Herijking van de sturing in het funderend onderwijs: Doelgerichtheid en samenwerking als kern

De herijking van de sturing in het funderend onderwijs is momenteel een centraal punt in de discussie over de kwaliteit en het functioneren van de educatieve instellingen in Nederland. Dit proces richt zich op het opnieuw bepalen van de rollen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de betrokken actoren in het onderwijssysteem, zoals de overheid, besturen, schoolleidingen en docenten. Het doel is om een duidelijkere, consistente en effectieve sturing te realiseren die de kwaliteit van het onderwijs kan verbeteren en gelijke kansen voor alle leerlingen kan garanderen. Deze artikel biedt een overzicht van de huidige ontwikkelingen, de doelen van de herijking en de uitdagingen die erbij horen, op basis van recente documenten en beleidsverklaringen van het kabinet.

Huidige situatie en problemen

De kwaliteit van het funderend onderwijs, wat zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs omvat, staat momenteel onder druk. Hoewel de betrokken professionals dagelijks hard werken om het onderwijs te verbeteren, zijn er structurele problemen die niet door individuele inspanningen alleen kunnen worden opgelost. Zo is er sprake van een tekort aan leraren en schoolleiders, terwijl de basisvaardigheden van leerlingen onder het gewenste niveau liggen. Bovendien is er onvoldoende gelijkheid in de kansen die leerlingen krijgen, afhankelijk van hun achtergrond of school.

De overheid en diverse partijen binnen het onderwijssysteem hebben zich reeds inzetten voor het verbeteren van deze situatie. Zo is er bijvoorbeeld het Masterplan Basisvaardigheden opgestart om leerlingen op een hoger niveau te brengen. Daarnaast zijn er maatregelen genomen om de loonkloof tussen primair en voortgezet onderwijs te dichten, en is er een Agenda Kansengelijkheid opgestart om ongelijkheden aan te pakken. Hoewel deze initiatieven belangrijk zijn, blijft het probleem dat de sturing van het onderwijs te onduidelijk en oncoherent is, wat tot verwardheid en beleidsresistentie leidt bij de betrokkenen.

Aanleiding voor de herijking

De aanleiding voor de herijking van de sturing in het funderend onderwijs komt vooral uit het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) over kwaliteit en kansengelijkheid. Dit onderzoek toont aan dat de sturing in het onderwijs in de loop van de jaren is geëvolueerd naar een situatie waarin er sprake is van een "overload" aan sturing. Verschillende actoren — zoals de overheid, besturen en gemeenten — geven incoherente sturingsprikkels, wat leidt tot verwarring en inefficiëntie.

Daarnaast zijn er politieke moties, zoals de motie Beertema (PVV) en de motie Van Meenen (D66), die vraagtekens zetten bij het huidige sturingsmodel. Deze moties hebben bijgedragen aan het besluit van het kabinet om een herijking van het sturingsmodel uit te voeren. Binnen deze herijking worden diverse vragen centraal gesteld, zoals:

  • Vanuit welke sturingsgedachte stuurt de overheid het onderwijs aan?
  • Wie heeft er binnen de school meebeslissingsrecht over welke keuzes?
  • Hoe kan zorg worden genomen dat onderwijsgelden goed worden besteed en dat de keuzes van scholen transparant en begrijpelijk zijn voor alle betrokkenen?

Richtlijnen voor de herijking

In de kabinetsreactie op het IBO is aangekondigd dat er sprake zal zijn van een fundamentele herijking van het sturingsmodel in het funderend onderwijs. Deze herijking richt zich op drie kernaspecten:

  1. Bekostiging: De vraag is hoe de overheid onderwijsgelden moet toekennen en waarbij het duidelijk moet zijn hoe deze middelen worden besteed. Er wordt gekeken naar de huidige systemen, zoals de lumpsum en subsidies, en of deze aanpassingen nodig hebben om efficiënter en eerlijker te worden.

  2. Zeggenschapsstructuur: De verdeling van zeggenschap tussen de overheid, besturen, schoolleidingen en docenten is een belangrijk thema. Het IBO stelt dat er te veel onduidelijkheid is over wie bevoegd is om welke keuzes te maken. De herijking wil hier duidelijkheid en coherentie in brengen.

  3. Arbeidsvoorwaardenvorming: De vorming van arbeidsvoorwaarden is momenteel verdeeld over verschillende niveaus, wat leidt tot verwarring en inefficiëntie. Er wordt gekeken of een uniforme aanpak mogelijk is, zoals via één collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) voor het funderend onderwijs.

Daarnaast is er ook aandacht voor de invulling van de moties van Beertema en Van Meenen, evenals voor het advies van het Onderwijsraad over de rol van schoolbesturen. De herijking bouwt verder op het rapport “Breed gesprek (mede)zeggenschap en governance” en de verkenning “Eén CAO funderend onderwijs”.

Scenario’s en aanpak

Het IBO stelt dat er geen duidelijke keuze moet zijn tussen de极端e sturingfilosofieën — zoals een centrale, directe sturing of een volledige autonomie van scholen — maar dat er juist consistente en doelgerichte sturing moet zijn. Daarbij benadrukt het IBO dat er te veel onbegrip is tussen de overheid, besturen, schoolleidingen en docenten. Een sturingsmodel waarin iedere partij de rol van de andere accepteert en waarin er wederzijds respect en samenwerking zijn, is essentieel voor het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs.

Tijdens de herijking worden verschillende scenario’s overwogen. Een van de scenario’s — Scenario A — bouwt voort op de sturingsfilosofie van de jaren ’90, waarbij besturen een grote autonomie kregen. In dit scenario zou de overheid haar rol beperken tot het stellen van doelen en kaders, zonder de invulling daarvan te specificeren. Hierbij zouden de besturen verantwoordelijk zijn voor het nemen van beslissingen binnen die kaders, zonder incidentele ingrepen op schoolniveau.

Een andere aanpak is gericht op het verminderen van de belasting op scholen en professionals in het onderwijs. Het huidige stelsel zorgt ervoor dat scholen en docenten te veel gedwongen worden om te reageren op buitenlandse sturing, wat leidt tot beleidsresistentie. De herijking wil dit verlichten door het sturingsmodel duidelijker en consistenter te maken, waarbij de overheid zich beperkt tot het stellen van richtlijnen, en de scholen verantwoordelijk zijn voor de invulling daarvan.

Nieuwe initiatieven en voorstellen

Om de herijking te ondersteunen is een nieuw komersplan opgestart, met een focus op kwaliteit en structurele verbeteringen. Daarnaast is er een nieuw komersplan voor het onderwijs aan nieuwkomers, die momenteel onder druk staat. In dit plan wordt gewerkt aan tijdelijke voorzieningen en kleine aanpassingen om de uitvoering voor scholen te vereenvoudigen. Er zijn vijf tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen actief, waardoor in noodsituaties kan worden afgeweken van de eisen uit de onderwijswetgeving, zoals betreft onderwijstijd, curriculum en bevoegdheden.

Daarnaast is er aandacht voor het verbeteren van de basisvaardigheden van leerlingen en de samenwerking met het mbo. Het doel is om leerlingen vroegtijdig op weg te helpen met het leren lezen, schrijven en rekenen, zodat ze later beter voorbereid zijn op het voortgezet onderwijs en de arbeidsmarkt.

Conclusie

De herijking van de sturing in het funderend onderwijs is een complexe, maar noodzakelijke stap om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en gelijke kansen voor alle leerlingen te garanderen. Het huidige sturingsmodel leidt tot verwarring, inefficiëntie en beleidsresistentie, waardoor de inspanningen van professionals in het onderwijs niet altijd worden gesteund. Door een duidelijker, consistenter en doelgerichter sturingsmodel in te voeren, kan de overheid, samen met besturen, schoolleidingen en docenten, beter bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs.

Het kabinet heeft duidelijk gemaakt dat het inzet op samenwerking, transparantie en professionalisering. Dit betekent dat het sturingsmodel niet alleen technisch en administratief moet worden aangepast, maar ook dat er een culturele verandering moet plaatsvinden in de manier waarop de betrokken actoren met elkaar omgaan. Alleen zo kan een duurzame verbetering van het funderend onderwijs worden bereikt.

Bronnen

  1. Kamerbrief over herijking sturing funderend onderwijs
  2. Uitnodiging regiobijeenkomsten OCW over herijking sturing funderend onderwijs
  3. Brief regering; Herijking sturing funderend onderwijs - Primair Onderwijs
  4. Jaarverslag 2024 - Onderdeel
  5. Kst-31293-669
  6. Kst-31293-727

Related Posts