De toekomst van stadsverwarming: warmteoplossingen voor gemeente West Betuwe

De transitie naar duurzame en efficiënte verwarmingsoplossingen is een essentieel onderdeel van de klimaatstrategie voor veel Nederlandse gemeenten. In de gemeente West Betuwe wordt op dit moment een uitgebreid warmteprogramma ontwikkeld om het stadsverwarmingsbeleid te structureren, met het oog op zowel individuele als collectieve warmteoplossingen. Het doel is om de maatschappelijke kosten zo laag mogelijk te houden, terwijl tegelijkertijd aandacht wordt besteed aan klimaatadaptatie, veiligheid en duurzaamheid.

Inleiding

In de context van de stadsverwarming is het belangrijk om te onderscheiden tussen individuele en collectieve warmteoplossingen. Individuele oplossingen, zoals luchtwarmtepompen of bodemwarmtepompen, zijn geschikt voor gebieden met lage bebouwingsdichtheid. Collectieve oplossingen, zoals warmtenetten, zijn meestal geïndiceerd in gebieden met een hogere concentratie woningen of gebouwen. De keuze voor één of andere aanpak hangt af van verschillende factoren, waaronder de isolatiegraad van de woningen, de beschikbaarheid van een geschikte warmtebron en de financiële haalbaarheid.

De gemeente West Betuwe heeft drie categorieën van warmtetechnieken in het warmteprogramma opgenomen: individuele verwarmingstechnieken, collectieve verwarmingstechnieken en de overgang naar groengas. Deze aanpak is afgestemd op de lokale omstandigheden en is ondersteund door nieuwe wettelijke instrumenten, zoals de Wet Collectieve Warmtevoorziening (WCW) en de Wet Gemeentelijke Instrumenten Warmte (Wgiw).

Individuele warmtetechnieken

Luchtwarmtepompen

Luchtwarmtepompen zijn een veelvoorkomende individuele oplossing voor het opwekken van warmte. Deze systemen halen warmte uit de buitenlucht en converteren deze naar een hogere temperatuur die gebruikt kan worden voor verwarming en tapwater. Luchtwarmtepompen zijn standaard ontworpen voor lage temperatuurverwarming, wat inhoudt dat de woning goed geïsoleerd moet zijn. Vaak is een vloerverwarmingssysteem of lage temperatuur-radiatoren nodig om de warmteeffectiviteit te optimaliseren.

Er zijn ook midden- en hoge temperatuur warmtepompen beschikbaar, die minder isolatie vereisen, maar tegelijkertijd meer elektriciteit verbruiken. Deze zijn dus geschikt voor woningen die niet of nauwelijks kunnen worden geïsoleerd, zoals sommige monumentale gebouwen.

Bodemwarmtepompen en warmte-koudeopslag (WKO)

Bodemwarmtepompen halen warmte uit de ondergrond. Dit kan gedaan worden via individuele installaties per woning of via grotere systemen zoals warmte-koudeopslag (WKO). Deze opslagtechniek maakt het mogelijk om in de zomer overtollige warmte op te slaan en deze in de winter opnieuw te gebruiken. Het is een duurzame en energie-efficiënte oplossing die vooral geschikt is voor gebieden waar de bodem geschikt is voor warmteopslag.

WKO is meestal een collectieve oplossing, maar kan ook op kleine schaal worden toegepast voor een groep woningen, bijvoorbeeld via een mini-warmtenet. Dit is een goede oplossing voor gebieden waar een warmtenet financieel niet haalbaar is, maar waar wel een collectieve aanpak mogelijk is.

Infraroodpanelen en pelletkachels

In enkele gevallen worden infraroodpanelen of pelletkachels als individuele oplossing aangewend. Deze systemen zijn vooral geschikt in situaties waar andere warmteoplossingen niet toepasbaar zijn, zoals bij woningen met beperkte ruimte of bij woningen in natuurgebieden waar elektriciteitskabels niet gemakkelijk kunnen worden aangelegd. Ze zijn echter minder efficiënt dan warmtepompen en hebben dus een hogere energiekostenpost.

Collectieve warmteoplossingen

Warmtenetten

Een warmtenet is een centrale warmtebron die warmte opwekt en deze via leidingen distribueert naar meerdere gebruikers. In de gemeente West Betuwe zijn verschillende mogelijke warmtebronnen beschikbaar voor warmtenetten, zoals rivierwater (aquathermie), rioolwater (riothermie), restwarmte van bedrijven en ondiepe bodem.

Aquathermie maakt gebruik van warmte uit oppervlaktewater, zoals de Linge en de Waal. Dit is een duurzame bron van warmte die vooral geschikt is in de wintermaanden. Rioothermie maakt gebruik van warmte uit afvalwater, bijvoorbeeld uit een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Deze techniek is vooral geschikt in de zomermaanden, waarin het afvalwater relatief warm is.

Restwarmte van bedrijven is een andere veelbelovende bron. In de omgeving van Geldermalsen zijn bijvoorbeeld glastuinbouwbedrijven actief die aanzienlijke hoeveelheden restwarmte genereren. Deze warmte kan worden opgevangen en verwerkt tot een bruikbare bron voor het warmtenet.

Mini-warmtenetten

In gebieden met lage bebouwingsdichtheid zijn klassieke warmtenetten financieel vaak niet haalbaar, omdat de aansluitkosten per woning te hoog zijn. In dergelijke gevallen is een mini-warmtenet een aantrekkelijke alternatief. Dit is een klein collectief warmtenet dat meestal drie tot zeven woningen bedient. Het is minder kostbaar dan een klassiek warmtenet en kan goed functioneren in combinatie met een gezamenlijke bodemwarmtepomp.

Mini-warmtenetten zijn vooral geschikt voor wijkwoongebieden met vrijstaande huizen of twee-onder-één-kap woningen. Ze bieden een collectieve aanpak die efficiënter is dan individuele oplossingen, zonder de hoge kosten van een volledig warmtenet.

Transitie naar groengas

In sommige gevallen zijn individuele of collectieve warmteoplossingen niet toepasbaar, bijvoorbeeld in monumentale gebouwen of in gebieden waar de bodem niet geschikt is voor warmteopslag. In dergelijke gevallen wordt groengas overwogen als overgangsoplossing. Groengas is een duurzame vorm van gas die gemaakt wordt uit biologische reststromen.

De gemeente West Betuwe ziet groengas als een tijdelijke oplossing op weg naar volledig elektrische verwarming. Groengas kan op korte termijn ingezet worden om het verbruik van aardgas te verminderen, maar is niet bedoeld als eindoplossing. De gemeente wil in de toekomst volledig verhuizen naar elektrische verwarmingssystemen.

Pilotprojecten en klimaatadaptatie

Om ervaring op te doen met het begeleiden van bedrijventerreinen naar een aardgasvrij kader, wil de gemeente West Betuwe een pilotproject opzetten op het bedrijventerrein Zeiving. Het doel van het project is om te experimenteren met verschillende warmteoplossingen en te leren wat werkt en wat niet. De resultaten van het pilotproject kunnen vervolgens worden ingezet bij andere bedrijventerreinen in de regio.

Klimaatadaptatie is ook een belangrijk thema in het warmteprogramma. Het verwachte verloop van klimaatverandering heeft gevolgen voor de vraag naar verwarming en koeling. In kantoren, bijvoorbeeld, is de vraag naar koeling aanzienlijk hoger dan in woningen. Bodemenergie is daarom een geschikte oplossing, omdat in de zomer warmte uit de gebouwen kan worden onttrokken en deze in de winter weer gebruikt kan worden. Dit helpt om de energieverbruiksspreiding te gelijkmatiger te maken en de afhankelijkheid van elektriciteit in de wintermaanden te verminderen.

Veiligheid en milieu

Het gebruik van geothermie en warmteopslag brengt bepaalde veiligheidsrisico’s met zich mee. In het geval van geothermie zijn deze risico’s echter beperkt, en het programma wordt zo ontworpen dat geen aanzienlijke veiligheidsrisico’s ontstaan in bevolkingskernen. Ook de veiligheidsrisico’s van warmteopslag worden als nihil beschouwd. Toch is er nog weinig ervaring met grootschalige opslag van energie, zoals via batterijen, en is het belangrijk om deze aspecten nauwlettend te monitoren.

In het kader van de warmtetransitie is er geen sprake van het aanbrengen van nieuwe kwetsbare functies binnen bestaande risicocontouren. Dit betekent dat de huidige veiligheidsmaatregelen niet worden uitgedaagd, wat gunstig is voor de inwoner en de omgeving.

Wettelijke instrumenten

De gemeente West Betuwe maakt gebruik van nieuwe wettelijke instrumenten om de warmtetransitie te ondersteunen. De Wet Collectieve Warmtevoorziening (WCW) en de Wet Gemeentelijke Instrumenten Warmte (Wgiw) zijn bedoeld om gemeenten meer mogelijkheden te bieden bij het initiëren en reguleren van warmteprojecten. Deze wetten helpen bij het structureren van warmteprojecten en maken het mogelijk om collectieve oplossingen in te zetten, zoals warmtenetten en mini-warmtenetten.

De gemeente wil deze wetten combineren met haar bestaande beleidsinstrumenten, zoals de omgevingsvisie, het communicatiebeleid en het participatiebeleid. Hierdoor kan een consistente aanpak worden ontwikkeld die aansluit bij de wensen van inwoners, ondernemers en andere belanghebbenden.

Conclusie

De transitie naar duurzame en efficiënte verwarmingsoplossingen is een essentieel onderdeel van het beleid van de gemeente West Betuwe. De keuze tussen individuele en collectieve oplossingen hangt af van de lokale omstandigheden en het type woningen. Luchtwarmtepompen, bodemwarmtepompen en warmte-koudeopslag zijn belangrijke individuele en kleine-collectieve oplossingen, terwijl warmtenetten en groengas een rol spelen in het kader van grotere collectieve en overgangsoplossingen.

Het warmteprogramma is opgesteld met aandacht voor klimaatadaptatie, veiligheid en maatschappelijke kosten. Pilotprojecten en nieuwe wettelijke instrumenten helpen bij het uitproberen en implementeren van innovatieve warmteoplossingen. De gemeente wil zo een duurzame, energie-efficiënte en veilige stadsverwarming realiseren die aansluit bij de behoeften van haar inwoners en bedrijven.

Bronnen

  1. Lokale regelgeving over warmteprogramma gemeente West Betuwe

Related Posts