Volkerink Heino Agri: Eind van een agrarisch loonbedrijf en gevolgen voor de sector

Published by Redactie on juli 19, 2025 | Category grondwerk

Het bedrijf Volkerink Heino Agri groenonderhoud en grondwerk was tot ongeveer 2020 actief in de agrarische sector en speelde een rol in loonwerk, grondverzet, groenonderhoud en andere terreinwerkzaamheden. Het bedrijf, gevestigd in Heino-West in de gemeente Raalte, werd destijds geregistreerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 08193257 en had tijdelijk tussen de 11 en 20 werknemers. De ontplooiing van dit loonbedrijf en de omstandigheden rondom de eindiging van activiteiten bieden interessante inzichten in de huidige trends en uitdagingen binnen de agrarische loonsector in Nederland.

Het bedrijf Volkerink Heino Agri

Volkerink Heino Agri groenonderhoud en grondwerk was een loonbedrijf dat onderdeel uitmaakte van de Cumela-organisatie. Het bedrijf richtte zich op agrarisch loonwerk, grondverzet, groen- en terreinonderhoud, en uitgebreidere werkzaamheden zoals bestraten, sloopwerkzaamheden, gladheidsbestrijding en onkruidbestrijding op verhardingen. De werkzaamheden werden uitgevoerd door deskundig personeel met gebruik van efficiënte machines. De kwaliteit van het werk werd gegarandeerd door certificeringen zoals VCA 2008/05, GMP-B3 en VKL*-G. Het bedrijf had klanten zowel onder particulieren, bedrijven als overheidsinstellingen.

Hoewel het bedrijf agrarisch loonwerk centraal had staan, was het ook actief in het grondverzet, verreikersverhuur, cultuurtechnische werken, groenvoorziening en verhardingen. Het werkgebied voor landbouwprojecten was vooral gericht op de regio Heino. Grondverzet en groenonderhoud werden uitgevoerd in het brede gebied van Salland. De verreikers werden verhuurd in Noordoost-Nederland.

Het bedrijf ontstond uit de Coöperatieve Werktuigenvereniging Heino, die in 1950 werd opgericht. In 2001 werd de vereniging overgenomen door Gerrit Volkerink, die in 2009 zijn aandeel doorgegeven aan Louis Claessens, de huidige eigenaar. Claessens was verantwoordelijk voor het voortzetten van de activiteiten tot de eindiging van de bedrijfsactiviteiten.

De eindiging van de bedrijfsactiviteiten

In 2020 besloot Volkerink Heino Agri om de activiteiten te stoppen. In een mail naar klanten en opdrachtgevers legde eigenaar Louis Claessens de oorzaken van deze beslissing uit. Hij noemde onder andere het opschorten van de deadline voor asbestsanering, de problematiek rond PFAS en PAS, en de coronapandemie als belangrijke factoren die leidden tot een sterke terugval in de opdrachtenportefeuille.

In de agrarische sector raakte het bedrijf vooral getroffen door de dalende melkprijzen en het wegvallen van de frietconsumptie. Hierdoor verloren zij bijna de helft van hun areaal van 85 hectare frietaardappelen. Ook het werk voor recreatieparken verdween, aangezien deze faciliteiten gesloten werden. Volgens Claessens was het besluit om te stoppen genomen na enkele weken nadenken. Hij benadrukte dat hij zonder de stikstofcrisis de coronaproblemen wel zou hebben kunnen overleven.

Het bedrijf legde uit dat het tot 1 juni nog alle gegonde werkzaamheden zou uitvoeren en alle rekeningen keurig voldoen. De machines werden eind mei via Troostwijk geveild. Claessens stelde dat de aardappels en maïs in beheer tot aan het einde van het groeiseizoen zouden worden verzorgd, inclusief alle verplichtingen die daarbij hoorden. Hiermee wilde hij zorgen dat aan alle verplichtingen was voldaan.

De zestien medewerkers werden ontslagen. Claessens wilde hen echter ondersteunen bij het vinden van nieuwe werkgelegenheid. Afgaande op de reacties van collega-bedrijven, verwacht hij dat het vlot zal verlopen. Dit benadrukt het belang van samenwerking en onderlinge steun binnen de agrarische sector.

Oorzaken en gevolgen

De beslissing van Volkerink Heino Agri om de activiteiten te stoppen biedt een interessant kader om de huidige uitdagingen en trends binnen de agrarische loonsector in kaart te brengen. De problemen met asbestsanering, PFAS, PAS en stikstof hebben directe en indirecte gevolgen voor loonbedrijven en agrarische ondernemingen. Deze thema’s zijn niet alleen van betekenis voor de milieu- en gezondheidsaspecten, maar ook voor de operationele continuïteit van bedrijven.

De coronapandemie heeft hierbij een extra complicerende factor toegevoegd. De afname van de opdrachtenportefeuille en de beperkingen in bewegingsvrijheid en logistiek hebben veel loonbedrijven zwaar getroffen. Voor agrarische loonbedrijven, die vaak afhankelijk zijn van korte deadlines en seizoensgebonden werkzaamheden, is dit extra problematisch.

De beslissing om te stoppen met de activiteiten van Volkerink Heino Agri benadrukt ook de kwetsbaarheid van loonbedrijven in een sector die sterk beïnvloed wordt door macro-economische en regelgevende ontwikkelingen. Het is duidelijk dat loonbedrijven niet alleen afhankelijk zijn van de interne efficiëntie en kwaliteit, maar ook van externe omstandigheden die vaak buiten hun controle liggen.

Agrarisch loonwerk in cijfers

Hoewel het bedrijf Volkerink Heino Agri is uitgevallen, is het mogelijk om enkele algemene cijfers en trends in de agrarische loonsector te schetsen, op basis van beschikbare informatie. Agrarisch loonwerk omvat een breed spectrum aan activiteiten, zoals het zetten van gewassen, het uitvoeren van grondverzet, het onderhouden van groenvoorzieningen en het saneren van grondwater. Deze werkzaamheden worden vaak uitgevoerd door loonbedrijven die gespecialiseerd zijn in agrarische en tuinbouwactiviteiten.

In Noordoost-Nederland, waar Volkerink Heino Agri actief was, is agrarisch loonwerk een belangrijk onderdeil van de economie. De regio is bekend voor haar uitgebreide landbouwactiviteiten en agrarische ondernemingen. Loonbedrijven zoals Volkerink Heino Agri speelden een cruciale rol in het ondersteunen van deze activiteiten, vooral in het uitvoeren van seizoensgebonden werkzaamheden.

De afhankelijkheid van loonbedrijven van agrarische ondernemingen is duidelijk. Agrarische bedrijven hebben vaak geen in-house infrastructuur om alle werkzaamheden zelf uit te voeren, waardoor ze afhankelijk zijn van loonbedrijven voor de uitvoering van specifieke taken. Deze samenwerking is essentieel voor de efficiëntie en het succes van agrarische activiteiten.

Conclusie

Het eind van Volkerink Heino Agri groenonderhoud en grondwerk geeft een duidelijk beeld van de uitdagingen waarmee loonbedrijven in de agrarische sector momenteel worden geconfronteerd. De beslissing om de activiteiten te stoppen was het gevolg van een combinatie van macro-economische en regelgevende factoren, waaronder de coronapandemie, de stikstofcrisis, en de problematiek rond PFAS en PAS. Deze ontwikkelingen hebben directe gevolgen voor de operationele continuïteit van loonbedrijven en onderstrepen de kwetsbaarheid van deze sector.

Toch blijft agrarisch loonwerk een essentieel onderdeel van de agrarische economie. Loonbedrijven zoals Volkerink Heino Agri zijn cruciale partners in de uitvoering van seizoensgebonden werkzaamheden en ondersteunen agrarische ondernemingen in het behouden van efficiëntie en kwaliteit. Het eind van dit bedrijf benadrukt de noodzaak van stabiliteit, diversificatie en ondersteuning voor loonbedrijven in de agrarische sector.

De toekomst van agrarisch loonwerk hangt af van hoe de sector zich aanpast aan de huidige uitdagingen en of er maatregelen worden genomen om loonbedrijven te steunen in hun continuïteit en groei. De ervaring van Volkerink Heino Agri is daarbij een waardevolle les in het begrijpen van de complexiteit en kwetsbaarheid van deze sector.