Grondwerken en Bodembeheer: Belangrijke Aandachtspunten voor Constructie en Renovatie

Bij elke bouw- of renovatieproject is het verstandig om aandacht te besteden aan het grond- en bodembeheer. Grondwerken vormen een fundamentele basis voor een duurzaam en veilig gebouw en beïnvloeden zowel de kosten als de duurzaamheid van het project. In dit artikel worden relevante aspecten van grondwerken en bodembeheer besproken, met nadruk op veiligheid, duurzaamheid, toepassingseisen en praktische voorbeelden van hoe grond effectief en milieuvriendelijk kan worden gebruikt. De informatie is gebaseerd op beleidsdocumenten en praktijkrichtlijnen van de regio Noordwest Utrecht, zoals verwerkt in de Nota Bodembeheer Werkgebied ODRU.

Grondwerken en Bodemkwaliteit

Voor elke ingraving of het gebruik van grond uit een bestaand terrein is het belangrijk om rekening te houden met de bodemkwaliteit. In het kader van de Regeling Bodemkwaliteit is het vereist om de kwaliteit van de grond te testen, vooral wanneer het gaat om grond die verontreinigd kan zijn. De 95-percentielwaarde (P95) van een bepaalde bodembeleidszone wordt getoetst aan de interventiewaarde. Als de P95 de interventiewaarde overschrijdt, is een partijkeuring verplicht om de kwaliteit van de grond aan te tonen. Dit betekent dat 95% van de meetwaarden onder deze waarde liggen, terwijl er een kans van 5% is dat bij een partijkeuring een hogere waarde wordt gemeten.

Deze regel is van toepassing in verschillende bodembeleidszones, zoals Bebouwing 3/2 en Bebouwing 3/3, die vooral voorkomen in historisch bebouwde gebieden. Deze zones zijn gedetailleerd beschreven in de Nota Bodembeheer Werkgebied ODRU, een beleidsdocument dat richtlijnen geeft voor het gebruik van grond in 15 gemeenten. De ligging van deze zones is weergegeven op de kaarten in bijlage 5A van het document.

Veiligheid bij Grondwerken

Werkzaamheden die in of met verontreinigde grond plaatsvinden, moeten uitgevoerd worden met passende veiligheidsmaatregelen. Soms is een onderzoek nodig om eventuele Arbo-risico’s te bepalen. Sinds 2019 is het beleid voor bodemgerelateerde Arbo-risico’s vastgelegd in de CROW-400-regeling, die verontreinigingen toetst aan zogeheten SRC-Arbo (Serious Risk Concentration). Deze richtlijnen zijn ontwikkeld om het werkgezondheidsrisico voor werknemers te minimaliseren en de veiligheid van het werkterrein te waarborgen.

Daarnaast wordt gebruikgemaakt van publiekrechtelijke bodemkwaliteitskaarten om de noodzaak van veiligheidsmaatregelen te bepalen. De statistische P80-waarde van de bodembeleidszone waar de ontgraving plaatsvindt, speelt hierin een belangrijke rol. Deze waarden zijn opgenomen in tabellen in bijlage 3 van het beleidsdocument.

Duurzaam Bodembeheer

Duurzaamheid is een kernaspect van het nieuwe beleid dat in de regio Noordwest Utrecht is ontwikkeld. Met duurzaam bodembeheer wordt bedoeld dat de bodem zodanig gebruikt en bescherm wordt dat ze ook voor toekomstige generaties beschikbaar blijft, zonder onaanvaardbare risico’s. Door het hergebruik van gebiedseigen grond wordt het gebruik van primaire grondstoffen verminderd, wat leidt tot lagere transportafstanden en dus minder uitstoot van CO2 en fijnstof.

Het nieuwe beleidskader legt uit dat bij grondverzet geen nieuwe milieu- of gezondheidsrisico’s mogen ontstaan. Dit is een essentieel principe om zowel huidig als toekomstig bodemgebruik te waarborgen. Binnen dit kader worden ook de toepassingseisen voor het gebruik van grond in verschillende zones geregeld. Deze eisen zijn opgenomen in de Gebiedsspecifieke Toepassingskaart, die deel uitmaakt van het beleidsdocument.

Toepassingseisen en Beleidszones

Het beleid stelt duidelijke toepassingseisen voor het gebruik van grond in verschillende zones. Deze eisen zijn afhankelijk van de bodemfunctie van het perceel en de bestemmingsplannen. Bijvoorbeeld in een agrarisch perceel dat gelegen is in het vlak "wonen", mag maximaal klasse L/N-grond worden toegepast. Omgekeerd mag in een bouwvlak dat gelegen is in het vlak "landbouw/natuur", klasse Wonen-grond worden gebruikt, zolang aan alle andere eisen is voldaan.

De grens tussen buitengebied en bebouwd gebied is niet altijd hard gedefinieerd. Daarom is het belangrijk om bij het plannen van een project rekening te houden met de geldende toepassingseisen in het specifieke gebied. Deze regels zijn gedetailleerd uitgelegd in paragraaf 5.2 van het beleidsdocument en opgenomen in bijlage 5D van de Nota Bodembeheer Werkgebied ODRU.

Praktijkgerichte Implementatie

Om het beleid effectief te implementeren, organiseert de ODRU regelmatig bijeenkomsten waarbij beleidsmedewerkers, handhavers en uitvoerders worden geïnformeerd over grondverzet en bodemsanering. Deze bijeenkomsten zijn praktijkgericht en gericht op het bevorderen van samenwerking tussen de betrokken partijen. Het doel is om de kennis bij te houden en eventuele knelpunten in de uitvoering te identificeren en op te lossen.

Daarnaast worden implementatieplannen opgesteld om het beleid te verankeren bij zowel interne gemeentelijke organisaties als externe partijen. Deze plannen zijn onderdeel van de duurzame aanpak en zorgen voor een coherente uitvoering van het beleid op de lange termijn.

Verantwoord Grondgebruik in Praktijk

Een praktisch voorbeeld van verantwoord grondgebruik is het gebruik van dynamische infiltratiecapaciteit bij het bufferen van regenwater. Hierbij wordt gebruikgemaakt van speciale materialen of constructies die het regenwater tijdelijk kunnen opslaan en infiltreren. Deze oplossing is vaak efficiënter en duurzamer dan traditionele infiltratiekratten, aangezien minder opslagcapaciteit nodig is.

In de praktijk kan dit bijvoorbeeld worden toegepast bij een buitenkraan of in een border. Door het regenwater via een zandvangput te leiden naar een bufferinstallatie, wordt zowel het afvoerprobleem opgelost als de infiltratiecapaciteit van het perceel vergroot. Dit soort maatregelen zijn niet alleen milieuvriendelijk, maar ook kostenefficiënt op de lange termijn.

Handhaving en Toezicht

De gemeenten in de regio Noordwest Utrecht zijn bevoegd gezag voor de taken die voortkomen uit het Besluit Bodemkwaliteit. Deze taken zijn gemandateerd aan de Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU), die onder andere toezicht houdt op tijdelijke opslag en toepassing van grond en baggerspecie. Wanneer nodig, treden er handhavingsmaatregelen aan.

Daarnaast is er ook een systeem van erkenningen voor bodemintermediairs, die een rol spelen bij het verwerken en hergebruik van grond. Dit systeem zorgt ervoor dat het gebruik van grond veilig en verantwoord is, en dat milieustrafsten worden voorkomen.

Conclusie

Grondwerken en bodembeheer vormen een essentieel onderdeel van elke bouw- of renovatieproject. Het is belangrijk om rekening te houden met de bodemkwaliteit, veiligheid, duurzaamheid en toepassingseisen. De richtlijnen en beleidsdocumenten van de regio Noordwest Utrecht bieden duidelijke richtsnoeren voor het verantwoord gebruik van grond en zorgen voor een coherente aanpak op de lange termijn.

Door het gebruik van hergebruikte grond en duurzame oplossingen, zoals dynamische infiltratiecapaciteit, kan het milieu worden beschermd, terwijl tegelijkertijd kosten worden bespaard. Het is daarom verstandig om bij het plannen van een bouw- of renovatieproject rekening te houden met deze richtlijnen en het beleid in de praktijk te toepassen.

Bronnen

  1. Nota bodembeheer werkgebied ODRU
  2. Maximaal regenwater bufferen

Related Posts