Het gemeenschappelijk funderend leerplan in het secundair onderwijs: inhoud, implementatie en toekomstgerichte doelen
In het Vlaamse secundair onderwijs is het gemeenschappelijk funderend leerplan (GFL) een centraal element geworden in de inrichting van het curriculum. Dit leerplan is ontwikkeld om leerlingen te voorzien van een vorming die niet alleen gericht is op kennis en vaardigheden, maar ook op persoonsontwikkeling, maatschappelijke betrokkenheid en transversale competenties. Het GFL vervangt de eerder gebruikte termen zoals “vakoverschrijdende eindtermen” en stelt een nieuw kader op voor de vorming van leerlingen in de eerste, tweede en derde graad.
In deze artikel zullen we de inhoud van het GFL, de implementatieprocessen, de rol van leerkrachten en scholen, en de toekomstgerichte doelen van het leerplan behandelen. We zullen ook aandacht besteden aan de uitdagingen bij toetsing en evaluatie, en de rol van externe partijen zoals FTRPRF en andere onderwijsinstellingen in het ondersteunen van scholen.
Wat is het gemeenschappelijk funderend leerplan?
Het Gemeenschappelijk Funderend Leerplan (GFL) is een onderdeel van het curriculum voor het secundair onderwijs in Vlaanderen. Het is ontwikkeld in de context van de onderwijsreforme en vervangt de vroegere “vakoverschrijdende eindtermen” (VOET). Het GFL richt zich op tien krachtlijnen, of aspecten, die gericht zijn op de vorming tot persoon. Deze krachtlijnen zijn:
- Zelfbewust zijn
- Relatievaardig zijn
- Maatschappelijk bekwaam zijn
- Mediawijs zijn
- Ondernemend zijn
- Keuzevaardig zijn
- Creatief zijn
- Moreel verantwoordelijk zijn
- Levensbeschouwelijk gevoelig zijn
- Levenslang leren
Deze aspecten zijn niet louter theoretische richtsnoeren, maar moeten concreet worden ingebouwd in de dagelijkse praktijk van de scholen. Zoals uit de bronnen blijkt, vindt deze vorming plaats in alle lessen, contexten en projecten, en is het GFL dus geen losstaand vak, maar een horizontale lijn die doorheen de schoolwerking loopt.
Implementatie van het GFL
De implementatie van het GFL is een proces dat leerkrachten, scholen en onderwijsnetten vereist. Aan de hand van de gegevens uit de contextdocumenten zien we dat de Pedagogische Begeleiding een belangrijke rol speelt in het ingewerken van het GFL in de scholen. Zoals beschreven in bron [1], werden leerkrachten van Middenscholen en Bovenscholen ingewerkt in het GFL, waarbij een inventaris werd gemaakt van reeds behaalde leerplandoelen.
Na deze inventarisatie volgt een fase waarin wordt gekeken hoe deze doelen geëvalueerd kunnen worden. Dit duidt op een procesgerichte aanpak, waarbij het GFL niet alleen als richtsnoer voor de inrichting van lesactiviteiten wordt gebruikt, maar ook als een evaluatiekader.
In bron [2] zien we dat het GFL onderdeel is van de leerplanstructuur van het secundair onderwijs, waarin ook de vakspecifieke leerplannen voor de eerste, tweede en derde graad zijn opgenomen. Het leerplan is ontworpen om transversale competenties te versterken, die over verschillende vakken heen gemeenschappelijk zijn.
Transversale doelen en de rol van het GFL
Transversale doelen zijn vaardigheden en attitudes die niet alleen gericht zijn op een specifiek vak, maar die over meerdere vakken, contexten en werkvormen kunnen worden ingezet. In het kader van het GFL zijn deze doelen centraal. Bron [3] benadrukt dat deze doelen cruciaal zijn voor het voorbereiden van leerlingen op een snel veranderende wereld.
In het katholiek onderwijs worden deze doelen ondergebracht in het GFL, terwijl andere netwerken zoals GO!, OVSG en POV dit onder andere benoemen als transversale eindtermen. De uitdaging is om deze doelen in de dagelijkse praktijk te verankeren, en dit vereist flexibiliteit in de werkvormen en in de inrichting van de leerkrachtenopleiding.
De focus op IT&ME (ICT-basisvaardigheden, computationeel denken en mediawijsheid) en WIJS! (Mens & samenleving, Burgerschap, Maatschappij en welzijn) benadrukt dat het GFL ook technische en maatschappelijke competenties wil opbouwen. In 2025-2026 wordt er een uitbreiding gepland met modules voor artistieke en culturele vorming, om zo een totaaloplossing te bieden voor transversale doelen.
Het beoogde curriculum en de rol van de overheid
Het beoogde curriculum is een concept dat uit de curriculumtheorie komt en staat voor het curriculum dat de overheid als richtsnoer geeft voor de kwaliteit van onderwijs. Bron [4] benadrukt dat in Vlaanderen het beoogde curriculum vaak globaal wordt uitgewerkt, waardoor scholen ruimte hebben voor interpretatie en aanpassing.
Deze aanpak maakt deel uit van een bredere visie op onderwijs, waarbij kwaliteit en gelijkheid centraal staan. De overheid streeft daarmee naar een curriculum dat voor alle leerlingen beschikbaar is, en waarbij ook de lokale context van de school een rol mag spelen.
Een kritisch punt bij het beoogde curriculum is dat het vaak niet duidelijk is hoe het geïmplementeerd wordt in de scholen. Dit leidt tot een grote mate van variatie tussen scholen, wat ook een uitdaging is voor de toetsing en evaluatie.
Het geïmplementeerde en gerealiseerde curriculum
Naast het beoogde curriculum onderscheidt de curriculumtheorie ook het geïmplementeerde curriculum (het curriculum dat daadwerkelijk in de klas wordt uitgevoerd) en het gerealiseerde curriculum (het curriculum dat daadwerkelijk wordt bereikt, zoals blijkt uit toets- en examenresultaten).
In de context van het GFL is het geïmplementeerde curriculum van groot belang, omdat het GFL zich richt op praktijkgerichte vorming. Hierbij speelt de leraar een centrale rol, aangezien het GFL niet alleen gericht is op leerstof, maar ook op persoonsvorming.
Bron [4] wijst erop dat vakdidactiek en -pedagogiek een belangrijke brug vormen tussen het landelijk curriculum en de concrete lesuitvoering. Dit benadrukt dat het GFL niet alleen een kader is voor leerplandoelen, maar ook een uitdaging voor leerkrachten, om deze doelen in de klas concreet te maken.
Curriculumherziening en toekomstgerichte visie
Het GFL is geen statisch leerplan, maar een onderdeel van een continu herzieningsproces. In Vlaanderen vindt een vernieuwing van het curriculum meestal plaats wanneer er aanleiding is, zoals tegenvallende scores van leerlingen op internationale toetsen of veranderingen in de samenleving.
Bron [4] benadrukt dat curriculumherzieningen vaak op basis van signaalgevingen uit de samenleving of van belangenverenigingen plaatsvinden. Dit maakt duidelijk dat het GFL niet alleen een onderwijskwestie is, maar ook een maatschappelijke kwestie.
In de context van het GFL is de toekomstgerichte visie belangrijk. Het leerplan moet niet alleen gericht zijn op huidige maatschappelijke behoeften, maar ook op toekomstige ontwikkelingen. Dit benadrukt de interdisciplinaire aard van het GFL, waarbij technische, maatschappelijke en culturele competenties worden ingezet.
Uitdagingen bij toetsing en evaluatie
Een van de grootste uitdagingen bij het GFL is toetsing en evaluatie. Aangezien het GFL gericht is op transversale competenties, is het niet altijd eenvoudig om deze doelen te meten. Bron [4] wijst erop dat de toetsing van leerlingresultaten centraal staat in de curriculumtheorie, en dat het gerealiseerde curriculum vaak pas duidelijk wordt uit toets- en examenresultaten.
In de context van het GFL is dit een uitdaging, omdat het leerplan gericht is op vaardigheden en attitudes die niet altijd eenvoudig te meten zijn. Daarom is het van belang om niet alleen kennis- en vaardigheidstoetsen te gebruiken, maar ook portfolio-evaluatie, projectbeoordelingen en gesprekken om een compleet beeld te krijgen van de leerlingontwikkeling.
De rol van externe partijen en ondersteuning
Aangezien het GFL een brede en interdisciplinaire aanpak vereist, spelen ook externe partijen een rol in de ondersteuning van scholen. In bron [3] wordt melding gemaakt van FTRPRF, een organisatie die totaaloplossingen biedt voor transversale doelen. Deze organisatie werkt met modules voor IT&ME, WIJS! en artistieke vorming.
Daarnaast zijn er ook andere onderwijsinstellingen en initiatieven die een rol spelen in de ondersteuning van scholen bij de implementatie van het GFL. Zoals uit de bronnen blijkt, is het GFL niet alleen een onderwijskwestie, maar ook een maatschappelijke en technische kwestie, waarbij ook ICT-vaardigheden en burgerlijk bewustzijn centraal staan.
Conclusie
Het Gemeenschappelijk Funderend Leerplan (GFL) is een belangrijk onderdeel van het secundair onderwijs in Vlaanderen. Het leerplan is ontwikkeld om leerlingen voor te bereiden op de maatschappelijke, technische en culturele uitdagingen van de toekomst. Het GFL is niet alleen gericht op kennis en vaardigheden, maar ook op persoonsvorming, maatschappelijke betrokkenheid en transversale competenties.
De implementatie van het GFL vereist een procesgerichte aanpak, waarbij leerkrachten, scholen en onderwijsnetten een rol spelen. Het leerplan is ontworpen om geïntegreerd te worden in de dagelijkse praktijk, en is dus geen losstaand vak, maar een horizontale lijn doorheen het onderwijsaanbod.
Toetsing en evaluatie van het GFL vormen een uitdaging, omdat het leerplan gericht is op vaardigheden en attitudes die niet altijd eenvoudig te meten zijn. Daarom is het van belang om diverse toetsvormen en evaluatiemethoden te gebruiken, zoals portfolio-evaluatie, projectbeoordelingen en gesprekken.
In de toekomst is het GFL verder te uitbreiden met modules voor artistieke en culturele vorming, om zo een totaaloplossing te bieden voor transversale doelen. Externe partijen zoals FTRPRF spelen een belangrijke rol in de ondersteuning van scholen, en het GFL is daardoor ook een maatschappelijke kwestie.
Bronnen
Related Posts
-
Minerale Wol: Duurzame en Effectieve Oplossing voor Isolatie in Bouw- en Renovatieprojecten
-
Wijkgericht funderingsonderzoek in Kralingen en Crooswijk: Informatie, subsidie en begeleiding voor woningeigenaren
-
Fundering op de verkeerde hoogte: oorzaken, gevolgen en oplossingen
-
Het funderingslabel: Een essentieel hulpmiddel voor kwaliteit en transparantie in de bouwsector
-
Een compleet overzicht van funderingsconstructies, herstel en zelfbouwopties
-
Mierenplaag in de tuin: risico’s op de fundering en effectieve bestrijding
-
Mieren onder de fundering: oorzaak, risico’s en professionele oplossingen
-
Mieren in fundering: oorzaak, schade en oplossingen