Funderend onderwijs: een kernbegrip in het Nederlandse educatiesysteem

Het begrip funderend onderwijs speelt een centrale rol in de huidige educatieve context in Nederland. Het vormt de basis voor de ontwikkeling van kinderen vanaf de kleuterleeftijd tot en met het voortgezet onderwijs, en heeft als doel om jongeren voor te bereiden op hun rol in de maatschappij. In dit artikel worden de kernconcepten van funderend onderwijs besproken, op basis van de beschikbare bronnen. Het artikel richt zich op de betekenis van het begrip, de doelstellingen en de opbouw van het onderwijs, met aandacht voor de rol van de leerling, het curriculum en de maatschappelijke context.

Wat is funderend onderwijs?

Het begrip funderend onderwijs is een overkoepelende term die zich richt op zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs. Dit betekent dat het funderend onderwijs zich richt op kinderen van 4 tot 18 jaar. Het doel van funderend onderwijs is om jongeren een breed spectrum aan kennis en vaardigheden te geven die essentieel zijn voor hun verdere ontwikkeling in de maatschappij. Deze kennis en vaardigheden richten zich niet alleen op academische competenties, maar ook op sociaal-emotionele ontwikkeling en burgerschap.

Volgens bron [1] is funderend onderwijs de overkoepelende term voor het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Dit onderwijsveld legt de grondslag voor het verdere onderwijs en voor de maatschappelijke rol van jongeren. Bron [4] benadrukt verder dat funderend onderwijs niet alleen het technische aspect van onderwijs betreft, maar ook een breed spectrum aan vorming omvat.

Doelstellingen van funderend onderwijs

De doelstellingen van funderend onderwijs zijn breed en gericht op zowel de individuele ontwikkeling van de leerling als de maatschappelijke context. Volgens bron [2], moet het onderwijs zich richten op de capaciteiten en aanleg van de kinderen, terwijl tegelijk aandacht moet worden besteed aan basisvaardigheden zoals taal en rekenen. Daarnaast is er ruimte voor vormende vakken zoals geschiedenis, maatschappijleer en godsdienst. Dit duidt op een brede, interdisciplinaire aanpak van onderwijs.

Bron [3] benadrukt dat het funderend onderwijs gericht is op algemene vorming en de maatschappelijke participatie van jongeren. Het onderwijs moet ongeacht de achtergrond van de leerling leiden tot een brede intellectuele, sociale, emotionele, motorische, artistieke en morele vorming. Dit is een essentieel element van het funderend onderwijs, dat zich richt op het opbouwen van een stevige basis voor het verdere leven.

Bron [5] geeft een duidelijke doelstelling: het geven van algemene vorming aan leerlingen om te kunnen functioneren binnen de Antilliaanse maatschappij, de regio en de wereld. Dit benadrukt het interculturele karakter van funderend onderwijs en het streven naar rechtvaardigheid en inclusie. De nadruk ligt op het versterken van de culturele identiteit van de leerling, evenals het bestrijden van tweedelingen in de samenleving.

Opbouw van funderend onderwijs

Het funderend onderwijs is onderverdeeld in drie cycli, zoals beschreven in bron [5]. Deze cycli zijn gebaseerd op de leeftijd en de ontwikkelingsstadia van de leerling:

  • Cyclus 1 (4-8 jaar): Deze cyclus omvat de kleuterschool en de eerste klas van de basisschool. Het focuspunt ligt op de sociale en emotionele ontwikkeling, evenals het opbouwen van basisvaardigheden zoals taal en rekenen.
  • Cyclus 2 (8-12 jaar): Deze cyclus omvat de klas 2 t/m 6 van de basisschool. Het doel is om de leerling te voorzien van een brede basis in verschillende vakken, met aandacht voor zowel academische als sociaal-emotionele ontwikkeling.
  • Cyclus 3 (12-15 jaar): Deze cyclus omvat het begin van het voortgezet onderwijs (klas 1 en 2). Het doel is om leerlingen voor te bereiden op de keuze tussen vmbo, havo of vwo, zonder dat deze keuze te vroeg moet worden genomen. Bron [2] benadrukt dat de selectie naar voortgezet onderwijs zoveel mogelijk moet worden uitgesteld, zolang dat in het belang van de leerling is. De eindtoets of doorstroomtoets mag niet te veel gewicht krijgen bij deze keuze.

Kernwaarden en burgerschap

Een belangrijk aspect van funderend onderwijs is de nadruk op waarden en normen. Bron [2] benadrukt dat waarden zoals verantwoordelijkheid, dienstbaarheid, assertiviteit en rechtvaardigheid een centrale rol moeten spelen in het onderwijs. Deze waarden moeten niet alleen theoretisch worden onderwezen, maar ook praktisch worden uitgewerkt in de scholingscontext.

Daarnaast is er een sterke nadruk op burgerlijk bewustzijn en sociale participatie. De leerling moet leren omgaan met de maatschappelijke context, waarbij aandacht wordt besteed aan multicultureel bewustzijn, gelijkheid en diversiteit. Volgens bron [5], moet het funderend onderwijs bijdragen aan de bestrijding van tweedelingen tussen haves en have nots, evenals aan het creëren van eenheid in verscheidenheid tussen scholen.

Curriculum en inhoud

Het curriculum van funderend onderwijs is van essentieel belang voor de kwaliteit van de opvoeding en vorming. Bron [6] wijst erop dat er momenteel een discussie is over of het curriculum nog steeds tijdens is voor de toekomst. Het curriculum moet de dynamiek van de samenleving weerspiegelen en de leerling voorzien van kennis en vaardigheden die relevant zijn voor de toekomstige maatschappij.

De Commissie-Dijsselbloem benadrukte reeds zes jaar geleden dat er behoefte is aan een herwaardering van de onderwijsinhoud. Het gesprek over de inhoud van het curriculum is echter fragmentarisch en vaak ad hoc gevoerd. Bron [6] benadrukt dat het is tijd om een breed gesprek aan te gaan over wat leerlingen moeten kennen en kunnen aan het eind van hun schoolperiode.

De rol van de leerling

Een kernprincipe van funderend onderwijs is dat elk kind uniek is. Bron [5] benadrukt dat het onderwijs zich moet afstemmen op de individuele behoeften en mogelijkheden van de leerling. Hierdoor kan elke leerling op zijn eigen tempo groeien en ontwikkelen. Dit benadrukt de individuele benadering van onderwijs en de gelijkwaardige behandeling van alle leerlingen, ongeacht hun achtergrond.

Conclusie

Funderend onderwijs vormt een essentieel onderdeel van het Nederlandse educatiesysteem. Het richt zich op jongeren van 4 tot 18 jaar en heeft als doel hun algemene vorming te versterken, zowel op cognitief als sociaal-emotioneel gebied. Het benadrukt de belangrijkheid van basisvaardigheden, maatschappelijke participatie en burgerschap, evenals het creëren van gelijkheid en inclusie. De opbouw van funderend onderwijs in drie cycli helpt bij het aanpassen van het onderwijs aan de ontwikkelingsstadia van de leerling. Tegelijk benadrukt het curriculum de noodzaak om zich aan te passen aan de maatschappelijke en technologische veranderingen in de toekomst.

Het funderend onderwijs is dus meer dan alleen scholieren leren lezen, schrijven en rekenen. Het helpt jongeren om zich op de juiste manier te ontwikkelen en te participeren in de maatschappij, op basis van fundamentele waarden en normen.

Bronnen

  1. Wij-Leren.nl
  2. SGP.nl
  3. Lokale regelgeving
  4. Encyclo.nl
  5. VPCO.org
  6. Parlementaire Monitor

Related Posts