Funderingspalen modelleren in Revit: stapsgewijze handleiding en praktische tips

Inleiding

Funderingspalen zijn essentieel in constructieprojecten waarbij de grond niet voldoende draagvermogen biedt om de belastingen van een gebouw op te nemen. Het correct modelleren van deze funderingspalen in Revit is belangrijk voor de nauwkeurigheid van het constructiemodel, de berekening en de samenwerking tussen disciplines. In dit artikel wordt een gedetailleerde en praktische handleiding gegeven hoe funderingspalen gemaakt en geplaatst worden in Revit Structure. Op basis van meerdere bronnen, wordt uitgelegd hoe paalfamilies worden aangemaakt, hoe paalparameters worden ingesteld, en hoe paalplannen en tabellen kunnen worden gegenereerd. Ook wordt aandacht besteed aan mogelijke uitdagingen en aanbevolen werkwijzen.

Aanmaak en instelling van funderingspalen in Revit Structure

1. Aanmaken van paalfamilies

In Revit Structure worden funderingspalen doorgaans gemodelleerd als een Structural Foundation Isolated-element. Deze elementen kunnen worden aangepast met specifieke parameters om het gedrag en de weergave in het model en schedules te bepalen.

a. Paalsymbool als detailcomponent

Het paalsymbool wordt vaak aangemaakt als een detailcomponent, genest binnen de paalfamily. Dit symbool kan worden aangepast via de Type-properties van de paalfamily. De symboolweergave kan worden gekoppeld aan parameters zoals paaldiameter, invloedsgebied, en afhakhoogte.

b. Paalparameters

De volgende parameters zijn typisch onderdeel van een paalfamily:

  • Type paalsymbool: gekoppeld aan het detailcomponent.
  • Afmetingen: Width, Length, Radius, en Depth.
  • Hoogteparameters: Afhakhoogte, Puntniveau, Peil t.o.v. N.A.P., Afhaklengte, Invloedsgebiedstraal, etc.
  • Draagvermogen: Paaldraagvermogen, Paaltrekvermogen, etc.
  • Coördinaten: 3B_coordinatiepunten (boven, midden, onder) worden vaak opgenomen in de paalfamily voor IFC-export en coördinatie.

De parameters zijn meestal shared parameters zodat ze in schedules kunnen worden gebruikt. Dit is essentieel voor het genereren van paaltabellen die het aantal palen en de bijbehorende eigenschappen tonen.

2. Werken met paalplannen in Revit Structure

a. Aanmaken van een paalplanview

Het aanmaken van een paalplanview vereist het volgende:

  • View-type: Gebruik een aparte View-type genaamd “Palenplan” met de view-direction ingesteld op ‘Up’.
  • View Depth: De weergave van de paal in het plan kan worden aangepast via de View Depth-instellingen.
  • Visiblity/Graphic Overrides: De paalweergave in het plan kan worden aangepast via Visiblity/Graphic Overrides.
  • Paalnummering: Het nummeren van palen kan met behulp van Revit Extensions of via manuele invoer. In sommige gevallen wordt dit gedaan via een Detail Line.

b. Paaltabellen

Paaltabellen worden meestal gemaakt via een Schedule. Hierbij worden de relevante paalparameters ingelezen. Het is belangrijk om te controleren of alle benodigde parameters in de paalfamily aanwezig zijn en correct zijn gekoppeld.

Werken met paalfamilies in 3B Palenplan

1. Voorwaarden voor het gebruik van paalfamilies in 3B Palenplan

Om paalfamilies in de 3B Palenplan-tool te gebruiken, moeten de volgende voorwaarden worden voldaan:

  • Paaltype: Alleen palen van de categorieën Structural Foundation, Structural Column, en Generic Model zijn toegestaan.
  • Naamgeving: De naam van de paal dient overeen te komen met de naam die in de instellingen van 3B Palenplan is opgegeven.
  • Parameters: Alle gebruikte parameters moeten aanwezig zijn in de paalfamily of worden gemapped in de instellingen van de tool.
  • Detailcomponenten: Het paalsymbool moet een geneste Detail Items-family zijn.
  • Reference Planes: Een Reference Plane voor de afhakhoogte kan worden opgenomen om de afhaklengte in te stellen.

2. Instellen van paalparameters

De volgende parameters worden vaak gebruikt in 3B Palenplan:

  • Afmetingen: Width, Length, Radius, Depth.
  • Hoogteparameters: Afhakhoogte, Afhaklengte, Invloedsgebiedstraal, Puntniveau.
  • Draagvermogen: Paaldraagvermogen, Paaltrekvermogen.
  • Coördinaten: 3B_coordinatiepunten voor IFC-export.

Het is belangrijk om deze parameters correct in te stellen, zodat de tool de paalparameters kan lezen en de paaltabellen genereren.

3. Aanmaken van een paalplan

Het aanmaken van een paalplan via 3B Palenplan gebeurt als volgt:

  • Instellingen: Ga naar het tabblad Instellingen en kies het paaltype en de relevante parameters.
  • Parameters: Gebruik het tabblad Parameters om eigen parameters in te stellen. Deze worden opgeslagen op Revit-niveau.
  • Toevoegen: Gebruik het tabblad Toevoegen om palen toe te voegen aan het model.
  • Groeperen: Het kan handig zijn om bepaalde palen in een eigen groep te plaatsen voor betere overzichtelijkheid.

Werken met levels in Revit en IFC-export

1. Levelnaamgeving in Revit

In Revit wordt vaak gebruikgemaakt van een specifieke naamgeving voor levels om samenwerking met andere software (zoals IFC) te faciliteren.

Voorbeelden van levelnaamgeving zijn:

  • 2D-BIM-extract:
    • -2 kelder, -1 kelder, 00 begane grond, 00a tussenverdieping, 01 eerste verdieping, etc.
  • 3D-BIM-extract:
    • -2 kelder, -1 kelder, 00 begane grond, 01 eerste verdieping, etc.

2. Problemen met IFC-export

Een bekend probleem bij IFC-export in Revit is dat elementen die niet op een level zijn aangesloten, niet correct worden getoond. Elementen moeten worden gekoppeld aan een level met behulp van Height Offset From Level.

Voorbeeld:

  • Vloer met afwerklaag: Koppel de vloer aan level 01 eerste verdieping en gebruik een offset van -70 mm.
  • Funderingspalen: Funderingspalen moeten worden gekoppeld aan een level zoals 00 begane grond met een offset voor de afhakhoogte.

Dit werkt in strijd met de standaard Revit-werkwijze, maar is nodig om correcte IFC-exports te garanderen.

Uitdagingen en mogelijke oplossingen

1. Problemen met peilen ten opzichte van N.A.P.

Een bekend probleem is dat het Peil t.o.v. N.A.P. niet automatisch uitgelezen kan worden via shared coordination. Dit betekent dat het peil steeds handmatig moet worden ingevuld, wat foutgevoelig en tijdrovend is.

Oplossing: Gebruik shared parameters en stel een mapping in voor coordinaties. Dit vereist echter een dieper inzicht in Revit-parameters en kan technisch complex zijn.

2. Weergave van paalsymbolen in schedules

Het weergeven van paalsymbolen in schedules is niet standaard mogelijk in Revit. Het is mogelijk om het paalsymbool te tonen door een lettertype aan te passen met een font creator, maar het resultaat is vaak niet optimaal.

Oplossing: Gebruik tekstuele weergaven in plaats van symbolen of maak gebruik van een aparte sheet met paalsymbolen.

3. Herkenning van steunpunten in berekeningssoftware

In berekeningssoftware zoals Robot Structural Analysis worden funderingspalen meestal herkend als steunpunten. In Revit Structure is dit niet altijd het geval, vooral bij het gebruik van de static analysis of slabs-tool of Load Take Down.

Oplossing: Vervang palen door kolommen of controleer of de paalparameters correct zijn gekoppeld.

4. Automatisch overnemen van puntniveaus

Het automatisch koppelen van puntniveaus aan palenplan gebieden is technisch uitdagend in Revit. Experimenten met levels en referenceplanes hebben tot nu toe geen bevredigend resultaat opgeleverd.

Oplossing: Voer puntniveaus handmatig in of maak gebruik van een externe tool voor automatische coördinatie.

Aanbevolen werkwijze voor het modelleren van funderingspalen in Revit

  1. Gebruik de juiste paaltype: Maak gebruik van Structural Foundation Isolated of Structural Column.
  2. Instellen van paalparameters: Zorg dat alle benodigde parameters zijn aangemaakt en correct zijn gekoppeld.
  3. Gebruik detailcomponenten: Gebruik een detailcomponent voor het paalsymbool.
  4. Aanmaken van een paalplanview: Maak een aparte view met de juiste weergave-instellingen.
  5. Gebruik paaltabellen: Genereer paaltabellen via een schedule.
  6. Controleer IFC-export: Zorg dat paalfamilies correct zijn gekoppeld aan levels en offsets.
  7. Nummering en groepering: Gebruik nummering en groepering voor betere overzichtelijkheid.
  8. Testen in berekeningssoftware: Controleer of paalfamilies correct worden herkend in berekeningssoftware.

Conclusie

Het correct modelleren van funderingspalen in Revit Structure is essentieel voor een nauwkeurig constructiemodel en een succesvolle samenwerking met andere disciplines. Door het gebruik van paalfamilies, detailcomponenten, paalparameters, en paaltabellen kan een efficiënte en betrouwbare modelleringsmethode worden opgezet. Er zijn echter ook bekende uitdagingen, zoals het automatisch uitlezen van peilen t.o.v. N.A.P., het weergeven van paalsymbolen in schedules, en het herkennen van palen in berekeningssoftware. Door deze uitdagingen vooraf te identificeren en op te lossen, kan een robuust en betrouwbaar funderingsplan worden gecreëerd.

Bronnen

  1. Het maken van een paalplan in Revit Structure
  2. 3B Palenplan
  3. Overdracht levels in Revit naar IFC

Related Posts