Nieuwe CAO Bestuurders Funderend Onderwijs 2025: Beloning, Werktijden en Toepassing

Published by Redactie on juli 27, 2025 | Category fundering

De CAO Bestuurders Funderend Onderwijs is een belangrijke collectieve arbeidsovereenkomst die de arbeidsvoorwaarden en beloning van bestuurders in het primair en voortgezet onderwijs regelt. In 2025 is een nieuwe versie van deze CAO definitief aangenomen, met concrete veranderingen in loon, eindejaarsuitkering en werktijden. Deze nieuwe CAO loopt van 1 maart 2025 tot 28 februari 2026. Voor organisaties in het funderend onderwijs zijn deze veranderingen van groot belang, aangezien ze directe gevolgen hebben voor het salarisbeleid, de normtaakuren en de werkdruk van bestuurders. In dit artikel wordt ingegaan op de inhoud en de toepassing van de nieuwe CAO Bestuurders Funderend Onderwijs 2025, met aandacht voor de belangrijkste wijzigingen, de context van de integratie van bestuurderscao’s, en de praktische implementatie binnen onderwijsorganisaties.

Inleiding

De CAO Bestuurders Funderend Onderwijs is ontstaan uit een onderhandelingsproces tussen de werkgeversorganisatie VTOI-NVTK en de werknemersorganisatie VvOB. In september 2022 werd een geïntegreerde CAO opgesteld die zowel primair als voortgezet onderwijs omvat. Deze integratie is een logische ontwikkeling binnen het bredere onderwijsbeleid, waarbij de sociale partners erop gericht zijn om arbeidsvoorwaarden in het onderwijs te harmoniseren en te verduidelijken. De nieuwe CAO voor 2025 bevat loonverhogingen, veranderingen in de eindejaarsuitkering en een aangepaste normtaakurenstructuur. Deze veranderingen zijn van kracht vanaf 1 maart 2025 en zijn het resultaat van intensieve onderhandelingen tussen de betrokken partijen. Voor organisaties is het essentieel om deze veranderingen goed te begrijpen en in te passen in hun beleid, aangezien ze directe financiële en operationele gevolgen hebben.

Historische context en integratie van de CAO

De integratie van de CAO Bestuurders Funderend Onderwijs is een gevolg van de wenselijke ontwikkelingen in het onderwijssysteem. In de afgelopen jaren is er een duidelijke druk geweest om de arbeidsvoorwaarden voor bestuurders in het onderwijs te verduidelijken en te uniformeren. Vroeger vielen primair en voortgezet onderwijs onder verschillende CAO’s, wat leidde tot complexiteit in de toepassing en beheersing van het salarisbeleid. De integratie van deze CAO’s is een logische stap in de richting van een transparant en consistente aanpak.

In 2022 werd het eerste akkoord bereikt tussen VTOI-NVTK en VvOB, wat leidde tot een geïntegreerde CAO die vanaf 1 januari 2022 met terugwerkende kracht van kracht was. Deze CAO werd officieel aangenomen in september 2022. De integratie is ook een aanpassing aan het bredere regeerakkoord van 2021-2025, waarin dichting van de loonkloof en het creëren van een uniforme arbeidspakket voor werknemers in het onderwijs centraal staan. Door de integratie is de CAO eenvoudiger en beter doorzichtig voor zowel werkgevers als bestuurders.

Loonverhogingen en eindejaarsuitkering

Een van de belangrijkste wijzigingen in de CAO Bestuurders Funderend Onderwijs 2025 betreft de loonverhogingen. In 2025 is een loonverhoging van 1,4 procent afgesproken, die met terugwerkende kracht per 1 maart 2025 in werking treedt. Daarnaast is er een extra verhoging van € 300. Deze loonverhogingen zijn het resultaat van onderhandelingen tussen VTOI-NVTK en VvOB. De doelstelling achter deze verhogingen is om het salarisniveau van bestuurders in het onderwijs op peil te houden met andere sectoren en om een aantrekkelijke beloning te garanderen voor kwalitatief goede bestuurders.

Naast de loonverhogingen is ook een verhoging van de eindejaarsuitkering (EJU) afgesproken. Deze gaat van 7,4 procent naar 8 procent, wat een verhoging van 0,6 procent betekent. Deze verandering is bedoeld om het totale salaris- en uitkeringpakket aantrekkelijker te maken voor bestuurders. De combinatie van loon- en EJU-verhogingen draagt bij aan een sterker positionering van bestuurders in het onderwijs en helpt bij het behouden van competentie in deze functie.

Aanpassingen aan normtaakuren

Een andere belangrijke wijziging in de nieuwe CAO betreft de normtaakuren. In de CAO Bestuurders Funderend Onderwijs 2025 is de normjaartaak aangepast van 1659 uur naar 1800 uur per jaar. Voor een volledige dienstvervulling betekent dit dat de werkweek uitkomt op 40 uur. Deze aanpassing is gedaan om de werkdruk en het verwachte aantal uren dat bestuurders moeten investeren in hun werk, realistischer te maken. De oudere norm was mogelijk onderschat, terwijl bestuurders tegenwoordig met complexere taken en meer verantwoordelijkheden zitten. De verhoging van de normtaakuren geeft een betere weerspiegeling van de daadwerkelijke werklast.

De aanpassing heeft directe gevolgen voor de financiële planning van onderwijsorganisaties, aangezien het salaris van bestuurders gedeeltelijk afhankelijk is van het aantal uren dat wordt verwerkt. Het is daarom belangrijk dat organisaties deze wijziging goed doorgronden en eventueel aanpassingen doorvoeren in hun salaris- en budgetbeleid.

Toepassing en implementatie in onderwijsorganisaties

De toepassing van de nieuwe CAO Bestuurders Funderend Onderwijs 2025 is vanaf 1 maart 2025 verplicht voor alle werkgevers die lid zijn van VTOI-NVTK. Aangezien VTOI-NVTK leden zogenaamde gebonden leden zijn, moeten zij de afspraken in de CAO onverkort uitvoeren. Voor organisaties betekent dit dat de salarisverhogingen, de veranderingen in de eindejaarsuitkering en de aangepaste normtaakuren direct moeten worden doorgevoerd in de salarisadministratie.

In praktijk betekent dit dat onderwijsorganisaties de nieuwe CAO-teksten moeten doorwerken en eventueel aanpassingen doorvoeren in hun interne beleidsdocumenten. Het is tevens belangrijk dat de Raad van Toezicht nauwkeurig kijkt naar de gevolgen van de nieuwe CAO en eventueel maatregelen neemt om het beleid aan te passen. De handreiking Remuneratiebeleid, die aan de CAO is toegevoegd, kan hierbij als een waardevol instrument dienen. Deze handreiking helpt bij het herijken van het remuneratiebeleid en bevat onder andere richtlijnen voor het organiseren en documenteren van de gesprekkencyclus met bestuurders.

Invloed op het salarisbeleid

De nieuwe CAO heeft een directe invloed op het salarisbeleid van onderwijsorganisaties. Aangezien de salarissen van bestuurders nu onder één CAO vallen, is er een grotere mate van uniformiteit in het salarisbeleid. Dit heeft als voordeel dat het makkelijker wordt om vergelijkingen te maken tussen primair en voortgezet onderwijs, en dat het salarisbeleid transparanter wordt.

De loonverhogingen van 1,4 procent en de extra verhoging van € 300 zijn met terugwerkende kracht van kracht. Dit betekent dat deze verhogingen ook voor maart 2025 moeten worden doorgevoerd in de salarisadministratie. Voor organisaties die nog niet volledig zijn doorgevoerd met deze veranderingen, is het belangrijk om dit zo snel mogelijk te doen. De verwerking van deze veranderingen in het salarisbeleid moet worden gedaan in overleg met de Raad van Toezicht en eventueel met externe partijen zoals salarisadministratiebedrijven.

Externe benchmarks en salarisschalen

De nieuwe CAO Bestuurders Funderend Onderwijs is niet alleen gebaseerd op interne overeenkomsten tussen VTOI-NVTK en VvOB, maar ook op externe benchmarks. Tijdens de totstandkoming van de nieuwe CAO hebben sociale partners een benchmark laten uitvoeren door Berenschot. Deze benchmark gaf inzicht in de salarissen en arbeidsvoorwaarden van bestuurders in vergelijkbare sectoren. Het doel van deze benchmark was om ervoor te zorgen dat de salarissen van bestuurders in het onderwijs aantrekkelijk zijn en op peil staan met andere sectoren.

De salarisschalen in de nieuwe CAO zijn hierop afgestemd, waardoor de beloning van bestuurders in het onderwijs aantrekkelijker is voor kwalitatief goede kandidaten. Deze aanpassing heeft ook indirecte gevolgen voor onderwijsorganisaties, aangezien het salarisbeleid nu sterker moet worden afgestemd op externe benchmarks. Dit betekent dat de Raad van Toezicht en de directie meer aandacht moeten besteden aan het salarisniveau van bestuurders en eventueel maatregelen moeten nemen om dit niveau te behouden of te verbeteren.

Invloed op het normeringssysteem

Naast de loonverhogingen en de eindejaarsuitkering zijn er ook wijzigingen in het normeringssysteem voor bestuurders. De CAO bepaalt dat de inschaling van bestuurders gebaseerd moet zijn op drie criteria: totale baten, aantal bekostigde leerlingen en het gewogen aantal onderwijssoorten. Deze criteria zijn afkomstig uit de Regeling Normering Topinkomens van OCW (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap).

De toepassing van deze criteria betekent dat de salarissen van bestuurders niet alleen afhankelijk zijn van het aantal uren dat ze werken, maar ook van de omvang van de organisatie waarvoor ze werken. Dit heeft als voordeel dat het salarisbeleid sterker is afgestemd op de werkelijke situatie van de organisatie en dat er een grotere mate van gelijkheid is tussen bestuurders in verschillende instellingen. Voor onderwijsorganisaties is het belangrijk om te begrijpen hoe deze criteria werken en hoe ze deze in hun beleid kunnen doorvoeren.

Handreiking Remuneratiebeleid

Om ervoor te zorgen dat de nieuwe CAO Bestuurders Funderend Onderwijs 2025 effectief wordt toegepast, is er een Handreiking Remuneratiebeleid ontwikkeld. Deze handreiking bevat richtlijnen voor het opstellen en uitvoeren van een remuneratiebeleid dat aansluit bij de afspraken in de CAO. De handreiking is behulpzaam bij het herijken van het remuneratiebeleid en bevat onder andere richtlijnen voor het organiseren en documenteren van de gesprekkencyclus met bestuurders.

De handreiking is een waardevol instrument voor onderwijsorganisaties die willen zorgen voor een consistente en transparante aanpak van het remuneratiebeleid. Het is belangrijk dat de Raad van Toezicht en de directie deze handreiking goed doorgronden en eventueel aanpassingen doorvoeren in hun interne beleidsdocumenten. Hierbij is het aan te raden om te werken in overleg met externe adviseurs of met collega’s uit andere onderwijsorganisaties.

Praktische implementatie en toekomst

De praktische implementatie van de nieuwe CAO Bestuurders Funderend Onderwijs 2025 is een proces dat betreft zowel het salarisbeleid als het operationele beleid van onderwijsorganisaties. Aangezien de CAO vanaf 1 maart 2025 verplicht is voor VTOI-NVTK-leden, is het belangrijk dat deze organisaties snel en efficiënt de veranderingen doorwerken. Voor organisaties die hulp nodig hebben bij de implementatie is het aan te raden om contact op te nemen met VTOI-NVTK of met externe adviseurs die ervaring hebben met de toepassing van CAO’s in het onderwijs.

In de toekomst is het te verwachten dat de CAO Bestuurders Funderend Onderwijs nog verder zal worden aangepast. De sociale partners zullen regelmatig overleg houden om de arbeidsvoorwaarden en beloning van bestuurders in het onderwijs te verbeteren. Voor onderwijsorganisaties is het daarom belangrijk om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen rondom de CAO en eventueel maatregelen te nemen om het beleid aan te passen.

Conclusie

De CAO Bestuurders Funderend Onderwijs 2025 brengt concrete veranderingen met zich mee voor bestuurders in het primair en voortgezet onderwijs. Deze veranderingen betreffen de loonverhogingen, de eindejaarsuitkering en de normtaakuren. De integratie van de CAO is een logische stap in de richting van een uniforme en transparante aanpak van de arbeidsvoorwaarden voor bestuurders in het onderwijs. Voor onderwijsorganisaties is het belangrijk om deze veranderingen goed te begrijpen en in te passen in hun beleid, aangezien ze directe financiële en operationele gevolgen hebben. Met behulp van de handreiking Remuneratiebeleid en externe benchmarks kan worden gewerkt aan een consistente en aantrekkelijke aanpak van het remuneratiebeleid. In de toekomst is het te verwachten dat de CAO nog verder zal worden aangepast, waardoor het voor onderwijsorganisaties belangrijk is om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen en eventueel maatregelen te nemen.