Fundering op de eerste zandlaag: bouwtechniek, risico’s en praktische toepassing

Een juiste fundering is de basis van ieder bouwproject en bepaalt in grote mate de stabiliteit en duurzaamheid van een gebouw. In Nederland, waar de bodemopbouw complex kan zijn, is het begrijpen van de technische mogelijkheden en beperkingen van funderingssystemen van groot belang. De eerste zandlaag speelt daarbij een centrale rol, vooral in stedelijke gebieden zoals Amsterdam, waar de ondergrond historisch gezien weinig ideaal is om op te bouwen. Dit artikel behandelt de specifieke technieken, toepassingen, risico’s en aanbevelingen bij fundering op de eerste zandlaag, met een nadruk op de relevante informatie die beschikbaar is uit betrouwbare bronnen.


De rol van de ondergrond bij fundering

Fundering op de eerste zandlaag is een veelvoorkomende praktijk in regio’s waar de bovengrond weinig draagkracht biedt. In de context van Amsterdam is deze methode historisch ontstaan door de drassige aard van de bodem. De eerste zandlaag ligt boven de klei- en veenlagen en is vaak te bereiken zonder diepe ingrepen. Deze zandlaag is echter niet altijd consistent qua kwaliteit of diepte, wat invloed heeft op de keuze van het funderingsysteem.

De bodemopbouw in Nederland is geïnfluenceerd door geologische processen die zich duizenden jaren hebben afgespeeld. De derde zandlaag, bijvoorbeeld, dateert uit het Midden Pleistoceen, en is stabiel en draagkrachtig, maar ligt vaak te diep voor direct gebruik. De eerste zandlaag daarentegen is een tijdelijke oplossing die geschikt is voor lichte constructies, maar risico’s bevat wanneer het bouwwerk zwaar of langdurig belast wordt.


Fundering op de eerste zandlaag: technische toepassing

Fundering op de eerste zandlaag wordt meestal uitgevoerd wanneer de draagkrachtige laag zich op ongeveer 80 tot 100 cm onder het maaiveld bevindt. Dit betekent dat de slechte bovengrond verwijderd en vervolgens verbeterd moet worden, bijvoorbeeld door het aanbrengen van een zandkoffer of het verdichten van de bodem. Een zandkoffer is een voorbereiding van de ondergrond waarbij een laag zand wordt gelegd om een stabiele basis te creëren voor de fundering.

In dit systeem worden meestal drie vormen van fundering toegepast:

  1. Strookfundering
    Bij deze methode wordt een verbrede zone van gewapend beton geplaatst onder alle dragende muren. De breedte van de fundering is afhankelijk van de dikte van de muur. Dit is geschikt voor gebouwen met homogene belastingen en homogene bouwmassa’s.

  2. Poerfundering
    Deze fundering bestaat uit een vierkante plaat van gewapend beton en wordt meestal gebruikt onder zware kolommen of bij puntlasten. Poerfunderingen worden vaak gebruikt in combinatie met zware constructies of machines.

  3. Plaatfundering
    Hierbij wordt een dikke, massieve plaat van beton gelegd over de hele oppervlakte. Plaatfunderingen zijn geschikt voor zware belastingen en bieden goede stabiliteit in gebieden met ongelijke bodem.

Deze technieken worden vaak gecombineerd met verbetering van de bovengrond om de funderingsschijf te stabiliseren. In zandgrond is het aanbrengen van een zandkoffer een gangbare methode om de draagkracht te verbeteren.


Risico’s van fundering op de eerste zandlaag

Ondanks de voordelen van fundering op de eerste zandlaag, zijn er ook een aantal risico’s die moeten worden overwogen:

  1. Zettingsverschillen
    Een gebouw kan in zijn geheel zakken, scheef zakken of bepaalde delen meer zakken dan andere. Dit kan leiden tot scheuren in muren, daken en vloeren, en heeft negatieve gevolgen voor de levensduur van het bouwwerk.

  2. Negatieve kleef
    Bij fundering op klei of veenlagen kan negatieve kleef optreden. Dit gebeurt wanneer de grond onder de paal zakt, waardoor de paal extra belast wordt en het gebouw kan verzakken. Dit is een vooral risico bij houten paalfunderingen die in de kleilaag zijn ingeboord.

  3. Influencing van de grondwaterstand
    Veranderingen in de grondwaterstand, bijvoorbeeld door droogte of verdroging, kunnen de sterkte van de ondergrond verminderen. Dit is een vooral probleem in stedelijke gebieden waar intensief met de ondergrond gewerkt is.

  4. Aanpassing aan klimaatverandering
    Door de klimaatverandering en de toename van extreme weersomstandigheden (droogte, zware regenval) kan de draagkracht van de ondergrond verminderen. Dit heeft een directe invloed op funderingen die op de eerste zandlaag zijn uitgevoerd.


Fundering op palen: een alternatief bij diepere zandlagen

Wanneer de zandlaag dieper dan 3 meter ligt, is fundering op staal niet langer geschikt. Dan wordt fundering op palen een betere optie. Bij deze methode worden palen in de grond ingeboord of ingeslagen tot ze op een stabiele laag aankomen, zoals de derde zandlaag of een rotsachtige ondergrond. De palen dragen het gewicht van het gebouw en zorgen voor extra stabiliteit.

Bij fundering op palen is het belangrijk om rekening te houden met de soort paal (houten, betonnen of staal) en de manier van inboord of inslaan. Positieve kleef bij houten palen is een voordelen, maar negatieve kleef kan schadelijk zijn. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de levensduur van de paal, vooral bij houten paalfundering. Houten palen moeten onder het grondwater staan om te voorkomen dat ze rotten.


Praktische tips voor fundering op de eerste zandlaag

  1. Controleer de bodemopbouw
    Voordat met de fundering begonnen wordt, dient de bodemopbouw zorgvuldig te worden onderzocht. Dit kan via een bodemonderzoek of via digitale bodemkaarten zoals die van het Dino-Loket.

  2. Voorbereiding van de bovengrond
    Bij fundering op de eerste zandlaag is het aanbrengen van een zandkoffer of het verdichten van de bovengrond essentieel om de stabiliteit te verbeteren.

  3. Kies het juiste funderingsysteem
    Afhankelijk van de belasting van het gebouw en de ondergrond, zijn strookfundering, poerfundering of plaatfundering geschikte opties. Zware constructies vragen vaak naar een plaat- of poerfundering.

  4. Zorg voor waterdichtheid en wapening
    De fundering dient waterdicht gemaakt te worden om lekkages en schimmelvorming te voorkomen. Daarnaast is wapening van het beton noodzakelijk om de stabiliteit te verhogen.

  5. Let op eventuele funderingsproblemen
    Het herkennen van vroegtijdige symptomen van funderingsproblemen, zoals scheuren in muren of klemmende deuren en ramen, is belangrijk om schade te voorkomen. In dat geval dient contact opgenomen te worden met een professional.


Conclusie

Fundering op de eerste zandlaag is een veelgebruikte methode in regio’s waar de bovengrond weinig draagkracht biedt. Deze methode heeft voor- en nadelen en vereist een zorgvuldige voorbereiding en uitvoering. De keuze voor een specifiek funderingsysteem, zoals strookfundering, poerfundering of plaatfundering, hangt af van de belasting van het gebouw en de ondergrond. Het is belangrijk om rekening te houden met de risico’s, zoals zettingsverschillen en negatieve kleef, en deze te minimaliseren door het juiste ontwerp en uitvoering te kiezen.

In de huidige context van klimaatverandering en veranderende bodemomstandigheden is het noodzakelijk om funderingen niet alleen sterk, maar ook duurzaam en aanpasbaar te maken. Dit betekent dat zowel de keuze van het funderingsysteem als de materialen en uitvoering een rol spelen in de toekomstbestendigheid van bouwwerken.


Bronnen

  1. Funderen op staal, slieten en kleef
  2. Soorten funderingen en hun toepassing
  3. Funderingsvormen voor blokhutten
  4. Funderen op zandgrond: soorten en technieken
  5. Funderingen in Nederland: herkenning en risico’s

Related Posts