwerkers die werken in de landbouw, de bouwsector of met machines. De CAO Waterbouw is daarentegen gericht op werknemers die werken met baggermaterieel en bij het onderhoud van waterwegen. Beide CAO’s zijn belangrijk voor zowel werkgevers als werknemers in deze sectoren en vormen de basis voor goede samenwerking en een eerlijke arbeidsmarkt.

Conclusie

De CAO Groen, Grond en Infrastructuur en de CAO Waterbouw spelen een cruciale rol in de regeling van arbeidsvoorwaarden voor grondwerkers in Nederland. Deze CAO’s bepalen niet alleen het loon, maar ook de sociale voorzieningen, premies en verlofregelingen. De loonontwikkelingen binnen deze CAO’s zijn van belang voor zowel werknemers als werkgevers, en de huidige onderhandelingen tonen aan dat het CAO-traject actueel en betrokken blijft.

In een tijd van hoge inflatie en veranderende arbeidsmarkt is het belangrijk dat CAO’s worden aangepast aan de huidige omstandigheden. Voor grondwerkers, die vaak in een fysiek zware en technische omgeving werken, is het zeker van belang dat hun arbeidsvoorwaarden en loon in lijn zijn met de werkelijkheid. Zowel de CAO Groen, Grond en Infrastructuur als de CAO Waterbouw spelen daarbij een cruciale rol.

Bronnen

  1. demargaretha.nl
  2. cnv.nl
  3. sazas.nl

Related Posts