Fundering en ondergrondse afstandhouders: Belangrijke aandachtspunten bij bouw en renovatie

Bij bouw- en renovatieprojecten speelt de fundering een cruciale rol in de stabiliteit en duurzaamheid van een gebouw. Een correct aangebrachte fundering zorgt ervoor dat de belasting van het gebouw gelijkmatig en veilig over de ondergrond wordt verdeeld. Daarnaast zijn afstandhouders in de ondergrond van belang om schade aan kabels, leidingen en andere ondergrondse voorzieningen te voorkomen. In dit artikel wordt ingegaan op de funderingsmethoden, de vereisten die op grond van lokale regelgeving gelden, en de rol van afstandhouders in de ondergrondse ordening. Het artikel is gebaseerd op concrete informatie uit betrouwbare bronnen.

Funderingsconstructies en hun functie

Een fundering is de ondergrondse draagconstructie van een gebouw en wordt vaak onder het maaiveld aangebracht. De fundering moet voldoen aan verschillende eisen:

  • Sterk en stevig: Het moet het gewicht van het gebouw kunnen dragen zonder te zakken of te vervormen.
  • Stabiliteit: De fundering mag niet buigen, breken of barsten onder invloed van omgevingsfactoren.
  • Bestand tegen omgevingsinvloeden: Het moet bestand zijn tegen grondwater, vorst, droogte, schimmels, insecten en eventueel chemicaliën.
  • Duurzaamheid: De fundering moet zorgen voor een lange levensduur van het gebouw.

Gewapend beton is een veelvoorkomende keuze voor funderingen, omdat het in de meeste gevallen voldoet aan alle bovenstaande eisen. In het artikel van Joost de Vree (2023) wordt uitgebreid ingegaan op verschillende funderingstypen, zoals:

  • Strokenfundering: Vaak gebruikt onder dragende muren. De breedte van de fundering is afhankelijk van de dikte van de muur.
  • Plaatfundering: Wordt toegepast wanneer de draagkrachtige grond te diep zit, zoals in moeras- of veengebieden.
  • Poerenfundering: Wordt gebruikt voor losse onderdelen van een gebouw, zoals liftschachten of schoorstenen.

De keuze voor een funderingsmethode hangt af van de ondergrond en het type belasting dat het gebouw uit oefent. De fundering moet zorgen voor een gelijke verdeling van de belasting zodat zettingsverschillen worden voorkomen.

Minimumafstanden en dekking

Bij de aanleg van ondergrondse kabels en leidingen zijn er strikte voorschriften met betrekking tot minimumafstanden en dekking. Deze regels zijn van belang om schade aan ondergrondse voorzieningen te voorkomen en om toekomstige werkzaamheden te vergemakkelijken.

Volgens de lokale regelgeving in Amersfoort (2023), zoals verwerkt in de beleidsregels van gemeente Amersfoort, gelden de volgende eisen:

  • Minimumdekking: Kabels en leidingen moeten minstens 60 cm onder de verharding zitten. Bij mantelbuizen moet deze dekking minstens 70 cm bedragen.
  • Horizontale afstanden: De afstand tot de riolering en andere voorzieningen moet minstens 100 cm zijn. Uitzondering geldt voor huis- en kolkaansluitingen.
  • Afstand in bermen: In bermen langs rijbanen moet de afstand tot de zijkant van de verharding minstens 75 cm zijn.
  • Bundeling en uitbreiding: Kabels en leidingen moeten zoveel mogelijk gebundeld worden om ruimtebeslag te verminderen. Daarnaast moet rekening worden gehouden met mogelijke toekomstige uitbreidingen.

Deze regels zijn bedoeld om conflicten in de ondergrond te voorkomen en om zowel de veiligheid als de toegankelijkheid van ondergrondse voorzieningen te waarborgen.

Problemen met houten palen en funderingsrisico’s

In sommige oude wijkgelegenheden zijn gebouwen gefundeerd op houten palen. Dit type fundering was vroeger veel voorkomend, vooral voordat gewapend beton de standaard werd. Echter, houten palen kunnen problemen opleveren, met name wanneer de grondwaterstand lager komt te liggen dan de paalkoppen.

Volgens de informatie uit de bronnen (Joost de Vree, 2023), zijn funderingsproblemen vaak het gevolg van:

  • Verlaagde grondwaterstand: Wanneer de grondwaterstand verlaagt, droogvallen de houten paalkoppen en kan er rotting optreden, wat uiteindelijk tot zetting en scheefstand van het gebouw kan leiden.
  • Te korte palen: In gebieden waar de draagkrachtige grond zeer diep zit, kunnen houten palen niet voldoende steun bieden.
  • Zettingsschade: Dit kan zich uiten in brede scheuren in gevels, vervormde ramen en deuren, en schade aan leidingen.

Deze problemen zijn vooral voorkomend in gebieden met zettingsgevoelige ondergrond, zoals veengebieden. In dergelijke gebieden loopt het risico op funderingsschade groter dan in andere wijktypen. Sweco (2023) schat dat ongeveer 750.000 tot 1 miljoen woningen in Nederland op houten palen staan en hierdoor risico lopen op zettingsschade.

Funderingsschade herkennen en voorkomen

Het herkennen van funderingsproblemen is belangrijk om eventuele schade op tijd te herstellen of te voorkomen. Er zijn verschillende indicatoren die wijzen op mogelijke funderingsproblemen:

  • Scheefstand van het huis of vloeren: Test dit bij een bezichtiging door bijvoorbeeld een knikker op de vloer te leggen.
  • Scheuren in gevels of binnenwanden: Scheuren van meer dan enkele millimeters zijn een zorgwekkend teken.
  • Vervormde ramen en deuren: Dit kan het gevolg zijn van scheefstand of zetting.
  • Verwijzingen en leidingen: Schade of vervorming van leidingen kan wijzen op beweging in de fundering.
  • Verhoogde stand van het huis ten opzichte van het trottoir of buren: Dit kan duiden op zetting van het gebouw.

Als funderingsproblemen worden geconstateerd, is het aan te raden om contact op te nemen met een ervaren bouwkundig deskundige of funderingsadviseur. Deze professional kan een onderzoek uitvoeren en eventueel een remedie of herstelmethode voorstellen.

Funderingsherstel en -aanvulling

Bij herstel- of aanvulwerkzaamheden aan de fundering zijn er ook regels en richtlijnen die moeten worden gevolgd. Bijvoorbeeld, wanneer de fundering wordt opgebroken voor onderhoud of vervanging van leidingen, moet het herstel zodanig worden uitgevoerd dat het gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke fundering. Dit geldt onder andere voor de dikte van de fundering en de gebruikte bouwmaterialen.

Volgens de beleidsregels van gemeente Amersfoort (2023) gelden de volgende richtlijnen bij funderingsherstel:

  • Opgenomen fundering: Moet opnieuw worden aangebracht met gelijkwaardige bouwstoffen.
  • Beleggen met straatzand: De bestratingsmaterialen moeten worden aangelegd op een laag van maximaal 5 cm schoon straatzand.
  • Afvoeren van afvalmateriaal: Ondergronds afvalmateriaal dat bij de werkzaamheden ontstaat, moet door de aanbieder worden afgevoerd.
  • Straatstenen: De sleuf moet strak worden dichtgeblokt met keiformaat betonstraatstenen.

Deze richtlijnen zijn bedoeld om zowel de veiligheid als het esthetische resultaat van het herstel te waarborgen.

Tabel: Overzicht van funderingsmethoden en toepassingen

Funderingsmethode Toepassing Voordelen Nadelen
Strokenfundering Dragende muren Goede steunverdeling Minder geschikt voor ongelijke belastingen
Plaatfundering Zettingsgevoelige grond Grote stabiliteit Hoge bouwkosten
Poerenfundering Liftschachten, schoorstenen Lokale steun Niet geschikt voor grote gebouwen
Fundering op staal Vaste grondslag niet te diep Duurzaam en betrouwbaar Geen gebruik voor zettingsgevoelige ondergronden

Conclusie

De fundering van een gebouw is een essentieel onderdeel van elke constructie of renovatie. Het kiezen van de juiste funderingsmethode, het naleven van minimumafstanden en dekking, en het herkennen van eventuele funderingsproblemen zijn belangrijk om zowel de veiligheid als de duurzaamheid van het gebouw te waarborgen. In risicogebieden, zoals veengebieden, is het verstandig om extra aandacht te besteden aan de ondergrond en eventuele schadepreventie. Bij herstel- of aanvulwerkzaamheden aan de fundering dient rekening te worden gehouden met de lokale regelgeving en best practices. Zo kan worden gegarandeerd dat het gebouw zowel nu als in de toekomst stevig en veilig blijft.

Bronnen

  1. Lokale regelgeving Amersfoort
  2. Fundering en houten palen
  3. Risicogebieden en funderingsproblemen

Related Posts