Leerlingleraarratio en werkgelegenheid in het funderend onderwijs: trends en uitdagingen
Het funderend onderwijs, dat bestaat uit het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs, speelt een centrale rol in de vorming van jongeren in Nederland. De kwaliteit en het functioneren van deze onderwijssectoren zijn sterk beïnvloed door de verhouding tussen het aantal leerlingen en het aantal leraaruren, ook bekend als de leerlingleraarratio. Deze ratio geeft een beeld van het gemiddeld aantal leerlingen per voltijdeenheid leraar. De leerlingleraarratio is niet gelijk aan de gemiddelde groepsgrootte; zij is beïnvloed door het aantal voltijde leraars, de verdeling van lesuren en de aanwezigheid van instructeurs of andere medewerkers die niet als leraar worden gerekend. Binnen het funderend onderwijs is deze ratio belangrijk om inzicht te krijgen in de werkdruk op leraren en de kwaliteit van het onderwijs.
In dit artikel wordt ingegaan op de leerlingleraarratio in het funderend onderwijs in het jaar 2016, op basis van gegevens uit de beschikbare bronnen. Tevens wordt aandacht besteed aan de trendontwikkeling in de jaren rondom 2016, en de betekenis van deze ontwikkeling voor de werkomstandigheden van leraren en de kwaliteit van het onderwijs.
Leerlingleraarratio in 2016
In 2016 was de leerlingleraarratio in het funderend onderwijs (PO en VO) gemiddeld 16,7 leerlingen per voltijdeenheid leraar. In het basisonderwijs was de ratio iets hoger: 18,4 leerlingen per voltijdeenheid leraar. In het voortgezet onderwijs lag de ratio op 15,4 (bron 1). Deze cijfers geven een beeld van de verhouding tussen leerlingen en voltijdse leerkrachten in die tijd.
Het funderend onderwijs kent een duidelijke verdeling in sectoren. In het basisonderwijs is het aantal leerlingen per leraar meestal hoger dan in het voortgezet onderwijs. Dit komt onder andere door de structuur van het onderwijs: het basisonderwijs is verplicht en richt zich op jonge leerlingen die meer aandacht nodig hebben, terwijl het voortgezet onderwijs vaak meer gericht is op instructie en zelfstandigheid.
Trendontwikkeling rond 2016
De leerlingleraarratio in het funderend onderwijs is in de jaren rond 2016 gering veranderd. In de jaren voor 2016, zoals in 2015, was de ratio in het funderend onderwijs al op 16,9. In 2016 daalde deze ratio licht tot 16,7, gevolgd door een verder dalen tot 16,5 in 2017 (bron 1).
In het basisonderwijs was de ratio in 2016 op 18,4. In 2015 was deze ratio nog iets hoger op 18,6, wat aantoont dat het aantal voltijdse leraars in het basisonderwijs langzaam toegenomen is. In het voortgezet onderwijs is de ratio in 2016 op 15,4, hetzelfde als in 2015.
Deze trendontwikkeling is van belang voor de werkdruk op leraren en voor de kwaliteit van het onderwijs. Een lager aantal leerlingen per leraar kan betekenen dat leraren meer aandacht kunnen besteden aan individuele leerlingen, maar het kan ook een teken zijn van een toename van het aantal voltijdse leraars of een afname van de lesdruk per leraar.
Werkgelegenheid en lerarentekort in het funderend onderwijs
Hoewel de leerlingleraarratio in 2016 licht daalde, bleef het funderend onderwijs worstelen met een tekort aan leraars en schoolleiders. In 2024, ruim tien jaar later, was het lerarentekort in het primair onderwijs al opgelopen tot 7.700 fte aan reguliere banen en langdurige vervangingen (bron 2). Dit tekort is grotendeels verborgen, wat wil zeggen dat het wordt opgevangen door onbevoegde voor de klas, externe ingehuurde medewerkers of overwerkende collega’s.
In 2016 was het tekort al aanwezig, maar niet zo duidelijk als in latere jaren. Toch was het duidelijk dat het aantal beschikbare leraars in het funderend onderwijs niet gelijk liep aan de vraag. Dit had invloed op de leerlingleraarratio: een tekort aan leraars betekent dat de ratio stijgt, want er zijn minder voltijdse leraars beschikbaar om het aantal leerlingen te onderwijzen.
Invloed van schoolleiding en werkomstandigheden
De kwaliteit van de schoolleiding en de werkomstandigheden van leraren zijn sterk gerelateerd aan het verloop van leraren en de kwaliteit van het onderwijs. Studies tonen aan dat leraren die een positief beeld hebben van de schoolleiding en hun eigen professionele ontwikkeling, minder waarschijnlijk vertrekken (bron 2). In het funderend onderwijs is dit van groot belang, aangezien het verloop van leraren direct invloed heeft op de leerlingleraarratio.
In 2016 werd ook duidelijk dat de betere schoolleiders beter in staat waren om goede leraren aan zich te binden. Dit betekent dat de kwaliteit van de schoolleiding een directe invloed heeft op de stabiliteit van de leerkrachtenteam en daarmee op de leerlingleraarratio. Leraren die zich veilig en gesteund voelen, blijven langer in de school en kunnen zich beter richten op het onderwijzen van leerlingen.
Werkdruk en professionele ontwikkeling
De werkdruk op leraren in het funderend onderwijs was in 2016 een belangrijk thema. Het aantal uren dat leraars werkten, en de manier waarop deze uren werden ingezet, speelden een grote rol in hun tevredenheid en motivatie. In de jaren na 2016 werd er meer aandacht besteed aan de werkdruk en de balans tussen werk en privéleven van leraren. Hierbij werd gekeken naar de invloed van de leerlingleraarratio op de werkdruk. Een hogere ratio betekent vaak meer leerlingen per leraar, wat kan leiden tot meer werkzaamheden en minder tijd voor eigen professionele ontwikkeling.
In 2016 was het aantal uren dat leraars in het funderend onderwijs werkten, nog niet zo duidelijk onder de aandacht gebracht als in latere jaren. Toch werd al opgemerkt dat leraars in het funderend onderwijs relatief veel uren werkten vergeleken met leraars in andere sectoren. Dit had gevolgen voor hun motivatie en de kwaliteit van het onderwijs.
Samenvatting
De leerlingleraarratio in het funderend onderwijs in 2016 was gemiddeld 16,7 leerlingen per voltijdeenheid leraar. In het basisonderwijs lag deze ratio iets hoger op 18,4, terwijl het in het voortgezet onderwijs op 15,4 lag. Deze cijfers geven een beeld van de verhouding tussen leerlingen en voltijdse leerkrachten in die tijd.
De trendontwikkeling in de jaren rond 2016 toont aan dat de ratio in het funderend onderwijs gering daalde, wat een teken is van een toename van het aantal voltijdse leraars of een afname van de lesdruk per leraar. Toch bleef het funderend onderwijs worstelen met een tekort aan leraars en schoolleiders. Dit tekort had invloed op de leerlingleraarratio en de werkdruk op leraren.
De kwaliteit van de schoolleiding en de werkomstandigheden van leraren zijn sterk gerelateerd aan het verloop van leraren en de kwaliteit van het onderwijs. In 2016 werd duidelijk dat betere schoolleiders beter in staat waren om goede leraren aan zich te binden, wat de stabiliteit van de leerkrachtenteam en daarmee de leerlingleraarratio versterkte.
De werkdruk op leraren in het funderend onderwijs was in 2016 al een belangrijk thema. Het aantal uren dat leraars werkten, en de manier waarop deze uren werden ingezet, speelden een grote rol in hun tevredenheid en motivatie. Hierbij werd gekeken naar de invloed van de leerlingleraarratio op de werkdruk. Een hogere ratio betekent vaak meer leerlingen per leraar, wat kan leiden tot meer werkzaamheden en minder tijd voor eigen professionele ontwikkeling.
In de jaren na 2016 werd er meer aandacht besteed aan de werkdruk en de balans tussen werk en privéleven van leraren. Dit is van groot belang voor de kwaliteit van het onderwijs en de stabiliteit van het onderwijspersoneel in het funderend onderwijs.
Bronnen
Related Posts
-
Bekisten van funderingen: Technieken, Materialen en Veiligheid
-
Funderingswerken en Reconstructie op de Beethovenlaan in Waddinxveen: Uitdagingen, Aanpak en Belangrijke Aandachtspunten
-
Bedrijfshallen zonder permanente fundering: flexibiliteit en efficiëntie in de industriële bouw
-
Een stevige basis: Kiezen voor een professionele fundering voor je tuinhuis
-
Aannemers en Bedrijven voor Fundering: Experten in Fundamenten voor Bouw en Renovatie
-
Bebouwing op recreatiegrond zonder fundering: mogelijkheden en juridische kaders
-
Fundering van gebouwen: essentieel voor stabiliteit en duurzaamheid
-
Funderingsherstel, financiering en garanties: wat eigenaren en specialisten moeten weten