Doorgang van funderingen bij boorwerkzaamheden: Belangrijke aandachtspunten en beleidsrichtlijnen

Het aanbrengen van funderingen en het uitvoeren van boorwerkzaamheden in of nabij waterkerende constructies zoals dijken en keringen vereist zorgvuldige voorbereiding en naleving van strikte regelgeving. Deze activiteiten kunnen de stabiliteit van de kering negatief beïnvloeden, met potentiële risico’s op doorstroming van water, drijfzandvorming of schade aan de ondergrond. Aanvragers van bouwprojecten moeten daarom rekening houden met een reeks beleidsregels en technische voorwaarden om de veiligheid van de waterkering en de omgeving te garanderen.

Dit artikel biedt een overzicht van de relevante beleidsrichtlijnen, aandachtspunten bij funderingspalen, het aanbrengen van bruggen, tunnels en aquaducten, en de risico’s van open bodemenergiesystemen in de directe omgeving van waterkerende constructies. Het doel is om professionele en betrouwbare informatie te verschaffen voor eigenaren, ontwerpers en bouwbedrijven die werkzaamheden uitvoeren in gevoelige zones.


Doorgang van funderingspalen in waterkerende zones

Het aanbrengen van funderingspalen in de kern- en beschermingszone van waterkerende dijklichamen en half-verholen keringen is een activiteit die strikte regelgeving ondergaat. Deze regelgeving is ontwikkeld om schade aan de kering en mogelijke vermindering van haar stabiliteit te voorkomen. De toepassing van funderingspalen kan bijvoorbeeld trillingen veroorzaken die leiden tot zetting van de ondergrond of drijfzandvorming, wat de drukverdeling en draagkracht in de bodem kan beïnvloeden.

Beleidsregels en voorwaarden

Bij toekenning van een vergunning voor het aanbrengen van funderingspalen moet de aanvrager onder andere aantonen dat de werkzaamheden buiten de kernzone niet kunnen worden uitgevoerd. Bovendien dient hij of zij te garanderen dat de stabiliteit van de waterkering tijdens en na de uitvoering van de werkzaamheden blijft op peil. Hierbij moeten onderzoeken worden uitgevoerd en een faalkansanalyse worden opgesteld om eventuele risico’s voor het functioneren van de waterkering te bepalen.

Een belangrijk aspect is dat er geen gebruik gemaakt mag worden van houten palen met betonnen opzetters of palen met een vergrote paalvoet. Deze constructies kunnen de structuur van de kering negatief beïnvloeden. Daarnaast dient het ontwerp van de fundering in overeenstemming te zijn met de meest recente NEN-normen en de veiligheidsvoorschriften voor waterkerende constructies.


Risico’s van boorwerkzaamheden en constructies in of onder de kering

Het aanleggen van bruggen, tunnels, aquaducten of andere constructies onder of door een kering brengt aanzienlijke risico’s met zich mee. Deze activiteiten kunnen bijvoorbeeld leiden tot doorboring van waterafsluitende lagen, wat kan resulteren in kortsluiting tussen watervoerende lagen of het ontstaan van een wel. Dit kan op zijn beurt de stabiliteit van de kering in gevaar brengen.

Toestemming en voorwaarden

Dergelijke projecten mogen alleen worden uitgevoerd bij het bestaan van een groot openbaar belang, zoals het verbeteren van het wegennet of de aanleg van een essentieel infrastructuurproject. In dat geval moet de aanvrager een uitgebreid onderzoek leveren dat aantoont dat er geen negatief effect op de waterkering is. Het ontwerp moet bovendien voldoen aan huidige veiligheidsnormen en een beheer- en onderhoudsplan moet worden opgesteld.

Wanneer constructies worden aangelegd onder een kering, moeten de in- en uitritten op kruinhoogte liggen om overstromingsgevaar bij bezwijken van de constructie te voorkomen. Alleen in uitzonderlijke gevallen is het toegestaan om deze in- en uitritten onder de kruinhoogte aan te leggen, mits deze dan wel afsluitbaar zijn met een noodkering die voldoet aan de geldende kadeklasse.


Bodemenergiesystemen in de directe omgeving van keringen

Het uitvoeren van boorwerkzaamheden voor het aanleggen van bodemenergiesystemen – zowel open als gesloten – in de directe omgeving van waterkerende constructies brengt ook risico’s met zich mee. Deze activiteiten kunnen de stabiliteit van de kering negatief beïnvloeden, met name bij het aanbrengen van leidingen en boringen in de ondergrond.

Technische voorwaarden

Bij open bodemenergiesystemen, waarin grondwater wordt onttrokken en opnieuw geïnfiltreerd, dient het systeem op een afstand van ten minste 10 meter van de kernzone van de kering te worden aangelegd. Dit beperkt het risico op schade aan de kering en het effect op het beheer en onderhoud. Daarnaast dient de lage druk in het systeem te worden aangehouden om het risico op lekken in de ondergrond te verkleinen.

Het afsluiten van de doorgeboorde kleilagen is een essentieel aspect. Deze lagen moeten correct worden hersteld om de functie van de kering te waarborgen. Daarnaast zijn er beperkingen op het gebruik van zware bouwmaterieel bij het aanbrengen van gesloten systemen, zoals opgenomen in artikel 3.6 van het Keurbesluit Vrijstellingen en nadere regels. Voor open systemen is bovendien een aparte vergunning voor grondwateronttrekking nodig.


Compensatie en infiltratiecapaciteit

Het aanleggen van verharde oppervlakken in stedelijke gebieden, zoals wegen of kassen, kan leiden tot verminderde infiltratiecapaciteit van de bodem. Dit heeft tot gevolg dat het grondwater minder goed wordt aangevuld en wateroverlast kan ontstaan bij zware neerslag. De compensatie van dit verlies is daarom een essentieel onderdeel van elke aanvraag voor bouwprojecten in stedelijke zones.

Alternatieve regenwaterberging

Compensatie kan worden gerealiseerd via de aanleg van alternatieve bergingsvoorzieningen, zoals regenwaterbergingen of kunstmatige infiltratievelden. Deze oplossingen helpen om het verlies aan infiltratiecapaciteit te compenseren en het watersysteem niet extra te belasten. De effectiviteit van deze compensatie op lange termijn dient te worden getest en bewezen.

Bij toepassing van alternatieve bergingsmethoden is het vaak ook nodig om een traditionele berging aan te leggen, maar dan met beperkte afmetingen. Dit helpt om het evenwicht in het watersysteem te bewaren en mogelijke schade aan de waterkering te voorkomen.


Conclusie

Het aanbrengen van funderingen en het uitvoeren van boorwerkzaamheden in of in de directe omgeving van waterkerende constructies vereist een zorgvuldige afweging van technische, ecologische en veiligheidsaspecten. Aanvragers moeten rekening houden met de specifieke beleidsregels en voorwaarden die voor deze activiteiten gelden. Zowel het aanbrengen van funderingspalen als het uitvoeren van boorwerkzaamheden voor bodemenergiesystemen kan risico’s met zich meebrengen, zoals doorboring van waterafsluitende lagen, drijfzandvorming of schade aan de ondergrond.

Het is daarom van groot belang dat alle werkzaamheden worden uitgevoerd met een gedetailleerd onderzoek, een uitgebreide faalkansanalyse en een beheer- en onderhoudsplan. Bovendien dient rekening te worden gehouden met de compensatie van verlies aan infiltratiecapaciteit, met name bij projecten in stedelijke gebieden. Al deze maatregelen zijn essentieel om de veiligheid van de waterkering en de omgeving te garanderen.


Bronnen

  1. Lokale regelgeving overheid.nl (CVDR603328/1)
  2. Wetenschappelijke besluiten en regelgeving (WSB-2019-11547)
  3. Lokale regelgeving overheid.nl (CVDR705929/2)

Related Posts