Cao-bestuurders in het funderend onderwijs: aanpassing, integratie en professionele ontwikkeling

Published by Redactie on juli 21, 2025 | Category fundering

De arbeidsvoorwaarden en beloning van onderwijsbestuurders in het funderend onderwijs zijn een belangrijk onderwerp binnen het onderwijslandschap. In de afgelopen jaren zijn er verschillende ontwikkelingen geweest in de arbeidsrechtelijke context, gericht op harmonisatie, professionele groei en adequate beloning. Deze veranderingen worden geregeld binnen de cao’s (collectieve arbeidsovereenkomsten), die een essentiële rol spelen in de organisatie van het onderwijsbestuur. In dit artikel wordt ingegaan op de recente ontwikkelingen, integratie van cao’s, beloningsproblematiek en professionele ontwikkeling van onderwijsbestuurders, met aandacht voor de betrokken partijen en de maatschappelijke relevantie.

Integratie van arbeidsovereenkomsten

Traditioneel bestonden er twee afzonderlijke cao’s voor bestuurders in het funderend onderwijs: de Cao Bestuurders Primair Onderwijs (PO) en de Cao Bestuurders Voortgezet Onderwijs (VO). Deze twee cao’s zijn inmiddels onderwerp van integratie, wat betekent dat er gestreefd wordt naar één geïntegreerde cao die geldt voor zowel primair als voortgezet onderwijs. De beweging richting integratie is onder andere verankerd in het regeerakkoord 2021-2025, waarin staat dat er gestreefd moet worden naar een loonaanpassing en een harmonisering van arbeidsvoorwaarden.

De integratie is op gang gekomen via intensieve overlegprocessen tussen verschillende stakeholders. De VvOB (Vereeniging voor Onderwijsbestuurders), VTOI-NVTK en de PO-raad en VO-raad zijn centraal betrokken bij deze initiatieven. In juli 2022 is een onderhandelingsakkoord bereikt dat leidde tot de eerste geïntegreerde cao voor bestuurders in het funderend onderwijs. Deze cao houdt rekening met de verschillen tussen PO en VO, maar biedt tegelijkertijd een uniform kader voor beloning en arbeidsvoorwaarden.

De integratieproces is ook onderdeel van een bredere beweging richting een professionele standaard voor onderwijsbestuurders. Door het samenvoegen van cao’s wordt de professionele rol van bestuurders versterkt, en wordt er meer aandacht besteed aan kwaliteit en maatschappelijke verantwoordelijkheid.

Beloningsproblematiek en adequate inschaling

Een van de kernvragen in de cao-bestuurders is de vraag naar passende beloning. De huidige cao’s bevatten salarisschalen (van BA t/m BG) die vrij breed zijn. Hierdoor ontstaat vaak onduidelijkheid bij de inschaling van bestuurders, omdat er slechts globale richtlijnen zijn voor de toepassing binnen deze schalen. Dit leidt tot situaties waarin het lastig is om te bepalen welke salarispositie passend is binnen een bepaalde schaal, afhankelijk van functie, ervaring en verantwoordelijkheden.

Om deze problematiek aan te kaarten, heeft Berenschot in samenwerking met VTOI-NVTK aanvullende criteria ontwikkeld om tot een adequate inschaling te komen. Deze criteria zijn gericht op functie, expertise, leiderschap en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Bovendien zijn de salarisschalen in vier gelijke kwartielen opgedeeld, waardoor de inschaling meer gestructureerd kan verlopen.

Het is van belang dat de beloning adequaat en maatschappelijk verantwoord is, zowel voor het aantrekken en behouden van kwaliteitsvolle bestuurders als voor de continuïteit van de onderwijsorganisatie. De huidige breedheid van de salarisschalen maakt het echter lastig om deze doelstellingen te realiseren. Daarom is er behoefte aan duidelijke richtlijnen en structuren, zoals deze aanvullende criteria bieden.

Professionele groei en accreditatie

Naast beloning en arbeidsvoorwaarden is er ook aandacht voor professionele groei en het uitbouwen van een duidelijke beroepsprofiel voor onderwijsbestuurders. De VvOB heeft in haar strategische notitie ‘De VvOB accelereert’ stappen genomen om een accreditatiesysteem op te zetten voor onderwijsbestuurders. Dit systeem is bedoeld om de professionele kwaliteit van bestuurders te verhogen en te versterken, en biedt een ontwikkelingsgerichte aanpak.

Het accreditatiesysteem is gericht op het ontwikkelen van kwaliteit in bestuur, en daarbij speelt intervisie een belangrijke rol. De VvOB stimuleert intersectorale samenwerking, bijvoorbeeld met bestuurders in de zorg en woningcorporaties, om ervaringen en kennis te delen. Dit helpt bij het verhogen van de beroepsstandaard en het creëren van een leerrijke omgeving.

De professionele groei van bestuurders is niet alleen belangrijk voor het individu, maar ook voor de kwaliteit van onderwijs en kinderopvang. Het vak van onderwijsbestuurder is in de afgelopen jaren van vrijwilligersfunctie veranderd in een professioneel vak. Deze verandering vraagt om een duidelijke beroepsprofiel en een accreditatiesysteem dat past bij de huidige eisen.

Rol van vakorganisaties en onderhandelaars

Vakorganisaties zoals de VvOB en VTOI-NVTK spelen een centrale rol in het onderhandelen van arbeidsvoorwaarden en de vertegenwoordiging van bestuurders. Deze organisaties onderhandelen op nationaal en regionaal niveau met werkgevers over de cao, sociale plannen en andere arbeidsrechtelijke kwesties. De VvOB heeft bijvoorbeeld onderhandelaars benoemd, zoals Gerard als landelijk onderhandelaar voor het funderend onderwijs, om deze processen efficiënter te maken.

De VvOB heeft in de afgelopen jaren ook versterking gekregen in haar bestuur. Zo is Arn Bressers voorgesteld als nieuw bestuurslid, gebaseerd op zijn ervaring als voorzitter van Onderwijsgroep Oost-Brabant. De toetreding tot het bestuur wordt formeel voorgesteld tijdens de Algemene Ledenvergadering (ALV). Dit soort benoemingen en benaderingen is belangrijk voor het voortzetten van de professionele ontwikkeling en de vertegenwoordiging van bestuurders.

Daarnaast zijn er initiatieven genomen voor algemene ledenvergaderingen, waarbij belangrijke thema’s als accreditatie en beroepsprofiel worden besproken. Deze vergaderingen geven leden de kans om hun mening te geven en te stemmen over voorstellen. Dit draagt bij aan de democratische structuur en de betrokkenheid van leden in de besluitvorming.

De toekomst van cao-bestuurders

De toekomst van cao-bestuurders in het funderend onderwijs wordt bepaald door de huidige ontwikkelingen richting harmonisatie, professionele groei en adequate beloning. De integratie van cao’s is een stap in de richting van een uniforme arbeidsrechtelijke kader, wat beter kan bijdragen aan de kwaliteit van onderwijsbestuur en maatschappelijke verantwoordelijkheid.

Bij de toekomstige onderhandelingen en aanpassingen is het belangrijk om rekening te houden met de behoeften van zowel bestuurders als werkgevers. De huidige cao’s geven nog ruimte voor verbetering, zowel qua duidelijkheid als qua toegankelijkheid. De aanvullende criteria en het accreditatiesysteem zijn voorbeelden van innovatieve oplossingen die helpen bij het oplossen van bestaande problemen.

De VvOB en andere vakorganisaties zullen in de toekomst waarschijnlijk meer aandacht besteden aan het uitbouwen van professionele netwerken en het versterken van de beroepsstandaard. Dit is belangrijk om in te spelen op de veranderende eisen in het onderwijslandschap en de maatschappij.

Conclusie

De cao-bestuurders in het funderend onderwijs zijn een belangrijk onderdeel van de arbeidsrechtelijke kader in het onderwijs. De integratie van cao’s, de aanpassing van beloningsstructuren en het uitbouwen van een accreditatiesysteem zijn stappen in de richting van een professioneel en maatschappelijk verantwoord onderwijsbestuur. De huidige ontwikkelingen tonen aan dat er behoefte is aan duidelijkheid, structuren en samenwerking tussen verschillende stakeholders.

De VvOB en andere vakorganisaties spelen een centrale rol in deze processen en zorgen voor vertegenwoordiging, onderhandeling en professionele groei. Door middel van integratie, aanvullende richtlijnen en professionele ontwikkeling wordt het vak van onderwijsbestuurder versterkt, wat uiteindelijk bijdraagt aan de kwaliteit van onderwijs en kinderopvang.