Handboek voor Riolering in Rotterdam: Richtlijnen en Beheer

In het kader van de uitvoering van rioleringstoeschrijvingen en infrastructuurwerken in de stad Rotterdam, is het van belang om de bepalingen en richtlijnen van toepassing in dit gebied goed te begrijpen. De riolering in Rotterdam wordt geregeld door meerdere wet- en regelgevingen, waaronder de Verordening Beheer Ondergrond Rotterdam (VBOR), de Telecommunicatie-verordening Rotterdam 2015 (TVR), en diverse technische richtlijnen. Deze richtlijnen vormen een essentieel onderdeel van het beheer en de uitvoering van rioleringstoevoeren en andere infrastructuurwerken. In dit artikel worden de belangrijkste regels, technische eisen, en praktische aanpakken behandeld, gebaseerd op de beschikbare informatie uit de bronnen.

Technische Richtlijnen voor Riolering

De technische eisen voor rioleringstoeschrijvingen zijn onder meer geregeld in de NEN-standaarden, waaronder NEN 3218, NEN 7013, en de NEN-EN 295-reeks. Deze normen vormen de basis voor het ontwerp, de uitvoering en het beheer van rioleringssystemen. Bijvoorbeeld, bij het aansluiten van riolering op mofspie-betonbuizen dient rekening te worden gehouden met de vereisten voor de diameter, de hoeveelheid aansluitingen, en de gebruikte materialen. Hierbij is het belangrijk om te controleren of er voorgestorte inlaten aanwezig zijn, en indien nodig, een inlaat in te boren met een maximale diameter van 160 mm.

Voor het aansluiten op kunststofleidingen dient er een gat geboren te worden, gevolgd door het plaatsen van een keilinlaat met een diameter van 160 mm. Deze aanpak dient voldoende ruimte te bieden voor de correcte werking van de riolering, zodat er geen schade ontstaat aan de bestaande infrastructuur.

Beheer en Beveiliging van Riolering

De beheerder van de riolering is verantwoordelijk voor het voldoen aan de gestelde eisen, waaronder de veiligheid en de kwaliteit van de uitvoering. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de beveiligingsfactoren en de veiligheidsnormen. Bijvoorbeeld, bij het uitvoeren van boringen voor bodemenergiesystemen gelden de SIKB BRL 2100-richtlijnen, waaronder het gebruik van een protocol voor het buiten gebruik stellen van de buisconstructie in het boorgat. Deze eisen zijn van toepassing op zowel open als gesloten bodemenergiesystemen.

De veiligheid van de leidingen wordt bepaald door de toetsing van de veiligheidsfactoren. Bijvoorbeeld, bij een veiligheidsfactor van 1,88 zijn er specifieke eisen voor het inmeten van de leiding, het meten van de onrondheid, en het verifiëren van de grondmechanische randvoorwaarden. Deze maatregelen zorgen ervoor dat de leidingen veilig en betrouwbaar blijven.

Bomen en Riolering: Samenwerking en Afstand

Bij het plannen van leidingen in de buurt van bomen dient rekening gehouden te worden met de gestelde voorschriften die gericht zijn op het realiseren van meer bomen en het waarborgen van de vitaliteit van bestaande bomen. De minimale afstand tussen de boom en de leiding is afhankelijk van de uiteindelijke grootte van de boom. In de bronnen is een overzicht opgenomen van de minimale afstanden tussen het hart van de stamvoet en het hart van de leiding, gebaseerd op drie verschillende boomgroottes.

Deze afstand geldt niet alleen voor het plaatsen van kabels en leidingen nabij bomen, maar ook voor het planten van bomen in de buurt van bestaande leidingen. Dit is belangrijk om schade aan de boom en de leiding te voorkomen.

Aansluitingen en Verordeningen

De aansluiting van vetvangputten of IBA (Individuele Behandeling van Afvalwater) op de gemeentelijke riolering is van belang. Deze bijzondere rioolaansluitingen, ook al liggen ze op gemeentelijk terrein, maken geen deel uit van de gemeentelijke riolering. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de vereisten van de Verordening Beheer Ondergrond Rotterdam (VBOR), waaronder het aanvragen van vergunningen en het naleven van de gestelde eisen.

Voor persriolaansluitingen in het havengebied is de hoeveelheid afvalwater beperkt. De aanvrager moet aantonen dat het afvalwater alleen bestaat uit huishoudelijk afvalwater, afvalwater van toiletten, douches, was- en afwasmachines, en afvalwater van was- en tankplaatsen. Hierbij dient ook aandacht te worden besteed aan de hoeveelheid water die geloosd wordt en de middelen die hiervoor worden gebruikt.

Veiligheid en Beveiliging

Bij het uitvoeren van werken in de openbare ruimte dient rekening te worden gehouden met de veiligheid van de werknemers en de omgeving. Dit geldt zowel voor het graven van sleuven als voor het aanbrengen van leidingen. Bijvoorbeeld, bij het graven van een sleuf dient rekening gehouden te worden met de mogelijke schade aan bestaande leidingen en andere objecten. Deze schade dient te worden voorkomen of adequaat hersteld na de uitvoering.

Bij het uitvoeren van boringen dient grondonderzoek uitgevoerd te worden conform de NEN 3651:2020 bijlage C. Nabij het in- en uittredepunt dient een sondering uitgevoerd te worden tot minimaal 5,00 meter beneden het laagste punt van de boring. Een pers- of ontvangstkuip dient ingesloten te zijn door minimaal twee sonderingen tot minimaal 2,5 maal de ontgravingsdiepte.

Conclusie

De riolering in Rotterdam is geregeld door meerdere wet- en regelgevingen, waaronder de Verordening Beheer Ondergrond Rotterdam (VBOR) en de Telecommunicatie-verordening Rotterdam 2015 (TVR). Deze regelgevingen vormen een essentieel onderdeel van het beheer en de uitvoering van rioleringstoevoeren en andere infrastructuurwerken. De technische eisen, veiligheidsmaatregelen, en samenwerking met de omgeving zijn van groot belang om te zorgen voor een veilige en betrouwbare riolering. De aansluiting van bijzondere voorzieningen, zoals vetvangputten en IBA, dient te voldoen aan de gestelde eisen, en het beheer van de riolering dient voldoende aandacht te krijgen om schade te voorkomen.

Bronnen

  1. Verordening Beheer Ondergrond Rotterdam (VBOR)
  2. Handboek
  3. Richtlijnen voor leidingen en infrastructuur
  4. Nederlandse Praktijk Richtlijnen

Related Posts