Nieuwe cijfers over pesten in het funderend onderwijs: trends en gevolgen
Het funderend onderwijs speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Het omvat zowel het primair onderwijs (PO) als het voortgezet onderwijs (VO), en in beide niveaus wordt steeds vaker melding gemaakt van pestgedrag. Ondanks de aandacht voor veiligheid en inclusiviteit is het probleem van pesten blijven groeien. Nieuwe cijfers uit diverse onderzoeken en rapporten tonen niet alleen een toename in het aantal slachtoffers, maar ook een toename in de ernst en duur van pestgedrag. Bovendien speelt online pesten een steeds grotere rol, wat de uitdagingen voor scholen en betrokken partijen verder vergroot.
In dit artikel presenteren we een overzicht van de meest relevante cijfers en trends uit het funderend onderwijs. We bespreken hoe pestgedrag zich manifesteert, wie er het vaakst slachtoffer van wordt, en welke maatregelen worden genomen om dit probleem aan te pakken. Daarnaast bekijken we hoe scholen en vertrouwensinspecteurs omgaan met meldingen van pesten en welke kritiek er op deze processen bestaat.
Pesten in het primair onderwijs (PO)
In het primair onderwijs (PO) blijkt uit verschillende studies dat pestgedrag op het opkomende niveau een groeiend probleem is. In het schooljaar 2020-2021 meldde 11% van de leerlingen in groep 6 tot en met 8 in het (speciaal) basisonderwijs dat ze soms tot vaak werden gepest. Hierbij viel drie procent van deze leerlingen (heel) vaak gepest, terwijl acht procent soms gepest werd. In vergelijking met cijfers uit 2018 is dit percentage niet veranderd, wat aangeeft dat pesten in het basisonderwijs stabiel is gebleven qua frequentie, maar wel qua aard en ernst verandert.
LHBTIQ+-leerlingen worden vaker gepest dan andere leerlingen. Dit is een zorgwekkende trend die duidt op een tekort aan inclusiviteit in de scholenvoorzieningen. Deze leerlingen hebben vaak meer moeite om incidenten te melden en vragen om ondersteuning, wat wijst op de noodzaak voor scholen om een veilige en ondersteunende omgeving te creëren.
Pestgedrag vindt niet alleen op school plaats, maar ook steeds vaker buiten de schoolpoort, met name via digitale platforms. In 2020-2021 werd duidelijk dat 48% van de pestincidenten mondeling verliep, zoals uitschelden, roddelen, beledigende grapjes maken en het geven van bijnamen. In 30% van de gevallen was het pestgedrag fysiek, zoals duwen, stompen, schoppen of slaan. Bij 9% van de gevallen ging het om digitale pesten, wat een aanzienlijke toename is in vergelijking met voorgaande jaren.
Een aanzienlijk percentage van de leerlingen in de bovenbouw van het basisonderwijs (groep 6, 7 en 8) zegt zelf te pesten. In 2020-2021 was dit 4%. Van deze leerlingen zegt 8% dat ze heel vaak pesten en 35% dat ze soms pesten. Deze cijfers onderstrepen het feit dat scholen niet alleen aandacht moeten besteden aan slachtoffers, maar ook aan de oorzaak van pestgedrag, namelijk pesters en het gedragspatronen dat onderhoudt.
Pesten in het voortgezet onderwijs (VO)
In het voortgezet onderwijs (VO) is het percentage leerlingen dat gepest wordt aanzienlijk lager dan in het basisonderwijs, maar de impact van pestgedrag is vaak groter. In 2023-2024 gaf 9% van de leerlingen in het VO aan gepest te worden. Deze cijfers zijn afkomstig uit diverse onderzoeken, waaronder de Monitor Integrale Veiligheid en rapporten van de Onderwijsinspectie.
Ook in het VO neemt online pesten toe. Dit heeft als gevolg dat pestgedrag zich niet beperkt tot schooltijd, maar continu doorgaat via sociale media en andere digitale platforms. Online pesten is vaak anoniem, waardoor het voor slachtoffers moeilijker is om zich te verdedigen of ondersteuning te krijgen. Daarnaast is online pesten sneller verspreid en kan het eenvoudig worden gedeeld, wat de impact verder vergroot.
Een zorgelijke ontwikkeling is dat meer dan 30% van de meldingen over pesten in het VO niet opgevolgd wordt. Dit betekent dat scholen en docenten vaak niet genoeg doen om incidenten te onderzoeken en passende maatregelen te nemen. In tegenstelling tot het basisonderwijs, waar scholen in de meeste gevallen actie ondernemen, blijft het VO hierin tekort. Dit maakt het voor leerlingen onveiliger en kan leiden tot langdurige psychologische schade.
In 2024 registreerden vertrouwensinspecteurs in het VO 375 dossiers over psychisch geweld, waarvan 202 dossiers specifiek over (ernstig) pesten. Dit is een stijging ten opzichte van 2022-2023, waarin 307 dossiers geregistreerd werden, waarvan 145 over (ernstig) pesten. De toename in het aantal dossiers duidt op een groeiende aandacht voor het probleem, maar ook op een toename in de ernst en duur van pestgedrag.
Trends in pestgedrag en maatregelen
Zowel in het PO als in het VO is er een duidelijke trend in de aard van pestgedrag. Pesten wordt heftiger en duurt langer, zoals uit rapporten van de Onderwijsinspectie blijkt. In 2023-2024 zijn er 708 dossiers over psychisch geweld geregistreerd in het basisonderwijs, waarvan 386 dossiers over ernstig en langdurig pesten. Dit is een aanzienlijke toename ten opzichte van 2022-2023, waarin 581 dossiers geregistreerd werden, waarvan 341 over (ernstig) pesten.
De toename in dossiers wijst op een groeiende erkenning van het probleem, maar ook op de ernst van pestgedrag. Veel van deze incidenten vinden niet alleen op school plaats, maar ook buiten de schoolpoort en via digitale kanalen. In 2024 werden 2317 nieuwe dossiers aangemaakt door vertrouwensinspecteurs, wat een stijging van 33% is ten opzichte van 2022 (1743 dossiers). Deze stijging duidt op een toename in meldingen, maar ook op het feit dat pestgedrag zich op complexere en zorgwekkende wijze voordoet.
Rol van vertrouwensinspecteurs
Vertrouwensinspecteurs spelen een belangrijke rol in het aanpakken van pestgedrag. Zij ontvangen meldingen van ouders, leerlingen, docenten, directies en andere betrokkenen. Deze meldingen worden samengevoegd tot dossiers, die vervolgens worden onderzocht en beoordeeld. In 2024 bleek uit het rapport van de Onderwijsinspectie dat er een toename is in de aard van het pestgedrag, met name in seksuele intimidatie, discriminatie en psychisch geweld. Deze vormen van pestgedrag zijn vaak moeilijker te detecteren en te beheersen, omdat ze zich op subtiele manieren manifesteren.
Een van de uitdagingen voor vertrouwensinspecteurs is het feit dat veel incidenten langdurig zijn en zich niet beperken tot één school of een bepaalde periode. Veel kinderen worden jarenlang gepest, wat de impact van het gedrag verder vergroot. Scholen worstelen vaak met het doorbreken van pestpatronen en het herstellen van de groepsdynamiek. Buiten de schoolpoort blijft het probleem bestaan, waardoor vertrouwensinspecteurs vaak ook in contact moeten treden met externe partijen, zoals kinderbescherming of politie.
Aanpak van pesten in scholen
Scholen hebben een verantwoordelijkheid om pestgedrag te voorkomen en te bestrijden. In het PO en VO zijn er diverse maatregelen genomen om pesten te verminderen. In het PO is er bijvoorbeeld een groter gebruik gemaakt van preventieve programma’s en educatieve campagnes om kinderen bewust te maken van de gevolgen van pestgedrag. In het VO is de focus meer gericht op het herkennen en aanpakken van incidenten, met name omdat leerlingen hier ouder zijn en de impact van pesten sterker kan zijn.
Toch blijft er veel kritiek op de manier waarop scholen omgaan met meldingen van pesten. In het VO wordt in meer dan 30% van de gevallen niets gedaan met meldingen, wat een tekort aan actie en ondersteuning duidt. In het PO is de situatie iets beter, maar er is nog steeds ruimte voor verbetering. Leraren en schoolbesturen moeten beter worden opgeleid om pestgedrag te herkennen en passende maatregelen te nemen.
Daarnaast is er een noodzaak voor scholen om meer aandacht te besteden aan online pesten. Digitale platforms vormen een nieuwe uitdaging, omdat pestgedrag hier continu en anoniem kan plaatsvinden. Scholen moeten samenwerken met ouders en leerlingen om een veilige digitale omgeving te creëren en te zorgen dat kinderen weten hoe ze zich kunnen verdedigen en waar ze hulp kunnen zoeken.
Conclusie
De cijfers over pesten in het funderend onderwijs tonen een duidelijke toename in zowel het aantal incidenten als in de ernst en duur van pestgedrag. In het PO en VO is er sprake van groeiende aandacht voor het probleem, maar ook van tekortkomingen in de aanpak. Online pesten speelt een steeds grotere rol, wat de uitdagingen voor scholen en betrokken partijen vergroot. LHBTIQ+-leerlingen en jongeren die jarenlang worden gepest, vragen om extra aandacht en ondersteuning. Vertrouwensinspecteurs en scholen moeten samenwerken om pestgedrag te voorkomen, te herkennen en passend aan te pakken.
De trends duiden op een noodzaak voor verbetering in het onderwijsstelsel, met name in het VO, waar het percentage van niet-opgevolgde meldingen nog steeds te hoog is. Preventie, bewustwording en ondersteuning zijn essentieel om een veilige en inclusieve leeromgeving te garanderen. Buiten de schoolpoort, en met name via digitale platformen, blijft het probleem bestaan, wat betekent dat een multidisciplinaire aanpak nodig is. Alleen zo kan worden voorkomen dat pestgedrag blijft bestaan en zich verder ontwikkelt.
Bronnen
- Veiligheid op school; Brief regering; Nieuwe cijfers over pesten in het funderend onderwijs
- 29240-121 Nieuwe cijfers over pesten in het funderend onderwijs
- Cijfers pesten op de basisschool en voortgezet onderwijs
- Kinderen worden heftiger en langer gepest, Onderwijsinspectie
- NJI.nl: Cijfers pesten en slachtoffers
Related Posts
-
Verloren funderingsbekisting: efficiënte en isolerende oplossingen in de praktijk
-
Ondiepe fundering maken: Factoren, technieken en aandachtspunten
-
Funderingsherstel in Zaanstad: Onderzoeksgebieden, Acties en Hulpverlening voor Woningeigenaren
-
Onderzoek naar de staat van de fundering bij aankoop van woning: essentiële stappen en aanbevelingen
-
Funderingsonderzoek: Wanneer, Hoe en Wat U Moet Weten
-
Uitgebreid funderingsonderzoek: methodiek, toepassingen en waarde voor eigenaren en professionals
-
Uitgebreid funderingsonderzoek voor woningen in Amstelveen: wat is essentieel bij aankoop of verbouwing?
-
Onderzoek naar funderingsproblematiek en invloed van grondwater in woningen en vastgoed