Wat is funderend onderwijs en waarom is het belangrijk voor scholing op Sint Maarten?

Funderend onderwijs is een centraal begrip in het educatieve systeem van Sint Maarten. Het betreft het onderwijs dat gericht is op kinderen vanaf 4 jaar en vormt een basis voor hun verdere scholing in het voortgezet onderwijs. Dit artikel biedt een overzicht van de definitie, doelstellingen en juridische kaders van funderend onderwijs, met aandacht voor de regelgeving, structuur en aanbevelingen voor samenwerking tussen schoolbesturen.


Funderend onderwijs, zoals gedefinieerd in de landsverordening van Sint Maarten, omvat zowel het primair onderwijs (po), het (voortgezet) speciaal onderwijs (vso) als het voortgezet onderwijs (vo). Het is gericht op kinderen vanaf 4 jaar en heeft als doel hun algemene vorming in de Sint Maartense samenleving. Deze vorming omvat intellectuele, sociale, emotionele, motorische, artistieke en morele aspecten. Het funderend onderwijs moet voor elk kind, ongeacht achtergrond, een basis creëren die hen bevoegd maakt voor voortgezet onderwijs en voor betrokkenheid in de maatschappij.

De landsverordening stelt dat het funderend onderwijs niet alleen gericht is op academische vaardigheden, maar ook op het ontwikkelen van persoonlijke en maatschappelijke vaardigheden. Het onderwijs moet kinderen in staat stellen zich individueel en als groepslid volledig te ontwikkelen. Deze bredere doelstellingen zijn essentieel om ervoor te zorgen dat leerlingen niet alleen goed opgeleid zijn, maar ook in staat zijn om sociaal en cultureel betrokken te zijn in hun omgeving.


Juridische kaders en bevoegdheden

Het funderend onderwijs op Sint Maarten wordt gereguleerd door een landsverordening, waarin de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van verschillende partijen worden vastgelegd. De verordening onderscheidt tussen openbare scholen, die door het openbaar orgaan of de minister worden onderhouden, en bijzondere scholen, die door particuliere personen of instellingen worden georganiseerd.

Een centraal begrip in deze regelgeving is het "bevoegd gezag". Voor openbare scholen is dit de minister of het openbaar orgaan, terwijl het schoolbestuur als bevoegd gezag fungeert voor bijzondere scholen. Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor de organisatie en kwaliteitsborging van het onderwijs, inclusief het aanstellen van docenten en het beheren van educatieve programma’s.

De landsverordening bepaalt ook de vereisten voor leerkrachten die onderwijs mogen geven. Docenten moeten een verklaring van goed zedelijk gedrag bezitten, wat binnen zes maanden na aanstelling geldig moet zijn. Daarnaast is er een regeling voor nascholing, waarbij leerkrachten verplicht zijn om hun kennis en vaardigheden te blijven verwerken via aanvullende opleidingen.


Structuur en educatiegebieden

Het funderend onderwijs is opgedeeld in twee cycli, ieder van vier jaar. De eerste cyclus richt zich op de basiskwaliteiten van kinderen, terwijl de tweede cyclus dieper in gaat op de academische en sociaal-emotionele ontwikkeling. In beide cycli zijn een aantal educatiegebieden centraal:

  • Taal, geletterdheid en communicatie, met nadruk op Engels, Nederlands en Spaans.
  • Rekenen en wiskunde, als fundament voor analytisch denken.
  • Mens en maatschappij, waarin sociale, historische en culturele aspecten centraal staan.
  • Mens, natuur en technologie, om technische en wetenschappelijke kennis te bevorderen.
  • Culturele en artistieke vorming, waaronder muziek, theater en visuele kunsten.
  • Gezonde levensstijl en bewegingsonderwijs, om fysieke en mentale gezondheid te bevorderen.
  • Sociaal-emotionele vorming, om kinderen te leren omgaan met gevoelens en relaties.
  • Algemene mensvorming, inclusief godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs in bijzondere scholen.

Bijzondere scholen mogen bovendien godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aanbieden, maar dit mag slechts een beperkte hoeveelheid uren per schooljaar in beslag nemen.

De kerndoelen voor elk educatiegebied worden vastgesteld via landsbesluiten en moeten worden gehanteerd bij de onderwijsactiviteiten van de school. Deze kerndoelen beschrijven de kwaliteiten die leerlingen moeten ontwikkelen, zoals kennis, attitudes, inzicht en vaardigheden.


Onderwijsinspectie en kwaliteitsborging

De kwaliteit van het funderend onderwijs op Sint Maarten wordt geregeld door de onderwijsinspectie, die jaarlijks een onderwijsverslag publiceert. Dit verslag biedt inzicht in de toestand van het onderwijs in het algemeen en op individuele scholen. Het verslag wordt zowel aan de minister als aan de Staten aangeboden en fungeert als basis voor beleidskeuzes en verbeteringen in het onderwijsstelsel.

Daarnaast bestaat er een onderwijsraad die de minister adviseert bij wijzigingen in de regelgeving en bij het uitvoeren van bepaalde artikelen uit de landsverordening. De onderwijsraad bestaat uit vertegenwoordigers van bevoegde gezagsorganen, ouders en het personeel van de scholen. Deze raad speelt een belangrijke rol bij het coördineren van educatieve activiteiten en het bevorderen van samenwerking tussen scholen en andere partijen.


Samenwerking tussen schoolbesturen

Onderwijsaanbod op Sint Maarten wordt soms beïnvloed door dalende leerlingenaantallen en andere maatschappelijke veranderingen. In dergelijke gevallen wordt samenwerking tussen schoolbesturen noodzakelijk om een breed en divers onderwijsaanbod in stand te houden. Wetsvoorstel 35104 betreft het afschaffen van de fusietoets, wat schoolbesturen meer flexibiliteit biedt bij het zoeken naar samenwerking.

Volgens het wetsvoorstel kunnen scholen institutioneel fuseren, mits de vestigingen in dezelfde of aangrenzende gemeenten liggen. Dit betekent dat scholen die geografisch dicht bij elkaar liggen, beter in staat zijn om samen te werken bij het ontwikkelen van een toekomstbestendig onderwijsaanbod. Deze samenwerking kan ook bijdragen aan het behoud van kleinere scholen, waardoor het onderwijs voor leerlingen en leraars toegankelijker, herkenbaar en overzichtelijker blijft.

Het wetsvoorstel werd aangenomen door de Tweede Kamer in 2019 en werd voorgesteld door partijen als VVD, D66 en CDA. De voordelen van deze aanpassing zijn gericht op het behoud van kwaliteitsonderwijs, de verbetering van samenwerking en de aanpassing van het onderwijsaanbod aan veranderende maatschappelijke omstandigheden.


Nascholing en kwalificaties van leerkrachten

Leerkrachten die funderend onderwijs geven, moeten voldoen aan bepaalde kwalificatievereisten. Deze omvatten het bezitten van het diploma applicatiecursus leerkracht funderend onderwijs en het diploma leerkracht funderend onderwijs. Daarnaast is nascholing verplicht en kan per groep leerkrachten worden afgestemd op hun vooropleiding, werkervaring en het bezit van bepaalde bewijzen van bekwaamheid.

Nascholing is niet alleen een juridisch verplichte maatregel, maar ook een belangrijk instrument voor het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Door aanvullende opleidingen te volgen, kunnen leerkrachten hun kennis en vaardigheden blijven uitbreiden en aanpassen aan de wisselende educatieve en maatschappelijke omstandigheden. In geval van niet-naleving van de nascholingsverplichting kan de bevoegdheid tot het geven van funderend onderwijs worden ontnomen.


Conclusie

Funderend onderwijs op Sint Maarten speelt een centrale rol in de algemene vorming van kinderen en is een fundamentele basis voor hun verdere scholing. Het omvat een breed palet van educatiegebieden, variërend van taal en rekenen tot sociaal-emotionele vorming en artistieke ontwikkeling. De regelgeving en juridische kaders bieden een duidelijk kader voor het functioneren van scholen en leerkrachten, terwijl de nadruk op samenwerking en nascholing belangrijk is voor de kwaliteitsborging van het onderwijs.

De introductie van wetsvoorstel 35104 betreft het afschaffen van de fusietoets en biedt schoolbesturen meer ruimte om innovatieve en toekomstbestendige oplossingen te creëren voor het onderwijsaanbod. Deze ontwikkeling benadrukt de noodzaak van flexibiliteit en samenwerking in een maatschappij die continu verandert.

Funderend onderwijs is dus niet alleen een educatieve prestatie, maar ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het draagt bij aan de ontwikkeling van jongeren die niet alleen goed opgeleid zijn, maar ook in staat zijn om actief en betrokken te zijn in hun omgeving.


Bronnen

  1. Landsverordening funderend onderwijs Sint Maarten
  2. Wetsvoorstel 35104 - Afschaffen van de fusietoets

Related Posts