De kwaliteit van funderingen in Nederland: problemen, risico’s en aanpak

De kwaliteit van funderingen speelt een cruciale rol in de duurzaamheid en veiligheid van woningen en andere bouwwerken. Een onvoldoende fundering kan leiden tot zakkingschade, scheuren in muren, vochtproblemen en zelfs verlies van woningwaarde. In Nederland is de funderingsproblematiek tegenwoordig een landelijke kwestie, met schade die zich niet alleen op materiële vlak uitwerkt, maar ook emotioneel en maatschappelijk. In dit artikel wordt ingegaan op de huidige situatie van de funderingskwaliteit in Nederland, de risico’s die erbij horen, en de aanbevolen aanpak voor zowel woningeigenaren, professionele bouwpartijen en beleidsmakers.

Inleiding: De rol van de fundering in bouwpraktijk

Een fundering vormt de ondergrond waarop een gebouw staat. De kwaliteit ervan bepaalt in grote mate de stabiliteit en levensduur van de constructie. In de bouwpraktijk zijn er verschillende funderingstypen in gebruik, zoals liggende funderingen, palen, en combinaties daarvan. De keuze van het funderingstype hangt af van factoren zoals de ondergrond, de belasting die het gebouw moet dragen, en de klimaatvoorwaarden.

De kwaliteit van de fundering is echter niet altijd zichtbaar aan de buitenkant van een woning. Informatie over de fundering kan vaak alleen worden verkregen via onderzoek, zoals een bouwkundige keuring of geotechnische analyse. In Nederland is de toepassing van funderingen vooral voor woningen vóór 1970 vaak minder goed geregisseerd. Dit maakt het voor woningeigenaren en professionals lastig om de echte kwaliteit van de fundering in kaart te brengen.

Het huidige landschap van funderingsproblemen

Het aandeel van woningen met funderingsproblemen

Het Kenniscentrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF) schat dat ongeveer 500.000 woningen in Nederland problemen met hun fundering hebben of deze binnen de komende jaren kunnen ontwikkelen. Deze schatting is gebaseerd op data uit de FunderMaps-database, en de invloed van klimaateffecten is nog niet meegenomen. Dit betekent dat de werkelijke omvang van het probleem mogelijk nog aanzienlijk groter is.

Funderingsproblemen treden vaak op in stedelijke en landelijke gebieden en zijn vooral geassocieerd met woningen die vóór 1970 zijn gebouwd. Vanaf dat jaar begon de toepassing van betonpalen toe te nemen, wat leidde tot een duidelijke afname van funderingsproblemen. Echter, deze verandering is niet uniform over het hele land en varieert per regio en type bebouwing.

Gevolgen van funderingsproblemen

Funderingsproblemen hebben zowel directe als indirecte gevolgen. Directe gevolgen zijn schade aan het gebouw zelf, zoals scheuren in muren, vochtproblemen, en dalende woningwaarde. Indirecte gevolgen zijn emotioneel en maatschappelijk aardend, zoals stress bij woningeigenaren, verlies van leefbaarheid, en financiële druk door herstelkosten.

De totale schade die Nederland binnen de komende jaren door funderingsproblemen kan lijden, wordt geschat op 54 miljard euro. Zonder actieve aanpak kan dit bedrag nog stijgen, omdat het aantal gebouwen dat schade zal ondervinden, zonder preventie fors toeneemt. Dit maakt het noodzakelijk om zowel op individueel als op landelijk niveau actie te ondernemen.

De rol van modellen en data in funderingsrisicoanalyse

Indicatieve en afgeleide informatie

Het KCAF gebruikt modellen om de funderingskwaliteit van woningen te bepalen. Deze modellen zijn gebaseerd op data over de ondergrond, grondwaterstanden, en in sommige gevallen satellietgemeten zakkingsdata. De resultaten van deze modellen worden aangeduid als indicatief of afgeleid. Dit betekent dat ze een schatting geven van de funderingskwaliteit, maar geen absoluut bewijs leveren.

Omdat het om schattingen gaat, kunnen de resultaten onnauwkeurig zijn. In dat geval kan er een misclassificatie voorkomen, waarbij de modeloutput een verkeerde conclusie trekt over het funderingstype of de risico’s. Wanneer dit gebeurt, kan een melding worden gemaakt via een speciale pagina, zodat de data kunnen worden aangepast en verbeterd. Meldingen zijn daarom belangrijk om de kwaliteit van de database te verbeteren.

Betrouwbaarheid van modeldata

De betrouwbaarheid van modeldata is afhankelijk van de kwaliteit van de invoerdata. Voor oudere woningen is de kwaliteit van de fundering vaak niet goed vastgelegd, wat leidt tot grotere onzekerheid in de modellen. In combinatie met de complexiteit van de ondergrond en klimaateffecten, kan dit ervoor zorgen dat het model niet altijd accuraat is.

Daarom is het belangrijk om modelresultaten altijd te verifiëren met fysieke onderzoeken, zoals een bouwkundige keuring of geotechnische metingen. Deze verificaties helpen om de echte kwaliteit van de fundering in kaart te brengen en eventuele risico’s op te sporen.

Bouwkundige keuring en funderingsanalyse

Waarom een bouwkundige keuring uitvoeren?

Voor woningeigenaren die overwegen om een woning te kopen of te verbouwen, is een bouwkundige keuring een essentieel onderdeel van de beslissing. Homekeur benadrukt dat funderingsproblemen vaak moeilijk te zien zijn tijdens een gewone bezichtiging. Ze kunnen zich pas later openbaren, wanneer de schade al aanzienlijke proporties heeft aangenomen.

Een bouwkundige keuring door een erkend keurder zoals Homekeur levert een gedetailleerd rapport op, waarin eventuele problemen met de fundering worden beschreven. Dit rapport geeft ook advies over mogelijke herstelmaatregelen en de bijbehorende kosten. Voor kopers is dit een waardevolle ondersteuning bij het bepalen van het risicoprofiel van een woning.

Detectie van funderingsproblemen

Funderingsproblemen kunnen zich op verschillende manieren openbaren. De meest duidelijke aanwijzingen zijn:

  • Scheuren in muren of vloeren.
  • Vochtplekken op muren of plafonds.
  • Vloeren of muren die scheef of hobbelen.
  • Soms ook verlaging van de keldervloer of zichtbare zakkingsgebieden in de straat.

Echter, niet alle problemen zijn zo duidelijk zichtbaar. Bijvoorbeeld zakkingschade kan langzaam ontstaan en zich pas na jaren openbaren. In dergelijke gevallen is een bouwkundige keuring of geotechnische meting vaak de enige manier om de schade in kaart te brengen.

Aanpak van funderingsproblematiek op landelijk niveau

Advies van het RLI en de rol van een nationale aanpak

Het RLI heeft in februari 2024 een advies gepresenteerd, getiteld Goed gefundeerd: advies om te komen tot een nationale aanpak funderingsproblematiek. In dit advies wordt benadrukt dat de funderingsproblematiek in Nederland op landelijk niveau moet worden aangepakt. De reden hiervoor is dat het probleem niet beperkt is tot individuele woningen, maar ook gevolgen heeft voor de markt, de maatschappij, en de overheidsuitgaven.

Het advies stelt voor dat er een coördinerend minister en een Nationaal Coördinator Funderingsproblematiek aangesteld worden. Deze coördinator zorgt voor het uitvoeren van een interbestuurlijk programma, waaronder:

  • Het opzetten van een openbaar funderingsdatabase.
  • Het ontwikkelen van een nationaal funderingsloket.
  • De verstrekking van subsidies voor herstelmaatregelen.
  • Het bepalen van kwaliteitsstandaarden en certificering voor onderzoeksbureaus.

Financiële investering en subsidieverstrekking

Volgens het RLI-advies is een investering van ongeveer 12 miljard euro nodig over de periode 2024 tot en met 2035. Deze investering is bedoeld om:

  1. De financiële druk op woningeigenaren te verlichten.
  2. Eigenaren te activeren om herstelmaatregelen te nemen.
  3. Juridische complicaties en klachten te voorkomen.

Daarnaast wordt 3% van de totale kosten gereserveerd voor innovatie. Dit geld wordt gebruikt voor het opschalen van de capaciteit van de bouwsector, het standaardiseren van werkzaamheden, en het stimuleren van innovatie in funderingshersteltechnieken.

Tussentijdse evaluaties

Om ervoor te zorgen dat de nationale aanpak doeltreffend is, zijn er tussentijdse evaluaties gepland in 2028, 2030 en 2034. Deze evaluaties geven inzicht in de voortgang en helpen om eventuele aanpassingen in de uitvoering te doen. Dit zorgt ervoor dat de aanpak aan de realiteit kan worden aangepast, afhankelijk van de beschikbare capaciteit en de werkelijke effecten van de ingezette maatregelen.

De rol van de bouwsector en de markt

Opbouw van uitvoeringscapaciteit

De nationale aanpak van funderingsproblematiek is niet alleen een kwestie van beleid en subsidies, maar ook van uitvoering. Het RLI benadrukt dat de bouwsector een essentiële rol speelt in het herstellen van funderingsproblemen. Dit betekent dat er voldoende bouwbedrijven en onderzoeksbureaus beschikbaar moeten zijn om de benodigde werkzaamheden uit te voeren.

Daarom is het van belang om de uitvoeringscapaciteit te versterken. Dit gebeurt door samenwerking met de markt, standaardisatie van werkzaamheden, en kwaliteitsborging. Het opzetten van een systeem van certificering voor onderzoeksbureaus is hierin een belangrijke stap. Dit zorgt ervoor dat de resultaten van onderzoeken en herstelmaatregelen betrouwbaar en gelijkwaardig zijn.

Innovatie en duurzaamheid

Naast het opschalen van de uitvoeringscapaciteit, benadrukt het RLI-advies ook het belang van innovatie. Door innovatieve methoden te ontwikkelen en te stimuleren, kan de efficiëntie en kwaliteit van funderingsherstel worden verbeterd. Dit helpt om de kosten te verlagen en de duurzaamheid van de maatregelen te verhogen.

Financiële steun van de overheid speelt hierin een belangrijke rol. Deze steun kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor het ontwikkelen van nieuwe funderingstechnieken, het gebruik van duurzamere materialen, en het uitbreiden van digitale tools voor funderingsanalyse.

Funderingskwaliteit en onderbouw in openbare ruimte

De rol van de onderbouw in straatwerk

De kwaliteit van de fundering is niet alleen belangrijk voor woningen, maar ook voor de infrastructuur. In de openbare ruimte, zoals straten en wegen, speelt de onderbouw een essentiële rol in de duurzaamheid van het bestratingssysteem. De onderbouw vormt de basis waarop de straatbakstenen of andere bestratingsmaterialen worden gelegd.

Een goede onderbouw is afhankelijk van twee hoofdfactoren:

  1. Materiaalkeuze: Er zijn verschillende materialen geschikt voor de onderbouw, zoals zand, puingranulaat, en andere mengsels. De keuze van het materiaal moet nauwkeurig worden afgewogen, rekening houdend met de grondslag en de verkeersbelasting.

  2. Verdichting: Naast de keuze van het materiaal is de mate van verdichting van het materiaal ook van groot belang. Alleen bij voldoende verdichting kan de onderbouw maximaal presteren. Wanneer de verdichting onvoldoende is, kan het leiden tot afschuiving van de lagen en dus tot onvlakheid in het wegdek.

Gevolgen van een slechte onderbouw

Een slechte onderbouw kan leiden tot verschillende soorten onvlakheid in het wegdek, zoals:

  • Dwarsonvlakheid: Ook wel spoorvorming genoemd, ontstaat door herhaaldelijke verkeersbelasting.
  • Langsonvlakheid: Ontstaat door afwijkingen in de lengterichting van het wegdek, zoals golvingen of ribbels.

Beide soorten onvlakheid hebben gevolgen voor het rijcomfort en de verkeersveiligheid. Ze kunnen leiden tot verhoogde slijtage van voertuigen, verhoogde brandstofverbruik, en risico’s voor weggebruikers.

Conclusie

De kwaliteit van funderingen speelt een cruciale rol in de duurzaamheid en veiligheid van zowel woningen als infrastructuur. In Nederland is de funderingsproblematiek een landelijke kwestie, die zowel materiële als emotionele gevolgen heeft. Het aantal woningen met funderingsproblemen is aanzienlijk, en zonder actieve aanpak kan dit probleem alleen maar toenemen.

Modellen en data zijn een waardevolle hulp bij de identificatie van funderingsrisico’s, maar moeten altijd worden bevestigd door fysieke onderzoeken. Bouwkundige keuringen en geotechnische metingen zijn essentieel voor het in kaart brengen van eventuele problemen.

Op landelijk niveau is het noodzakelijk om een coördinerende aanpak te ontwikkelen. Dit betreft niet alleen beleidsmaatregelen en subsidies, maar ook samenwerking met de bouwsector, standaardisatie van werkzaamheden, en innovatie in funderingshersteltechnieken. Door middel van deze samenwerking kan de kwaliteit van funderingen in Nederland worden verbeterd, en het risico op zakkingschade worden verminderd.

Zowel woningeigenaren als professionals spelen een belangrijke rol in het herstellen en voorkomen van funderingsproblemen. Door vroegtijdige detectie, correcte herstelmaatregelen, en betrokkenheid bij nationale initiatieven, kan Nederland ervoor zorgen dat woningen en infrastructuur stabiel, veilig en duurzaam blijven.

Bronnen

  1. KCAF – Funderingsrisicorapport
  2. Homekeur – Kwaliteit fundering van woningen
  3. KCAF – Funderingsviewer
  4. RLI – Advies Goed gefundeerd
  5. Wienerberger – Kwaliteit begint bij een goede fundering

Related Posts