Grondwerk in de longeerbak: essentiële tips en technieken voor een goed begin

Published by Redactie on juli 17, 2025 | Category grondwerk

Het leren rijden van een paard begint niet op de rug, maar op de grond. Grondwerk speelt een cruciale rol in de opleiding van jonge paarden, vooral tijdens het zadelmak maken. Het is een proces dat niet alleen de paardenvoorbereiding op rijden omvat, maar ook de basis legt voor vertrouwen, gehoorzaamheid en een goede band tussen paard en berijder. In dit artikel worden essentiële tips en technieken behandeld die je als paardbezitter of stalwerker kunt gebruiken om het grondwerk in de longeerbak efficiënt en effectief uit te voeren. De informatie is gebaseerd op praktijkervaring van ervaren stalruiter Edward van den Bragt en andere deskundigen uit de sector.

Het belang van grondwerk in het zadelmak maken

Grondwerk is een fundamenteel onderdeel van het zadelmak maken. Het gaat om het oefenen van basisvaardigheden vanaf de grond, zoals het aantrekken van een singel, het aanraken van het zadel, het trekken aan beugels en het wennen aan bepaalde geluiden en contacten. Deze activiteiten helpen het paard zich op te warmen voor het rijden en te wennen aan de aanwezigheid van een zadel en beugels.

Volgens Edward van den Bragt uit het Sterrehof, zoals beschreven in zijn traject, is goed grondwerk verantwoordelijk voor de helft van het werk bij het zadelmak maken. Patricia Hop, die verantwoordelijk is voor het grondwerk op de stal, zorgt ervoor dat jonge paarden voldoende vertrouwd raken met basisbewegingen en contacten. Als dit goed is afgerond, kan Edward aan het zadel gaan hangen en uiteindelijk op het paard stappen.

Het proces duurt in totaal drie tot vier weken. Tijdens deze periode wordt het paard meerdere keren in de binnenbak gelongeerd en losgelaten. Dit gebeurt in een rustige en ontspannen sfeer, waarbij het paard geleidelijk aan gewend raakt aan het ritme van het rijden. Edward benadrukt dat hij zo min mogelijk beencontact wil gebruiken en dat het paard op zichzelf moet leren lopen.

Praktische tips voor grondwerk in de longeerbak

1. Start met simpele contacten

Begin met het maken van simpele contacten met het paard vanaf de grond. Dit kan bijvoorbeeld het aantrekken van een singel of het aanraken van het zadel zijn. Zorg ervoor dat het paard zich hierin comfortabel voelt. Als het paard reageert met angst of spanning, is het beter om terug te gaan naar eenvoudigere oefeningen en langzaam te wennen.

Edward van den Bragt gebruikt bijvoorbeeld een singel om het paard aan te trekken en vervolgens een zadeltje op het paard te leggen. Hij klopt even op en achter het zadel om het paard eraan te wennen.

2. Trek aan de beugels en gebruik geluid

Een belangrijke oefening is het trekken aan de beugels. Dit helpt het paard te wennen aan de druk die er op de beugels komt bij het rijden. Tijdens deze oefeningen maakt Edward ook wat geluid om het paard te alerten en te laten weten dat er iets gaat gebeuren. Dit helpt bij het opbouwen van vertrouwen in de communicatie tussen paard en berijder.

3. Werk met een zadel op het paard

Nadat het paard vertrouwd is met het singel en de beugels, wordt er een zadel op het paard geplaatst. Het paard moet nu wennen aan het gewicht en de aanwezigheid van het zadel. Dit gebeurt in de binnenbak, waar het paard zich veilig voelt.

Edward benadrukt dat het paard in deze fase niet mag worden gedwongen of gestrest. Het is belangrijk dat het paard zich ontspannen voelt en dat het zadelmak maken verloopt zonder problemen. In al zijn jaren heeft hij bijna nooit problemen ondervonden, behalve een enkel geval waarbij het paard wat wilde rennen.

4. Gebruik van hulpmiddelen

Bij het grondwerk is het gebruik van hulpmiddelen zoals een longeerzweep en een hulpteugel aan te raden. Een longeerzweep is een essentieel instrument bij het trainen van een paard. Het is meestal 1,80 meter lang met een slag van 4 tot 5 meter. Het helpt bij het voorwaarts bewegen van het paard en het uitvoeren van bepaalde bewegingen. Zorg ervoor dat je rijhandschoenen draagt bij het gebruik van een longeerzweep om schade aan de handen te voorkomen.

Een hulpteugel is ook belangrijk om het paard te kunnen beïnvloeden. De longeersingel moet voldoende ringen hebben om de hulpteugel op de juiste positie te plaatsen. Dit zorgt voor een gerichte inwerking en een betere controle van het paard.

5. Trek het paard los in de binnenbak

Een cruciale stap is het loslaten van het paard in de binnenbak. Dit gebeurt als het paard voldoende vertrouwd is met het zadel en de beugels. Het paard moet leren lopen zonder begeleiding, wat een grote stap is in zijn opleiding.

Edward benadrukt dat hij tijdens dit traject zo min mogelijk beencontact gebruikt. Het paard moet zelf leren lopen en reageren op kleine signalen. Als het paard al eerder in de binnenbak is gelongeerd en losgelaten, is het proces meestal vlotter. Dit betekent dat het paard de omgeving kent en zich nergens op afremt.

Het volgende traject: van grondwerk naar rijden

Nadat het grondwerk is afgerond, begint het echte rijden. Dit gebeurt in de binnenbak, waar het paard geleidelijk aan gewend raakt aan het ritme van het rijden. Edward benadrukt dat het proces afhankelijk is van het individuele paard. Als het paard het traject moeilijk vindt, kan het traject worden verlengd.

Het traject is gebaseerd op positieve versterking en vertrouwen. Edward benadrukt dat hij nooit is afgevallen tijdens het zadelmak maken, wat wijst op een goed uitgevoerde training. Het is dus essentieel dat het grondwerk goed is afgerond voordat het rijden begint.

Conclusie

Grondwerk in de longeerbak speelt een essentiële rol in de opleiding van jonge paarden. Het is een proces dat niet alleen het zadelmak maken voorbereidt, maar ook de basis legt voor vertrouwen, gehoorzaamheid en een goede band tussen paard en berijder. Door het gebruik van simpele contacten, het trekken aan beugels, het werken met een zadel en het loslaten van het paard in de binnenbak, wordt het paard geleidelijk aan gewend aan het rijden.

Het is belangrijk dat dit proces wordt uitgevoerd met geduld en aandacht voor het individuele paard. Het traject duurt ongeveer drie tot vier weken, afhankelijk van de reactiviteit van het paard. Door het correcte gebruik van hulpmiddelen zoals een longeerzweep en een hulpteugel, wordt het proces veiliger en effectiever.

Grondwerk is een essentieel onderdeel van elke paardenschool en moet dus serieus worden genomen. Door het correct uit te voeren, wordt het paard niet alleen beter voorbereid op het rijden, maar ook op verdere oefeningen zoals balkjes lopen en cavaletti-training. Het is een proces dat eindeloos leerzaam is en waarbij zowel paard als berijder groeien.