Salarisschalen in het Funderend Onderwijs op Curaçao: Inzichten en Structuur

Inleiding

Het funderend onderwijs op Curaçao speelt een centrale rol in de educatieve infrastructuur van het eiland. Voor docenten in dit niveau van onderwijs is het belangrijk om te begrijpen hoe hun salarissen worden bepaald, met name gezien de recente ontwikkelingen rondom salarisperkamenten en voorwaarden voor bevordering. De salarisschalen in het funderend onderwijs zijn vastgelegd binnen een gecoördineerd systeem dat rekening houdt met ervaringsjaren, bevoegdheden en functiewaardering.

In dit artikel wordt een gedetailleerde uitleg gegeven van de salarisschalen voor docenten in het funderend onderwijs op Curaçao, met aandacht voor inschaling, bevordering, toepasselijke schalen en relevante wetgeving. De informatie is afgeleid van recente publicaties en interne beleidsdocumenten van de VPCO en het Centraal Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken (CGOA). Het doel van dit artikel is om een duidelijk beeld te geven van de structuren en regelgeving die van invloed zijn op het salarisbeleid in het funderend onderwijs.

Salarisinschaling in het funderend onderwijs

1. Salarisschalen en ervaringsjaren

Docenten in het funderend onderwijs op Curaçao worden ingeschreven in verschillende salarisschalen afhankelijk van hun ervaringsniveau en bevoegdheden. De schalen worden bepaald op basis van het functieboek onderwijs, een document dat de functiebeschrijvingen en functiewaarderingen van onderwijspersoneel vastlegt. Deze functiewaarderingen worden vervolgens gekoppeld aan de salarisschalen uit de Bezoldigingsregeling Ambtenaren (BRA), die als uitgangspunt dienen voor het salarisbeleid.

De salarisschalen voor docenten in het funderend onderwijs zijn onderverdeeld in drie niveaus:

  • Docent-A
  • Docent-B
  • Docent-C

De inschaling in deze schalen hangt af van het aantal ervaringsjaren en de bevoegdheden die de docent heeft. Dit wordt geregeld in artikel 2 van de relevante maatregel, waarin wordt bepaald dat de salarisschalen en -treden zoals opgenomen in bijlage A bij de BRA, overeenkomstig toepassing zijn op de verschillende functiewaarderingen.

1.1. Docent-A (O-16)

Docent-A is het laagste niveau binnen de schalen en is bedoeld voor beginnende docenten die werken in het funderend onderwijs. Deze docenten worden ingeschreven in salarisschaal O-16. Dit geldt ook voor docenten die nog niet hun lesbevoegdheid hebben behaald. In dat geval wordt de docent tijdelijk in een lagere schaal geplaatst totdat de lesbevoegdheid is behaald, wat maximaal twee jaar kan duren.

De inschaling in deze schaal hangt af van het aantal ervaringsjaren. Voor docenten zonder ervaring of met een beperkt aantal ervaringsjaren is de inschaling in de lagere treden van de schaal mogelijk.

1.2. Docent-B (O-17)

Docent-B is het middelste niveau en wordt toegewezen aan docenten met meer ervaring. Docenten in deze categorie worden ingeschreven in salarisschaal O-17. Dit niveau is ook van toepassing op docenten die zijn gepromoveerd van A naar B, onder voorwaarden zoals een positieve evaluatie en minimaal vijf jaar in dienst.

De inschaling in deze schaal gebeurt op basis van het aantal ervaringsjaren en het werkniveau. Het salaris wordt bepaald door het aantal jaren dat de docent in het funderend onderwijs heeft gewerkt en de mate waarin hij of zij aan de bevoegdheden voldoet, zoals omschreven in de Landsverordening basisonderwijs.

1.3. Docent-C (O-18)

Docent-C is het hoogste niveau binnen de schalen en wordt toegewezen aan ervaren docenten die functioneren op een hoger niveau. Docenten in deze categorie worden ingeschreven in salarisschaal O-18. Deze schaal is ook van toepassing op docenten die zijn gepromoveerd van B naar C, onder voorwaarden zoals een positieve evaluatie en minimaal vijf jaar in dienst.

Docent-C is vaak gereserveerd voor docenten die niet alleen ervaring hebben, maar ook functioneren op een hoger pedagogisch en didactisch niveau, zoals omschreven in de relevante landsverordeningen.

2. Bevordering en salarisverhoging

Bij bevordering naar een hogere functie of schaal wordt het huidige salaris van de docent als uitgangspunt genomen. Dit wordt geregeld in artikel 6 van de relevante maatregel. Het huidige salaris wordt gelegd langs de lat van de nieuwe schaal, en de trede binnen de nieuwe schaal die het eerst volgt op het huidige salaris in de oude schaal wordt toegekend. Bovendien wordt een extra bezoldigingstrede toegevoegd. Op deze manier wordt verzekerd dat een docent bij bevordering financieel voordeel heeft.

2.1. Voorbeeld van bevordering

Een voorbeeld uit artikel 6 illustreert dit proces. Stel, Mevrouw A is ingeschreven in schaal 9, trede 14, met een bruto salaris van NAf 6.037,-. Ze wordt bevorderd naar een functie die is gewaardeerd op schaal 10. De trede binnen de nieuwe schaal die het eerst volgt op haar huidige salaris is trede 9, oftewel NAf 6.160,-. Daarnaast krijgt ze een extra bezoldigingstrede. Haar nieuwe salaris is dan schaal 10, trede 10, oftewel NAf 6.293,-.

Dit mechanisme zorgt ervoor dat docenten bij bevordering niet alleen een hogere functie krijgen, maar ook een duidelijke salarisverhoging.

2.2. Bevordering binnen het funderend onderwijs

Docenten in het funderend onderwijs kunnen bevorderd worden van A naar B en van B naar C, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Deze voorwaarden zijn onder andere:

  • Minimaal vijf jaar in dienst;
  • Positieve evaluatie.

In 2023 is er een nieuwe ondertekening geweest binnen het Centraal Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken (CGOA), waarbij deze bevorderingsvoorwaarden zijn bekrachtigd. Docenten van het funderend onderwijs, het vsbo, havo-vwo en middelbaar beroepsonderwijs kunnen nu worden doorgeschaald naar hogere niveaus, zoals A naar B en B naar C.

3. Aanvullende voorwaarden en toelagen

Buiten de schalen en inschaling zijn er ook andere factoren die van invloed kunnen zijn op het salaris van docenten in het funderend onderwijs.

3.1. Pensioenregeling

Docenten die werken bij de VPCO zijn verplicht om deel te nemen aan het APC Pensioenfonds. De VPCO betaalt 2/3 van de pensioenpremie, terwijl de medewerker 1/3 deel draagt. Deze regeling geldt omdat de VPCO als 'bekostigd onderwijs' geclassificeerd is.

3.2. Ziektekostenverzekering

Medewerkers die meer dan 50% van een voltijdsdienstverband werken, kunnen gebruik maken van de Aanvullende Ziektekostenverzekering bij de SVB. Werknemers die minder dan 50% werken, hebben recht op de basisverzekering.

3.3. Vakantietoelage

Vakantietoelage is geen vast onderdeel van het arbeidsvoorwaardenpakket bij de VPCO. De uitkering hangt af van een beslissing van de overheid. Wanneer deze positief beslist, bedraagt de toelage meestal 6% van het bruto jaarsalaris. De toeslag wordt achteraf in juni uitgekeerd.

3.4. Kindertoelage

Er is geen expliciete informatie beschikbaar over de toepassing van kindertoelage in de context van de VPCO. Aangezien het niet vermeld is in de geleverde contextdocumenten, is hier geen conclusie mogelijk.

Conclusie

De salarisschalen in het funderend onderwijs op Curaçao zijn duidelijk geregeld binnen een structureel kader. Docenten worden ingeschreven in schaal O-16, O-17 of O-18 afhankelijk van hun ervaringsniveau en bevoegdheden. Bij bevordering naar hogere niveaus is een duidelijke salarisverhoging mogelijk, zoals beschreven in de relevante maatregelen en regelingen.

De regelingen rondom inschaling, bevordering en aanvullende voorwaarden zorgen voor een gelijke toegang tot salarisvoordelen voor docenten in het funderend onderwijs. Dit systeem is gericht op het creëren van een eerlijke en transparante salarisstructuur, afgestemd op ervaring, bevoegdheid en functiewaardering.

Zowel beginnende docenten als ervaren onderwijspersoneel kunnen profiteren van dit systeem, wat bijdraagt aan een stabiele en betaalbare carrière in het funderend onderwijs op Curaçao.

Bronnen

  1. Arbeidsvoorwaarden bij de VPCO
  2. Lokale regelgeving
  3. Docenten positief vooruitzicht
  4. Salarisverhoging voor alle docenten

Related Posts