Stoffer voldoende beheersen bij grondwerk en bestrating voor duurzame uitvoering

Published by Redactie on juli 19, 2025 | Category grondwerk

Bij grondwerk en bestrating speelt stoffer een belangrijke rol in zowel de kwaliteit van de uitvoering als de veiligheid op de werkplaats. In de context van betonboren, afwerkingen, duurzame inrichting en rioolconstructies is het beheersen van stofvorming en -verspreiding essentieel. Dit artikel behandelt hoe stoffer moet worden voldoende beheerst en welke technieken, materialen en normen daarvoor van toepassing zijn. De nadruk ligt op praktische toepassingen in de bouw, sloop en infrastructuursectoren.

Technieken en materialen voor het beheersen van stoffer

Het beheersen van stoffer tijdens grondwerk en bestrating vereist een combinatie van technische kennis en voorzichtige uitvoering. Een van de belangrijkste methoden die in de bouwsector worden toegepast is het gebruik van nat boren, zoals uitgebreid wordt besproken in bron [1]. Bij nat boren wordt gebruikgemaakt van koelvloeistof om stofvorming te beperken. Dit is vooral geschikt bij het boren in harde materialen zoals beton of natuursteen. Door de vochtige omstandigheden ontstaat minder stof, wat zowel de werkelomstandigheden als de luchtkwaliteit op de werkplaats verbetert.

Natuurlijk zijn er ook andere manieren om stofvorming te beheersen. In de context van duurzaam ontwerpen en grondwerken worden gesloten constructies, afschermingen en waterverwerkt materiaal gebruikt. Deze methoden zijn vooral belangrijk in de definitiefase van projecten, zoals gespecificeerd in bron [2], waarbij aandacht wordt besteed aan de toepassing van duurzame materialen en het beheersen van milieuaspecten.

Grondwerk en rioolconstructies

In de context van grondwerk, zoals aangegeven in bron [2], is het noodzakelijk om zowel de technische voorbereiding als de uitvoering van rioolconstructies goed aan te vullen met stofbeheerstrategieën. Hierbij zijn een aantal richtlijnen van belang:

Inspectieputten moeten worden aangebracht op kruisingen, knikken en voorzieningen in het rioolstelsel. Dit helpt bij het beheer van onderhoud en voorkomt extra stofvorming bij toegang tot de leidingen.
Meestroomstukken moeten worden gebruikt in plaats van T-stukken, wat helpt bij het beperken van de hoeveelheid stof die kan ontsnappen bij het openen of sluiten van leidingen.
Zinkers of sifonconstructies zijn in bepaalde stelsels verboden, wat betekent dat alternatieve constructies moeten worden gebruikt om stofvorming en vervuiling te beperken.

Daarnaast is het belangrijk om bij huisaansluitingen aandacht te besteden aan de locatie van ontstoppingsstukken en het digitaal registreren van deze locaties. Dit helpt bij het snelle en efficiënte onderhoud van de rioolconstructie en beperkt mogelijke stofvorming tijdens inspecties.

Bestrating en afwerkingen

Bij het leggen van bestrating en het uitvoeren van afwerkingen zijn er specifieke richtlijnen waaraan moet worden voldaan. Deze richtlijnen zijn afkomstig uit bron [3], die aandacht besteedt aan het gebruik van gesloten verharding, zoals asfalt, en de toevoeging van onderhoudsvrije materialen.

De richtlijnen voor bestrating zijn onder meer:

Fundering aan weerszijden van de asfaltverharding moet 0,50 m breder zijn, rekening houdend met eventuele kantopsluitingen of K&L stroken.
Dakprofiel moet een afschot van 2,5% bevatten om afwatering mogelijk te maken.
Langsnaden moeten warm tegen warm worden aangebracht, wat zorgt voor een stevige en duurzame aansluiting.
Kantopsluitingen moeten worden uitgevoerd met trottoirbanden en eventueel versteviging van de berm, bijvoorbeeld door gebruik van grasbetontegels.

Bij het aanbrengen van plateaus of drempels kan gebruik worden gemaakt van rood asfalt (Cloburn), dat een specifieke samenstelling heeft: AC 11 surf, steenslag Cloburn, zwarte bitumen en 4,5% ijzeroxide. Dit type asfalt wordt vaak gebruikt voor visuele signalering en voor het beperken van geluidshinder in de omgeving.

Materialen en duurzaamheid

Bij het kiezen van materialen voor grondwerk en bestrating is het van belang om duurzame en milieuvriendelijke opties te overwegen. Hierbij zijn een aantal richtlijnen van toepassing:

Hardhout moet conform de gestelde regelgeving worden gebruikt, zoals vermeld in bron [2]. Dit houdt onder meer in dat chemische verduurzaming is verboden, met uitzondering van TPAS-goedgekeurde certificaten.
Plantmateriaal moet in minstens 75% van het budget afkomstig zijn van producten die voldoen aan de milieukeur of EKO-criteria.
Houtproducten, zoals boompalen en afrasteringen, moeten worden voorzien van certificaten die voldoen aan duurzaamheidsnormen. Chemische behandelingen met op koperverbindingen gebaseerde methodieken zijn hierbij niet toegestaan.

In het kader van milieubeheer is het ook belangrijk om zoveel mogelijk FSC-gecertificeerd hout te gebruiken of gerecycled kunststof te kiezen. Dit helpt bij het verminderen van de CO2-footprint en het behoud van natuurlijke hulpbronnen.

Beheer van de werkplaats

Het beheer van de werkplaats bij grondwerk en bestrating is cruciaal voor het beheersen van stofvorming. Hierbij moet rekening worden gehouden met de grenzen van het bouwterrein, de locatie van hulpmateriaal, en de aanwezige leidingen in de bodem. Het is belangrijk dat deze aspecten digitaal worden geregistreerd en beschikbaar worden gesteld voor de betrokken partijen.

Daarnaast is het noodzakelijk om het verkeer te beheren en de bereikbaarheid van voertuigen voor de brandweer en bluswatervoertuigen te waarborgen. Hierbij moet de bouwmethodiek en de gebruikte materialen voldoen aan de eisen van de bouwverordening.

Veiligheid en controle

Bij grondwerk en bestrating is veiligheid een absolute prioriteit. Hierbij spelen controlepunten en het gebruik van inspectieputten een centrale rol. Volgens de richtlijnen uit bron [2] moet de maximale afstand tussen inspectieputten maximaal 60 meter bedragen. Dit zorgt ervoor dat eventuele problemen snel en efficiënt kunnen worden opgelost.

Bij het aanbrengen van beschoeiing is het belangrijk om te voorkomen dat materialen worden gebruikt die de waterkwaliteit negatief kunnen beïnvloeden. Dit betreft bijvoorbeeld metalen onderdelen en bevestigingsmateriaal die uitlogen. Deze materialen kunnen niet alleen schadelijk zijn voor het milieu, maar ook de levensduur van de constructie beïnvloeden.

Conclusie

Het beheersen van stoffer bij grondwerk en bestrating is essentieel voor zowel de kwaliteit van de uitvoering als de veiligheid op de werkplaats. Door het toepassen van technieken zoals nat boren, het gebruik van gesloten verharding, en het hanteren van milieuvriendelijke materialen, kan stofvorming worden beperkt. Bovendien is het belangrijk om aandacht te besteden aan inspectieputten, veiligheid, en het beheer van de werkplaats om problemen op voorhand te voorkomen.

Zowel voor bouwbedrijven, DIY’ers, als eigendomkopers is het belangrijk om zich bewust te zijn van deze richtlijnen en technieken. Dit zorgt niet alleen voor een betere werkomgeving, maar ook voor duurzamere en efficiëntere uitvoering van projecten.