Dassen en regenwormen: de rol van bodembeheer in de duurzame woningbouw

In de huidige bouw- en renovatiepraktijk wordt steeds vaker aandacht besteed aan duurzaamheid, ecologische evenwichtshandelingen en het behoud van natuurlijke leefomgevingen. Een vaak over het hoofd gezien aspect is de rol van bodemorganismen zoals regenwormen in het ecosysteem en hoe hun aanwezigheid beïnvloed kan worden door bouw- en beheeractiviteiten. Regenwormen zijn namelijk niet alleen essentieel voor de vruchtbaarheid van de grond, maar ook voor de leefomstandigheden van andere fauna, zoals de das.

De informatie uit de beschikbare bronnen benadrukt hoe belangrijk het is om bij grondwerken, woningbouwprojecten of landbouwactiviteiten rekening te houden met de aanwezigheid van regenwormen en de daarmee verband houdende ecosystemen. Dit artikel wil deze kwestie in kaart brengen, met een focus op praktische beheermaatregelen, technische aandachtspunten en de ecologische betekenis van regenwormen in de context van woningbouw en bouwprojecten.

Regenwormen als sleutelcomponent in het bodemecosysteem

Regenwormen spelen een cruciale rol in de bodemecologie. Ze verbeteren de structuur van de grond, bevorderen de lucht- en waterdoorlatendheid, en bijdragen aan de opname van voedingsstoffen en de afbraak van organisch materiaal. In het kader van woningbouwprojecten of landbouwactiviteiten kan het beheer van deze bodemorganismen van grote invloed zijn op de duurzaamheid en het ecologisch evenwicht van het terrein.

Een studie uit 2020 onder de hand van het Commissie Deskundigen Meststoffenwet onderzoekt de effecten van mesttoediening op regenwormen. Daaruit blijkt dat bemeste graslanden regelmatig hogere regenwormendichtheden bevatten, vooral in oud grasland dat zelden of nooit wordt omgebroken voor herinzaai of wisselbouw. Bovendien wordt duidelijk dat vaste mest, zoals mest van beweid vee, beter werkt dan vloeibare mest. Dit betekent dat bij woningbouwprojecten op landbouwgrond of bij het herbeheer van natuurgebieden, aandacht voor meststrategieën en beheermethoden van groot belang kan zijn voor het behoud van een gezond bodemecosysteem.

Dassen en hun voedselbronnen

De das is een vleeseter die in Nederland voornamelijk op regenwormen en insectenlarven jacht. Zij behoeven regelmatig, koude perioden uitgezonderd, circa 600 gram voedsel per dag. Dit betekent dat een dassenfamilie in Nederland een territorium van ongeveer 100 hectare nodig heeft met voldoende wormenrijk grasland om te kunnen overleven.

In dit kader is het van belang dat bouwprojecten en landbouwactiviteiten rekening houden met het behoud van wormenrijk grasland. De beschikbaarheid van regenwormen kan bijvoorbeeld worden bevorderd door het gebruik van lichte machines bij mesttoepassing en oogstactiviteiten, het vermijden van peilverlagingen en scheuren van grasland, en het voorkeur geven aan beweiding boven maaien.

Wanneer het toch onvermijdelijk is om grond te verzetten, zoals bij de aanleg van een nieuwe woning of bebouwing, is het belangrijk om opnieuw grasland aan te leggen en dit indien nodig te inoculeren met gekweekte regenwormen. Dit proces is echter kostbaar en vereist zorgvuldige uitvoering onder optimale voorwaarden.

Bodembeheer en woningbouwprojecten

Bij het ontwikkelen van nieuwe woonprojecten of bij de renovatie van oude bebouwing is het niet alleen de fundering en het ontwerp van de woning die in het oog moet worden gehouden, maar ook het effect van de bouwactiviteiten op de bodem en het ecosysteem. In het kader van een duurzaam bouwbeleid zijn bodembeheermaatregelen essentieel om het ecologische evenwicht te bewaren.

Een aantal specifieke aanbevelingen voor bouwprojecten en grondwerken zijn:

  • Vermeiden van grondverzet: Bij natuurontwikkeling of bebouwing dient grondverzet bij voorkeur te worden vermeden. Dit geldt met name voor bestaande graslanden, die vaak rijk zijn aan regenwormen en dus ecologisch waardevol zijn.
  • Lichte machines gebruiken: Zowel bij mesttoepassing als oogstactiviteiten is het aan te raden om uitsluitend lichte machines te gebruiken. Zware machines verstoren de bodemstructuur en kunnen regenwormen doden of verdringen.
  • Peilbeheer optimaliseren: Voor het verbeteren van de regenwormendichtheid kan het peil van graslanden worden aangepast. Te natte bodems zijn ongeschikt voor regenwormen, terwijl te droge bodems regenwormen kunnen dwingen zich op grotere diepte terug te trekken. Het peil moet zo worden afgesteld dat de pH tussen 5 en 7 ligt, wat gunstig is voor regenwormen.
  • Bemesting strategisch aanpassen: Bemesting met vaste mest is beter voor regenwormen dan vloeibare mest. Daarnaast moet bemesting regelmatig gebeuren, maar zonder het grasland te verstoren door scheuren of herinzaai.
  • Beweidingsregime aanhouden: Het gebruik van standweiden, waarin vee op een normale dichtheid wordt gehouden, is gunstig voor regenwormen. Dit regime zorgt voor een kort grasbedekking, waardoor regenwormen makkelijker toegankelijk zijn voor dassen en andere fauna.

Praktische toepassing in de woningbouwpraktijk

In praktische zin betekent dit dat bouwondernemingen en woningbouwmaatschappijen bij het aanleggen van nieuwe woonprojecten rekening moeten houden met de bodemecologie. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan door:

  • Het behoud van bestaande graslanden waar mogelijk.
  • Het aanleggen van nieuwe graslanden rondom woningprojecten, met een beweidingsregime dat gunstig is voor regenwormen.
  • Het gebruik van lichte machines bij grondwerken en oogstactiviteiten.
  • Het invoeren van een ecologisch beheerplan voor het terrein, waarin bodembeheer, meststrategie en eventueel de aanplant van regenwormen centraal staan.

Bijvoorbeeld, in het kader van de bouw van een nieuwe woonwijk kan een gebied worden opgelegd waarin regelmatig grazend vee wordt gehouden, zodat regenwormen en insecten een stabiele voedselbron blijven hebben. Dit zorgt niet alleen voor een gezonder bodemecosysteem, maar ook voor de aanwezigheid van ecologisch waardevolle fauna zoals de das.

Conclusie

Het behoud en herstel van dassenleefgebieden en het verhogen van de beschikbaarheid van regenwormen is een complexe kwestie die niet alleen ecologisch, maar ook bouwtechnisch en landbouwtechnisch van belang is. In de woningbouwpraktijk kan dit worden ondersteund door het toepassen van regenworm- en dassenvriendelijke beheermaatregelen, zoals het vermijden van grondverzet, het gebruik van lichte machines, en het aanpassen van bemestingsstrategieën. Deze maatregelen kunnen bijdragen aan een duurzamere woningbouwsector en het behoud van een gezonde bodemstructuur.

Bij projectontwikkeling en bouwactiviteiten is het daarom van belang om ecologische aspecten zoals het bodembeheer en de beschikbaarheid van regenwormen in kaart te brengen en op te nemen in het projectplan. Zo kan een balans worden gevonden tussen woningbouw en het behoud van een gezond ecosystem.

Bronnen

  1. Stad Nijkerk - Onderbouw Selectie Sparta Nijkerk in het Nieuw
  2. De Levende Natuur Magazine - Dassen en de beschikbaarheid van regenwormen

Related Posts