Grondwerken DDA: Aanvragen, Melden en Toepassen van Grond in het Noordzeekanaalgebied

Bij grondwerken in het Noordzeekanaalgebied zijn diverse wettelijke en administratieve eisen van toepassing die initiatiefnemers moeten遵守. Deze richtlijnen zijn opgenomen in het Digitaal Loket van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (ODNzkg), een centraal platform voor het indienen van meldingen en aanvragen. De toepassing van grond, het compenseren van maaivelddaling, en de melding van graafwerkzaamheden vormen een essentieel onderdeel van elke bouw- of herontwikkelingsprojecten in de regio. Deze artikelen geven een overzicht van de relevante procedures, beleid en technische vereisten, gebaseerd op het beleidskader dat in het document van de ODNzkg is beschreven.

Meldprocedures voor graafwerkzaamheden

De regio Amstelland en Meerlanden kent een gedetailleerd systeem voor het melden van graafwerkzaamheden. Het Digitaal Loket van de ODNzkg biedt digitale formulieren voor het indienen van meldingen, waarmee initiatiefnemers eenvoudig kunnen aangeven waar, wanneer en hoe grondwerken worden uitgevoerd. De melding wordt vervolgens gekoppeld aan een zaaknummer, waarmee het administratief traject kan worden gevolgd. De volgende meldingen zijn mogelijk:

  • Indienen van een BUS-melding en wijziging daarvan;
  • Melden van de start en eind van bodemsanering;
  • Melden van de einddiepte van bodemsanering;
  • Indienen van een evaluatieverslag van bodemsanering;
  • Aanvragen van een beschikking op een saneringsplan;
  • Indienen van een wijziging van het saneringsplan;
  • Aanvragen van een beschikking ernst+spoed;
  • Indienen van een monitoring/nazorgrapportage of bodemonderzoek/partijkeuring;
  • Indienen van een uitvoerings- of werkplan op basis van een raamsaneringsplan;
  • Melden van een nieuw geval van bodemverontreiniging;
  • Melden van graafwerk in niet-ernstig verontreinigde grond;
  • Indienen van een 10 m³-melding.

Deze meldingen zijn niet alleen wettelijk verplicht, maar ook essentieel voor het bijhouden van grondstromen en het voorkomen van ongewenste bodemverontreinigingen. Bovendien helpt het bij het in stand houden van de kwaliteit van de bodem in gevoelige gebieden zoals woonwijken, recreatiegebieden en natuurgebieden.

Toepassen van grond in het Noordzeekanaalgebied

Het toepassen van grond in de regio hangt sterk af van de functie van het terrein waar de grond wordt gebruikt. In het kader van de bodemfunctieklassen worden de gebieden in de regio ingedeeld in categorieën zoals Wonen en Industrie. Voor woonfuncties, zoals woningen met tuin of recreatiegebieden, gelden strengere eisen dan voor industriële of infrastructuurlocaties.

Bodemfunctieklasse Wonen

Binnen de regio Amstelland en Meerlanden zijn alle woonfuncties ingedeeld onder de bodemfunctieklasse Wonen. Dit omvat ook appartementen zonder tuin, recreatiegebieden zoals stadsparken en sportvelden, tenzij deze ecologisch waardevol zijn of binnen het Natuurnetwerk Nederland (NNN) vallen. In dergelijke gevallen vallen ze onder Landbouw/natuur.

Voor woonfuncties geldt dat alleen grond mag worden toegepast die voldoet aan de Achtergrondwaarde, ook wel “schone grond” genoemd. Dit betekent dat het grondgehalte aan schadelijke stoffen zoals lood, zware metalen en bodemvreemd materiaal beperkt moet zijn. In woongebieden met direct bodemcontact, zoals woningen met tuin, mag het loodgehalte niet meer dan 100 mg/kg bedragen. Dit is twee keer de Achtergrondwaarde en voldoet aan de wettelijke eisen voor de bescherming van jonge kinderen, die gevoelig zijn voor loodvergiftiging via vieze vingers.

Bodemfunctieklasse Industrie

In industriële en infrastructuurgebieden gelden minder strikte eisen. Hier mag grond worden toegepast die voldoet aan de bodemfunctieklasse Industrie. Dit betreft onder andere rijkswegen, polderwegen, bedrijventerreinen en spoorwegen. Deze locaties zijn minder gevoelig voor bodemverontreiniging en kunnen dus iets minder schone grond bevatten.

Een belangrijk aspect bij het toepassen van grond is de beperking op bodemvreemd materiaal. In woonfuncties mag de hoeveelheid bodemvreemd materiaal zoals puin, bakstenen en steenachtige stoffen niet meer dan 5 gewichtsprocenten bedragen. Voor andere soorten bodemvreemd materiaal, zoals plastic en piepschuim, mag deze beperking alleen gelden indien het reeds aanwezig was in de grond voordat het werd bewerkt of verwerkt. Aanvullende materialen mogen niet worden toegevoegd.

Compensatie van maaivelddaling in de Bovenlanden

In de Bovenlanden is de hoeveelheid grond die nodig is voor compensatie van maaivelddaling relatief klein. Vaak kan gebruik worden gemaakt van gebiedseigen bagger, wat het verkeer van grond uit andere regio’s kan vermijden. Dit is vooral relevant in agrarische percelen, waar het gebruik van lokaal beschikbare grond efficiënter en duurzamer is.

In de komende jaren zijn er in de regio verschillende grootschalige projecten gepland, zoals de verbreding van de A9 in Amstelveen, de herontwikkeling van bedrijventerreinen en de aanleg van nieuwe woonwijken. Deze projecten vereisen het grootschalig verzetten van grond. Het is dan ook belangrijk dat initiatiefnemers zich bewust zijn van de wettelijke eisen en meldprocedures voor het verzetten en toepassen van grond.

Bodemkwaliteitskaart en Programma van Eisen

Het opstellen van een bodemkwaliteitskaart is een essentieel onderdeel van het bodembeleid in het Noordzeekanaalgebied. Deze kaart geeft een overzicht van de kwaliteit van de bodem in het gebied en helpt bij het toewijzen van grondstromen aan geschikte locaties. Het Programma van Eisen legt uit hoe deze kaart tot stand komt en welke technische en beleidsmatige aspecten erin verwerkt zijn. De kaart maakt onderscheid tussen bodemkwaliteitszones en dieptetrajecten, afhankelijk van de functie van het terrein en de mate van bodemverontreiniging.

Een belangrijk criterium bij het opstellen van de bodemkwaliteitskaart is de P80-waarde, een statistische maat voor de kwaliteit van de bodem. Deze waarde geeft een betrouwbaarder beeld van de bodemkwaliteit dan het gemiddelde, omdat het de bovenste 20% van de metingen niet overtreft. Dit voorkomt ongewenste vermenging van schone en minder schone grond bij het ontgraven of toepassen van grond.

Conclusie

Grondwerken in het Noordzeekanaalgebied vereisen een gedetailleerde kennis van de wettelijke en administratieve eisen. Het gebruik van het Digitaal Loket van de ODNzkg maakt het mogelijk om efficiënt meldingen in te dienen, toepassingen aan te vragen en grondstromen te registreren. Het toepassen van grond hangt sterk af van de functie van het terrein, met strengere eisen voor woon- en recreatiegebieden en minder strikte eisen voor industriële en infrastructuurlocaties.

Initiatiefnemers en constructeurs moeten zich bewust zijn van de beperkingen op bodemvreemd materiaal, loodgehalte en de vereisten voor schone grond. Daarnaast is het belangrijk om rekening te houden met de regels rondom compensatie van maaivelddaling, vooral in de Bovenlanden, waar lokaal beschikbare grond vaak een betere oplossing biedt.

Het opstellen van een bodemkwaliteitskaart is een essentieel instrument om grondstromen te beheren en te voorkomen dat ongeschikte grond wordt toegepast op gevoelige locaties. Met een duidelijke kennis van de geldende beleidsregels en technische eisen kan het proces van grondwerken efficiënter en duurzamer worden uitgevoerd.

Bronnen

  1. Lokale regelgeving overheid

Related Posts