Omgevingsvergunningen en milieuhygiënisch vooronderzoek bij bouwprojecten: een overzicht

Bij het uitvoeren van bouw- en herontwikkelingsprojecten is het van essentieel belang om de impact op de omgeving te begrijpen en te beheren. Zowel milieuhygiënisch vooronderzoek als het verkrijgen van omgevingsvergunningen vormen hier een integraal deel van. Deze stappen zijn niet alleen wettelijk verplicht in veel gevallen, maar ook een kritisch onderdeel van een duurzame en verantwoorde aanpak. In dit artikel wordt ingegaan op de rol van deze onderzoeken en vergunningen, op basis van voorbeelden uit bestemmingsplannen en milieuhygiënische analyses.

Milieuhygiënisch vooronderzoek en bodemonderzoek

Bij de herontwikkeling van terreinen, zoals bij bedrijventerrein Henslare, wordt een milieuhygiënisch vooronderzoek uitgevoerd conform de norm NEN 5725. Het doel van dit onderzoek is om mogelijke verontreinigingen op de onderzoekslocatie te identificeren. De informatie die hierbij verzameld wordt, omvat locatiegegevens, bodemopbouw, geohydrologie, de verwachte bodemkwaliteit en eventuele bodembedreigende activiteiten. Het onderzoek richt zich specifiek op een zone tot 25 meter buiten de projectcontour.

Het vooronderzoek heeft als doel om inzicht te krijgen in de aard, mate, oorzaak en ligging van mogelijke verontreinigingen. De resultaten van dit onderzoek worden vervolgens gebruikt bij het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek, wat essentieel is voor de beoordeling van de milieuhygiëne-impact van het project.

Het uitvoeren van grondroerende werkzaamheden, zoals bij het voornemen van het nieuwe bedrijventerrein, vereist dus een grondige analyse. Dit is niet alleen belangrijk voor juridische redenen, maar ook om mogelijke gezondheidsrisico’s voor toekomstige gebruikers of bewoners van het terrein te beperken.

Omgevingsvergunningen en houtkap

Een ander belangrijk aspect bij bouwprojecten is het verkrijgen van een omgevingsvergunning, in het bijzonder wanneer het gaat om de kappen van bomen. In het bestemmingsplan Stenenkamerseweg 21 en Broeksteegje wordt duidelijk gemaakt dat bestaande bomen zoveel mogelijk worden gespaard. Mochten er toch bomen gekapt moeten worden, dan is hiervoor een omgevingsvergunning - kappen nodig. Bovendien is er voldoende ruimte gereserveerd voor groen, zodat er bomen kunnen worden aangeplant en in geval van kap bestaande bomen voldoende gecompenseerd kunnen worden.

Deze aanpak zorgt voor een evenwicht tussen bouwactiviteiten en het behoud van het natuurlijke milieu. Het onderstreept ook de verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer om het milieu in acht te nemen bij de uitvoering van bouwprojecten.

Stikstofdepositie en milieueffecten

In de context van bouwprojecten is ook de stikstofdepositie een belangrijk thema. In het bestemmingsplan Henslare is een uitgebreid stikstofdepositieonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is uitgevoerd met behulp van AERIUS-berekeningen, waarbij zowel de aanlegfase als de gebruiksfase van het project worden geëvalueerd. Uit de berekeningen bleek dat de aanlegfase geen stikstofdepositietoename tot gevolg heeft op Natura 2000-gebieden. Daarom kunnen significante negatieve effecten op voorhand worden uitgesloten.

Het gebruik van interne saldering met dierplaatsen van veehouderij is hier een belangrijk aspect. Hierbij wordt de stikstofuitstoot binnen het project opgelost. Dit type aanpak is een duurzame oplossing, die ervoor zorgt dat het milieu niet nadelig wordt beïnvloed. De resultaten van het onderzoek zijn verder uitgewerkt in bijlage 6 van het bestemmingsplan.

Bij projecten die dichtbij gevoelige natuur- of Natura 2000-gebieden liggen, zoals bij het bedrijventerrein Henslare, is het belangrijk om zowel de aanleg- als de gebruiksfase te analyseren. De afstand tot het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied kan een rol spelen in de beoordeling van mogelijke effecten. In dit geval is de afstand 2,2 km, wat niet automatisch een belemmering vormt, maar wel de noodzaak van een grondig onderzoek benadrukt.

Bouwregels en de rol van het bestemmingsplan

Het bestemmingsplan speelt een centrale rol bij het bepalen van de bouwregels die van toepassing zijn op een project. De afbakening tussen het bestemmingsplan en het Bouwbesluit is duidelijk: het bestemmingsplan mag geen eisen stellen aan het materiaalgebruik. Echter, in aanvulling op het Bouwbesluit kan in het bestemmingsplan wel een bouwregel worden opgenomen die zich richt op beperking van weerkaatsing. Dit is van belang bij het beheersen van de impact op de openbare ruimte.

De initiatiefnemer heeft vervolgens de keuze hoe hij de weerkaatsing beperkt. Dit geeft een mate van flexibiliteit, terwijl tegelijkertijd ruimtelijke relevantie wordt behouden.

Wateroverlast en duurzame bouw

Een ander thema dat steeds belangrijker wordt bij het ontwikkelen van bouwprojecten is wateroverlast. Dit valt onder het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie en is daarom een onderwerp dat steeds vaker een rol speelt in het ontwerp van nieuwbouw en herontwikkeling. Uit de KNMI'14 scenario's is gebleken dat de hoeveelheid jaarlijkse neerslag toeneemt, evenals de intensiteit van buien. Hierdoor neemt de kans op wateroverlast toe.

Er zijn drie typen wateroverlast, waarvan de gevolgen variëren afhankelijk van de locatie van de neerslag. Aangezien eigenaars verantwoordelijk zijn voor de afwatering van hun eigen terrein, is het ook passend dat zij maatregelen treffen om hun eigendom waterbestendig te maken. Dit kan bijvoorbeeld worden vertaald in regels voor de bouw, zoals het ontwerpen van regenbestendige daken of het inrichten van tuinen zodanig dat ze water kunnen opvangen.

Conclusie

Bij het uitvoeren van bouwprojecten, van nieuwbouw tot herontwikkeling, zijn milieuhygiënisch vooronderzoek, omgevingsvergunningen en bouwregels essentiële onderdelen. Deze stappen zorgen voor een verantwoorde aanpak van de impact op de omgeving en het milieu. Zowel de aanleg- als de gebruiksfase van een project moeten worden beoordeeld om mogelijke effecten op Natura 2000-gebieden uit te sluiten. Verder is het belangrijk om ruimtelijke aspecten, zoals het behoud van groen, het beheren van stikstofdepositie en het beperken van wateroverlast, in te passen in het ontwerp en de regels van het project.

Een goed voorbeeld van dit alles is te vinden in het bestemmingsplan bedrijventerrein Henslare, waarin zowel milieuhygiënische analyses als bouwregels zijn opgenomen om zowel juridische als ecologische aspecten in overweging te nemen. Door deze aanpak te volgen, wordt er gewaarborgd dat bouwprojecten niet alleen wettelijk aantrekkelijk zijn, maar ook een positieve bijdrage leveren aan het milieu en de maatschappij.

Bronnen

  1. Bestemmingsplan Stenenkamerseweg 21 en Broeksteegje
  2. Verhuizingen en akoestische materialen

Related Posts