Gemeenschappelijk Funderend Leerplan in Katholiek Onderwijs in Vlaanderen: Een Uitdaging en Oplossing voor Transversale Doelen

Inleiding

In Vlaanderen wordt opnieuw aandacht besteed aan het gemeenschappelijk funderend leerplan binnen het katholiek onderwijs. Dit leerplan, ook wel bekend als GFL, vormt een essentiële basis voor het opbouwen van generieke, transversale competenties bij leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Het doel is om jongeren voor te bereiden op een snel veranderende wereld, waarin het niet meer voldoende is om enkel vakspecifieke kennis te bezitten, maar ook om in staat te zijn tot kritisch denken, samenwerken en probleemoplossend handelen in meerdere contexten.

Het katholiek onderwijs in Vlaanderen, net als andere onderwijsnetten, staat voor de uitdaging om deze transversale doelen concreet en praktisch te verwezenlijken. De FTRPRF, een organisatie die zich specialiseert in onderwijsinnovatie, biedt een oplossing door middel van een gedigitaliseerd platform dat gericht is op IT&ME (ICT-basisvaardigheden, computationeel denken en mediawijsheid) en WIJS! (Mens & samenleving, Burgerschap, Maatschappij en welzijn). Deze focus maakt deel uit van een breder plan om de transversale doelen vanaf schooljaar 2025-2026 volledig te integreren in het onderwijsaanbod.

In deze artikel zullen we de historische context, de huidige uitdagingen en de toekomstvisie op het gemeenschappelijk funderend leerplan in het katholiek onderwijs bespreken. Daarnaast zullen we de rol van FTRPRF als totaaloplossing voor transversale doelen toelichten, en aandacht besteden aan de bredere discussies binnen het Vlaamse onderwijssysteem.

Historische Context van het Funderend Leerplan

Het idee van een gemeenschappelijk funderend leerplan is niet nieuw binnen het Vlaamse onderwijssysteem. In de jaren ’80 werd reeds overwogen om een basisvorming te introduceren voor jongeren tussen de 12 en 15 jaar. In 1987 stelde minister Deetman een wetsvoorstel voor, dat in grote lijnen het advies van de WRR volgde. Deze aanpak had als doel om jongeren in de onderbouw van het voortgezet onderwijs een breed, algemeen vormend curriculum te bieden, gericht op burgerschapsvorming en kritisch denken.

De introductie van zo’n funderend leerplan vond echter weinig steun bij alle betrokken partijen. Er werd kritisch gesteld op de manier waarop de inhoud van het onderwijs bepaald werd, en er ontstond een zogenaamde "vakkenstrijd" tussen groepen leraren. Deze discussies leidden tot onrust onder docenten en onderwijshoofden, die de invulling van de nieuwe vakken en examenprogramma’s niet als doeltreffend ervoeren.

De Algemene Onderwijsbond benadrukte in die tijd de noodzaak om leraren een professioneel statuut te bieden, waarin hun rechten en plichten als onderwijspersoneel duidelijk geregeld werden. Hiermee zou worden voorkomen dat onderwijshervormingen van bovenaf werden opgelegd, zonder rekening te houden met de praktijk in de scholen. Deze kritiek benadrukte de noodzaak om onderwijshervormingen niet enkel op juridisch vlak te regelen, maar ook om de praktische en pedagogische kant van onderwijs te betrekken in de besluitvorming.

Het Transversale Leerplan in het Katholiek Onderwijs

In tegenstelling tot de jaren ’80 is het huidige gemeenschappelijk funderend leerplan in het katholiek onderwijs een geïntegreerde aanpak, waarin zowel vakgebonden als transversale competenties centraal staan. Het GFL is een onderdeel van de Vlaamse onderwijsvisie, waarin leerlingen worden voorbereid op een wereld die steeds complexer wordt. Hierbij zijn de zogenaamde transversale competenties – zoals mediawijsheid, burgerschapsvorming, samenwerking en probleemoplossend denken – essentieel.

Deze doelen zijn niet langer puur vakgebonden, maar moeten door meerdere vakken en contexten heen worden verwezenlijkt. Het is een uitdaging om deze competenties concreet te maken, aangezien ze niet altijd eenvoudig te meten zijn. In het katholiek onderwijs worden deze doelen ondergebracht in het GFL, terwijl GO!, OVSG en POV hierbij spreken over transversale eindtermen of doelen met een transversaal karakter.

De uitdaging voor scholen is om deze doelen te integreren in het onderwijsgesprek, zodat leerlingen niet alleen leren wat ze nodig hebben voor hun vakken, maar ook leren hoe ze dat in de brede maatschappij kunnen toepassen. Dit vraagt om een holistische aanpak, waarin leerlingen leren omgaan met complexe problemen, samenwerken in teams en reflecteren op hun eigen leerprocessen.

FTRPRF als Totaaloplossing voor Transversale Doelen

Om deze uitdaging aan te pakken, introduceert FTRPRF een krachtige totaaloplossing voor scholen in Vlaanderen. Sinds de oprichting in 2019 focust FTRPRF op twee kernvakken: IT&ME en WIJS!. Deze vakken vormen de basis voor het ontwikkelen van transversale competenties en zijn essentieel voor jongeren die in de 21e eeuw leven.

IT&ME omvat ICT-basisvaardigheden, computationeel denken en mediawijsheid. Deze vakken zijn niet alleen gericht op het gebruik van technologie, maar ook op het kritisch inzicht in de impact van digitale media op de maatschappij. WIJS! daarentegen is gericht op burgerschapsvorming, maatschappij en welzijn. Hierin leren leerlingen omgaan met ethische dilemma’s, participeren in maatschappelijke processen en zich bewust worden van hun eigen rol als burger.

De focus op deze vakken vormt een logische basis voor de uitbreiding naar een totaaloplossing voor transversale doelen. Door het toevoegen van modules voor artistieke en culturele vorming, en door extra aandacht te besteden aan flexibiliteit in het onderwijssysteem, kan FTRPRF vanaf schooljaar 2025-2026 een complete oplossing bieden voor scholen in alle onderwijsnetten in Vlaanderen.

Een van de belangrijkste voordelen van deze oplossing is de gebruiksvriendelijke digitalisering. Leerkrachten kunnen via het platform van FTRPRF toegang krijgen tot uitgebreide lesmaterialen, werkvormen en assessments die gericht zijn op het ontwikkelen van transversale competenties. Hierdoor is het makkelijker voor scholen om deze doelen te integreren in hun onderwijsgesprek, zonder dat extra tijd of middelen nodig zijn.

De Rol van Leraren in het Funderend Leerplan

Een essentieel aspect van het gemeenschappelijk funderend leerplan is de rol van leraren in de implementatie en uitvoering ervan. Het is van groot belang dat leraren niet alleen het vakinhoudelijke aspect van de transversale doelen beheersen, maar ook in staat zijn om deze doelen praktisch toe te passen in de klas.

In de afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor de professionele ontwikkeling van leraren, met name in het kader van het funderend leerplan. De Algemene Onderwijsbond benadrukte al eerder de noodzaak van een professioneel statuut voor leraren, waarin hun rechten en plichten duidelijk worden geregeld. Hiermee zou worden voorkomen dat onderwijshervormingen van bovenaf worden opgelegd, zonder dat de praktijk in de scholen hierbij wordt betrokken.

Binnen het kader van het GFL is het belangrijk dat leraren collectief onderwijskundige besluiten nemen. Hierbij wordt niet alleen rekening gehouden met de leerinhoud, maar ook met de leerprocessen van de leerlingen. Door de leraren een actieve rol te geven in de implementatie van transversale doelen, wordt de kans op succes van het leerplan vergroot.

De Implementatie van Transversale Doelen

De implementatie van transversale doelen in het onderwijs is niet zonder obstakels. In de afgelopen jaren zijn er verschillende kritieken geweest op de manier waarop deze doelen worden ingevoerd. Zo is er bijvoorbeeld sprake geweest van een "vakkenstrijd" tussen verschillende groepen leraren, waarbij de invulling van de transversale doelen in de klas niet altijd duidelijk was. Hierdoor ontstond onrust onder docenten en onderwijshoofden.

Een van de belangrijkste kritieken is dat de implementatie van transversale doelen vaak te top-down verloopt. Dat wil zeggen dat de doelen van bovenaf worden opgelegd, zonder dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de praktijk in de scholen. Hierdoor ontstaat er een groeiend vertrouwenprobleem tussen de politiek, de onderwijshoofden en de leerkrachten.

Om deze kwestie aan te pakken, is het van groot belang dat scholen en leerkrachten betrokken worden bij de besluitvorming rondom transversale doelen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren via het gebruik van digitale tools zoals die FTRPRF biedt, waarin leraren toegang hebben tot lesmaterialen en assessments die gericht zijn op het ontwikkelen van transversale competenties. Hiermee kan het leerplan niet alleen worden ingevoerd, maar ook concreet worden uitgevoerd in de klas.

De Toekomst van het Funderend Leerplan in Vlaanderen

De toekomst van het funderend leerplan in Vlaanderen is nog steeds niet volledig duidelijk. In de afgelopen jaren is er veel discussie geweest over de richting van het onderwijssysteem, met name in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. De vraag is of het funderend leerplan moet worden ingevoerd als een losstaand programma of als een geïntegreerd onderdeel van het reguliere curriculum.

In de huidige context lijkt er sprake te zijn van een gevoel van onzekerheid onder scholen en leerkrachten. De politiek heeft in de afgelopen jaren verschillende beleidsvoorstellen voorgesteld, die echter niet altijd gelijktijdig zijn met de praktijk in de scholen. Hierdoor ontstaat er een groeiend vertrouwenprobleem tussen de politiek en de onderwijshoofden.

Om deze kwestie aan te pakken, is het van groot belang dat er een heldere visie wordt uitgewerkt op het funderend leerplan. Dit moet niet alleen vanuit een juridisch perspectief gebeuren, maar ook vanuit een pedagogisch en didactisch standpunt. Hierbij moet rekening worden gehouden met de praktijk in de scholen en met de wensen van leerkrachten en leerlingen.

Conclusie

Het gemeenschappelijk funderend leerplan in het katholiek onderwijs in Vlaanderen vormt een essentieel onderdeel van de onderwijsvisie van de regio. Het doel van het GFL is om jongeren voor te bereiden op een wereld die steeds complexer wordt, waarin het niet voldoet om enkel vakspecifieke kennis te bezitten, maar waarin het ook omgaan met complexe problemen, samenwerken en probleemoplossend handelen centraal staan.

De implementatie van transversale doelen is echter niet zonder uitdagingen. In de afgelopen jaren zijn er verschillende kritieken geweest op de manier waarop deze doelen worden ingevoerd. Hierbij is sprake geweest van een "vakkenstrijd" tussen groepen leraren en van een top-down aanpak, waarbij de praktijk in de scholen niet voldoende wordt betrokken.

Om deze kwestie aan te pakken, is het van groot belang dat scholen en leerkrachten actief betrokken worden bij de implementatie van transversale doelen. Hierbij kan een krachtige totaaloplossing zoals die FTRPRF biedt een grote rol spelen. Door middel van digitale tools en lesmaterialen kan het funderend leerplan concreet worden uitgevoerd in de klas, zonder dat extra tijd of middelen nodig zijn.

De toekomst van het funderend leerplan in Vlaanderen is nog steeds niet volledig duidelijk. Echter, door middel van een heldere visie en een actieve betrokkenheid van scholen en leerkrachten, kan het funderend leerplan een waardevolle aanvulling worden op het Vlaamse onderwijssysteem.

Bronnen

  1. FTRPRF – Transversale doelen
  2. Rijksbegroting – Onderwijsvernieuwingen
  3. Officiële bekendmakingen – Onderwijsstelsel

Related Posts