Landsverordening Funderend Onderwijs op Curaçao: Toepassing, Juridische Grondslag en Onderwijskwaliteit

De Landsverordening funderend onderwijs op Curaçao is een centraal juridisch kader dat de organisatie en uitvoering van funderend onderwijs bepaalt binnen het eilandgebied. Deze regeling wordt uitgevoerd in overeenstemming met de Staatsregeling, en richt zich op de kwaliteit, bekostiging en toezicht op de scholen die funderend onderwijs verlenen. Het doel van deze regeling is om een goed functionerend, gelijkwaardig en toereikend onderwijsaanbod te waarborgen voor alle kinderen in Curaçao. In deze artikel zullen we de belangrijkste aspecten van de regeling bespreken, zoals de juridische basis, de toepassing in de praktijk, kwaliteitsborging en de betekenis van deze regeling voor scholen en ouders.

Inleiding

De Landsverordening funderend onderwijs op Curaçao (P.B. 2008, 84) is vanaf 10 oktober 2010 geldig en is een juridische regelgeving die bepaalt hoe funderend onderwijs moet worden georganiseerd. Het kader legt eisen op aan scholen, bevoegde gezag(en), ministeries en andere betrokken partijen. De regeling bevat ook voorschriften over de bekostiging, het toezicht en de kwaliteit van het onderwijs. Voor openbare scholen geldt dat ze door het eilandgebied of openbaar orgaan worden ondersteund, terwijl bijzondere scholen door particuliere partijen worden gevestigd.

De regeling is onderdeel van een bredere juridische en organisatorische aanpassing die volgde op de opheffing van de Nederlandse Antillen in 2010. Deze veranderingen hadden als doel de autonomie van Curaçao te versterken in de zorg voor onderwijs en het beheer van scholen.

Juridische Grondslag en Toepassing

De Landsverordening funderend onderwijs is gebaseerd op de Staatsregeling, waarin de rechten en verplichtingen van het land, de scholen, ouders en leerlingen zijn vastgelegd. Deze regeling is een onderdeel van het juridische kader dat het onderwijs op Curaçao regelt en bepaalt welke eisen scholen moeten vervullen om in aanmerking te komen voor bekostiging. Een belangrijk aspect van de regeling is dat het toegang biedt tot een juridisch kader dat scholen helpt bij het naleven van kwaliteitsnormen, toezicht en financiering.

De toepassing van de regeling is beheerd door het Ministerie belast met onderwijs, dat bevoegd is om toezicht te houden op het funderend onderwijs. Dit omvat ook het bepalen van welke scholen voor bekostiging in aanmerking komen. In artikel 47 van de regeling wordt gesteld dat het ministerie kan besluiten om een school uit te sluiten van bekostiging als er geen voldoende behoefte meer is aan die school. Dit betekent dat scholen continu moeten bewijzen dat hun aanbod noodzakelijk is voor de gemeenschap.

Ministerie en Bevoegd Gezag

Het Ministerie belast met onderwijs is een kernfiguur in de uitvoering van de regeling. Het ministerie heeft de verantwoordelijkheid om het onderwijs aan te schouwen en eventuele aansluiting te creëren met andere departementen, zoals wetenschap, cultuur en sport. Daarnaast bepaalt het ministerie ook de richtlijnen voor de toezichtsactiviteiten en het evaluatiesysteem dat scholen ondergaan.

De bevoegde gezag varieert afhankelijk van de aard van de school. Voor openbare scholen is het bestuurscollege van het eiland of het openbaar orgaan het bevoegde gezag. Voor bijzondere scholen, die door particulieren worden gerund, is het schoolbestuur het bevoegde gezag. Deze partijen zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding en het naleven van de regelgeving.

Bekostiging en Financiële Structuur

Een belangrijk aspect van de Landsverordening funderend onderwijs is de financiering van scholen. De regeling legt vast dat scholen die voor bekostiging in aanmerking komen, voldoen aan bepaalde eisen. Deze eisen zijn gericht op de kwaliteit van het onderwijs, de toegankelijkheid en het vermogen van de school om haar doelstellingen te realiseren.

Openbaar en Bijzonder Onderwijs

De financiering van openbare scholen wordt volledig of gedeeltelijk gedragen door het eilandgebied of openbaar orgaan. Voor bijzondere scholen geldt dat de financiering grotendeels uit particuliere bronnen komt, maar ook subsidies kunnen worden verstrekt indien de school voldoet aan de wettelijke eisen. De bekostiging moet toereikend zijn om een goed functionerend onderwijsaanbod te waarborgen, wat ook is vastgelegd in artikel 46 lid 2 van de regeling.

De Inspectie Onderwijs heeft onderzocht of de bekostiging van openbaar en bijzonder onderwijs gelijk is. Het onderzoek, uitgevoerd door het SOAB, concludeerde dat de methodiek voor bekostiging voldoet aan wettelijke maatstaven, waaronder gelijke financiering. Dit betekent dat scholen van beide soorten op vergelijkbare voorwaarden worden beoordeeld en financieel worden ondersteund.

Bezoldiging van Onderwijspersoneel

De Bezoldigingssysteem voor onderwijspersoneel is een aanvullende maatregel die in 2005 is ontwikkeld. Deze regeling werd ontworpen om de lonen en voorwaarden van docenten en onderwijspersoneel te reguleren. Het systeem is ontwikkeld door een werkgroep onderwijssalarissen, waarin vertegenwoordigers van vakbonden, schoolbesturen en vakdepartementen zitting hadden.

Het systeem is sinds 2007 geïmplementeerd en heeft als doel om een eerlijke en betaalbare vergoeding te waarborgen voor onderwijspersoneel. De regeling is in 2016 formeel vastgelegd in het Bezoldigingslandsbesluit onderwijs, wat een juridische grondslag biedt voor het systeem. Deze regeling is belangrijk voor scholen om personeel te behouden en het onderwijsniveau te waarborgen.

Toezicht en Kwaliteitsborging

De Landsverordening funderend onderwijs bevat ook bepalingen over toezicht en kwaliteitsborging. Het ministerie en de bevoegde gezag zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van toezicht op scholen om te zorgen dat het onderwijs aan wettelijke en kwaliteitsnormen voldoet.

Toezichtsactiviteiten

Toezicht op scholen omvat activiteiten zoals inspecties, evaluaties en beoordelingen. Het Toezicht- en Waarderingskader (TWK) is een essentieel onderdeel van het toezichtsmechanisme. Dit kader bevat kwaliteitsindicatoren en normen waarmee scholen worden beoordeeld. De Inspectie Onderwijs is verantwoordelijk voor het uitvoeren van deze beoordelingen en het opstellen van rapporten over de kwaliteit van het onderwijs.

Een van de belangrijkste normen is de 80%-norm, waarbij verwacht wordt dat scholen minstens 80% van de kwaliteitsindicatoren behalen. Deze norm is ontworpen om realistische en haalbare doelen te stellen aan scholen, afgestemd op de huidige praktijk en de omstandigheden op Curaçao.

Kwaliteitsdomeinen

Het toezicht omvat verschillende kwaliteitsdomeinen, waaronder:

  • Naleving van wet- en regelgeving
  • Kwaliteitszorg
  • Opbrengsten
  • Zorg en begeleiding

Bij de beoordeling van deze domeinen wordt rekening gehouden met de specifieke situatie in Curaçao. De Inspectie Onderwijs zorgt ervoor dat de indicatoren die worden gebruikt, realistisch zijn en passen binnen de praktijk op het eiland.

Praktijkvoorbeelden en Invulling van de Regeling

De Landsverordening funderend onderwijs wordt in de praktijk uitgevoerd door middel van diverse initiatieven en regelgeving. Een voorbeeld van dit is de Regeling vakantiedagen funderend onderwijs, die in 2009 is vastgesteld door de Minister van Onderwijs en Cultuur. Deze regeling bepaalt het aantal vakantiedagen dat leerlingen per jaar krijgen, inclusief feestdagen. Het totale aantal vakantiedagen bedraagt 61 schooldagen per jaar, inclusief feestdagen zoals Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, Paasdag, Koningsdag, Dag van de Arbeid en Kerstdagen.

Deze regeling is van toepassing op alle scholen die funderend onderwijs verlenen en is bedoeld om een balans te creëren tussen onderwijs en vrije tijd. De regeling is ook een voorbeeld van hoe juridische kaders worden uitgevoerd in de praktijk en hoe scholen hun agenda kunnen opstellen.

Invloed op Scholen en Ouders

De Landsverordening funderend onderwijs heeft een directe invloed op zowel scholen als ouders. Voor scholen betekent de regeling dat ze aan wettelijke eisen moeten voldoen om in aanmerking te komen voor financiering en toezicht. Voor ouders betekent het dat het onderwijs op Curaçao aan wettelijke normen voldoet, wat een garantie is voor de kwaliteit en toegankelijkheid van het onderwijs.

Voorwaarden voor Bekostiging

Scholen moeten voldoen aan bepaalde voorwaarden om bekostiging te ontvangen. Deze voorwaarden omvatten het naleven van wettelijke eisen, het aanbod van een goed functionerend onderwijs en het bewijzen van voldoende behoefte aan het onderwijsaanbod. In artikel 47 van de regeling is vastgelegd dat scholen kunnen worden uitgesloten van bekostiging als er geen voldoende behoefte meer is aan die school. Dit betekent dat scholen continu moeten bewijzen dat hun aanbod noodzakelijk is voor de gemeenschap.

Toegankelijkheid

Een ander belangrijk aspect van de regeling is de toegankelijkheid van onderwijs. De regeling legt vast dat alle kinderen op Curaçao toegang hebben tot funderend onderwijs. Dit geldt ook voor kinderen met een beperking, die op een school voor speciaal funderend onderwijs terecht kunnen komen. Deze scholen zijn speciaal ingericht om kinderen met zintuiglijke, lichamelijke of geestelijke tekortkomingen te onderwijzen en te begeleiden.

Toekomst en Uitdagingen

Hoewel de Landsverordening funderend onderwijs een sterke juridische basis biedt, zijn er ook uitdagingen die de toekomst van het onderwijs op Curaçao beïnvloeden. Een van de belangrijkste uitdagingen is de financiële situatie van het land. Het land heeft zich jaren in een precaire financiële positie bevonden, wat betekent dat er minder middelen zijn voor onderwijs en andere overheidsdiensten. Dit heeft geleid tot discussies over de prioritering van middelen en de vraag of het openbaar of bijzonder onderwijs voorrang moet krijgen.

Hoewel de regeling een juridische grondslag biedt voor het onderwijs, is het ook belangrijk om de financiële aspecten van het onderwijs te overwegen. De regering moet zorgen dat er voldoende middelen zijn voor scholen, docenten en leerlingen om het onderwijsniveau te behouden en te verbeteren.

Invloed van de Inspectie Onderwijs

De Inspectie Onderwijs speelt een belangrijke rol in de uitvoering van de regeling. Het orgaan is verantwoordelijk voor het uitvoeren van toezicht en het opstellen van rapporten over de kwaliteit van het onderwijs. In 2017 is een verslag opgesteld dat een oordeel geeft over de kwaliteit van het funderend onderwijs, het speciaal onderwijs en het voortgezet onderwijs. Het verslag bevat ook een beoordeling van de scholen en geeft aan hoe het onderwijs kan worden verbeterd.

Een belangrijk aspect van het verslag is dat het geen informatie geeft over de financiën van scholen, aangezien het financieel toezicht niet bij de Inspectie Onderwijs is ondergebracht. Dit betekent dat financiële aspecten van het onderwijs op een aparte manier worden beoordeeld.

Conclusie

De Landsverordening funderend onderwijs op Curaçao is een essentieel juridisch kader dat de organisatie, financiering en kwaliteit van het onderwijs regelt. De regeling biedt een juridische basis voor het functioneren van scholen en zorgt ervoor dat onderwijs aan wettelijke en kwaliteitsnormen voldoet. Het toezicht en de kwaliteitsborging zijn cruciale aspecten van de regeling, die worden uitgevoerd door het Ministerie belast met onderwijs en de Inspectie Onderwijs.

De regeling heeft ook een directe invloed op scholen en ouders, en bepaalt of scholen in aanmerking komen voor financiering. De financiering van zowel openbaar als bijzonder onderwijs is regelmatig voorwerp van evaluatie en discussie, aangezien het land zich in een precaire financiële situatie bevindt.

De Landsverordening funderend onderwijs is dus een belangrijk onderdeel van het onderwijssysteem op Curaçao en speelt een sleutelrol in het waarborgen van kwaliteit en toegankelijkheid van onderwijs voor alle kinderen op het eiland.

Bronnen

  1. MINISTERIELE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 6de januari 2009 ter uitvoering van artikel 9, zesde lid, van de Landsverordening funderend onderwijs
  2. Bezoldigingslandsbesluit onderwijs
  3. Giea Cura - AO 06-02-2023 - nr. CUR201701839
  4. Landsverordening funderend onderwijs (CVDR144232)
  5. Giea Cura - AO 06-08-2019 - nr. CUR201700739

Related Posts