Funderingsconstructies in de jaren 60: Kenmerken, Risico’s en Herstelopties

In de jaren zestig van de vorige eeuw was de fundering van woningen in Nederland vaak een kritisch element in de bouwpraktijk. Tijdens deze periode werd er snel en efficiënt gebouwd, vooral om het woningtekort op te lossen. De funderingsmethoden waren echter soms niet voorzien in de langdurige belasting van zware structuren of veranderingen in de grond- en wateromstandigheden. Dit artikel behandelt de kenmerken van funderingen uit de jaren zestig, mogelijke problemen die zich in de loop der jaren kunnen voordoen, en herstel- of verbeteropties die op dit moment relevant zijn.

Funderingskenmerken uit de jaren zestig

Gebruik van houten palen

In de jaren zestig werden in veel delen van Nederland houten paalfunderingen nog steeds gebruikt, vooral in regio’s waar de grondstructuren diep lagen en waar een sterke grondwateraanwezigheid aanwezig was. Deze funderingsmethode was al eeuwen in gebruik en bleef ook in de middeleeuwen en verder tijdperk populair. Tot 1983 werd er met name gebruikgemaakt van vuren, grenen en dennen, houtsoorten die bekend stonden om hun duurzaamheid onder water. Echter, in de jaren zestig begon het gebruik van deze houtsoorten geleidelijk te veranderen, waardoor er in sommige gevallen minder geschikte materialen in de fundering werden verwerkt.

Beton en stalen funderingen

Hoewel houten paalfunderingen in het begin van de jaren zestig nog steeds gangbaar waren, begonnen in diezelfde periode ook beton- en stalen funderingen sneller in opkomst. Deze materialen boden meer draagkracht en minder onderhoudsvereisten, vooral in droge en zandige grondlagen. Het gebruik van prefab-betonpalen en spiraal-versterkte paalschachten werd vaak gecombineerd met andere constructietechnieken, zoals de betonoplangers en putringen.

Invloed van bouwtechnieken en bouwmaterialen

De jaren zestig brachten ook veranderingen in de bouwtechnieken. Het gebruik van prefab-elementen werd steeds populairder, waardoor de bouw sneller en goedkoper kon worden uitgevoerd. Echter, deze snelle oplossingen hadden vaak het nadeel dat ze niet altijd voldoende rekening hielden met de langdurige stabiliteit van de fundering. De funderingsconstructies werden vaak overdimensioneerd op basis van ervaring, maar dat gold niet altijd voor de kwaliteit van de ondergrond of de toekomstige belastingen.

Mogelijke problemen bij funderingen uit de jaren zestig

Zakking en scheefstand

Een van de meest voorkomende problemen bij funderingen uit de jaren zestig is zakking of scheefstand. Dit kan ontstaan door verschillende oorzaken, zoals:

  • Te korte houten palen: In regio’s waar de vaste grond zeer diep zat, werden soms palen gebruikt die niet voldoende bereik hadden naar de draagkrachtige laag. Dit leidde in de loop der jaren tot ongelijke zettingen.
  • Verlaagd grondwaterpeil: In de jaren zestig begonnen waterschappen vaak het grondwaterpeil bewust te verlagen. Als de paalkoppen boven het waterpeil kwamen te liggen, ontstonden rottende houten palen, wat uiteindelijk tot zakking leidde.
  • Onvoldoende belastingverdeling: Een fundering die in de jaren zestig is aangelegd, was vaak niet voorzien in verdere uitbreidingen of verdiepingen. Dit kan leiden tot een ongelijke belastingverdeling en uiteindelijk tot instabiliteit.

Tekenen van funderingsproblemen

Bij een inspectie van een woning uit de jaren zestig zijn er een aantal duidelijke tekenen die wijzen op mogelijke funderingsproblemen:

  • Brede scheuren in gevels of vloeren: Als de scheuren groter zijn dan een paar millimeter, is er sprake van een vermoedelijk zakking of scheefstand.
  • Problemen met deuren en ramen: Wanneer ramen of deuren niet goed sluiten of klemmen, kan dit wijzen op een verandering in de horizontale uitlijning van het huis.
  • Onregelmatige vloeren: Een knikker die niet horizontaal rolt of vloeren die duidelijk scheef lopen, zijn ook indicatoren voor zakking.
  • Verlaagde ligging van het huis: Een woning die lager ligt dan het trottoir of de buren, kan op zakking wijzen, ook al is er geen zichtbare scheefstand.

Invloed van omgevingsfactoren

Bouwactiviteiten in de directe omgeving, zoals trillingen van machines, het slaan van palen of verkeersdrempels, kunnen ook invloed hebben op bestaande funderingen. Dit is vooral relevant in stedelijke gebieden waar funderingen dicht bij elkaar liggen. Verder kunnen droogteperioden, vooral in gebieden met zandgrond, leiden tot inklinken van de grond rondom houten funderingen.

Herstelopties en verbetermaatregelen

Inspectie en diagnose

Voor iedere herstelmethode is het van groot belang om eerst een grondige inspectie uit te voeren. Dit kan door middel van boorproeven, sonderingen of thermografie. De inspectie moet bepalen of de fundering nog stevig genoeg is, of dat er sprake is van rotte palen, onvoldoende draagkracht of ongelijke zettingen.

Paalvervangen of paalversterken

Bij houten paalfunderingen is het soms nodig om de verrotte of beschadigde palen te vervangen of te versterken. Dit kan gedaan worden door nieuwe palen aan te brengen of door het gebruik van beton of stalen palen als ondersteuning. Dit is vooral noodzakelijk wanneer de huidige palen niet meer in staat zijn om de belasting van het gebouw te dragen.

Peilregulering en grondwaterbeheer

In gebieden waar het grondwaterpeil bewust is verlaagd, kan het herstel van het waterpeil helpen om verdere schade aan houten funderingen te voorkomen. Dit kan gedaan worden door de grond rond het huis regelmatig te sproeien, vooral tijdens droge periodes. Dit zorgt ervoor dat de houten palen blijven onder het waterpeil liggen en niet gaan rotten.

Verbetering van de belastingverdeling

Als de fundering niet voldoet aan de huidige belastingen, kan het noodzakelijk zijn om de structuur aan te passen. Dit kan bijvoorbeeld door het aanbrengen van extra palen of het versterken van bestaande funderingsconstructies. Deze maatregelen zijn vooral relevant als er sprake is van uitbreidingen of verdiepingen.

Modernisering en isolatie

Hoewel fundering niet direct gerelateerd is aan de isolatie van een woning, kan de combinatie van funderingsherstel en verbetering van de isolatie een aanzienlijke impact hebben op het comfort en energieverbruik van een woning. In de jaren zestig was isolatie nog geen prioriteit, maar in tegenstelling tot oudere huizen zijn woningen uit deze tijd vaak uitgerust met betere bouwmaterialen, waardoor modernisering relatief eenvoudiger is.

Conclusie

Funderingen uit de jaren zestig zijn vaak het resultaat van snelle bouwpraktijken en soms onvoldoende overleg met de ondergrond. Deze funderingen kunnen, afhankelijk van de kwaliteit en de omstandigheden, nog steeds stabiel zijn. Echter, veranderingen in de grond, verlaagd grondwaterpeil en extra belasting kunnen leiden tot zakking of scheefstand. Een grondige inspectie en eventueel herstel zijn vaak noodzakelijk om de veiligheid en duurzaamheid van het huis te waarborgen. Door de geschiedenis van funderingsconstructies te begrijpen en de actuele situatie te analyseren, is het mogelijk om een woning uit de jaren zestig veilig en duurzaam te houden.

Bronnen

  1. Joost de Vree - Fundering
  2. Verhuur Zeker - Bouwjaar woning
  3. Kennisbank CROW - Funderingen

Related Posts