Leidraad riolering C2100: Richtlijnen voor hydraulische dimensionering en afvoer

De leidraad riolering C2100 vormt een centraal onderdeel in het ontwerpen en dimensioneren van rioleringssystemen, met name voor de hydraulische berekening van regenwaterafvoer. Deze leidraad is van groot belang voor het bepalen van de juiste afvoer capaciteit, het kiezen van materialen, en het aanbrengen van maatregelen om wateroverlast te voorkomen. In dit artikel worden de belangrijkste richtlijnen en aanbevelingen uit de leidraad riolering C2100 besproken, met nadruk op de hydraulische dimensionering, het kiezen van materialen, en de aanpak van extreme buien.

Hydraulische dimensionering en buien

Een van de belangrijkste onderdelen in de leidraad riolering C2100 is de hydraulische dimensionering van rioleringssystemen. Hierbij wordt gebruikgemaakt van verschillende buien, waaronder Bui08, Bui09 en Bui10, die verschillende scenario’s van neerslag en wateroverlast aangeven. Voor Bui08 wordt een vulling van maximaal 50% van de buisdiameter aangehouden, terwijl Bui09 geen water op straat mag veroorzaaken. Deze eisen gelden voor gemengde systemen en zijn van toepassing op zowel DWA- als HWA-stelsels.

Bij het dimensioneren van de afvoer wordt ook rekening gehouden met klimaatveranderingen. In sommige gevallen wordt de capaciteit van het rioleringssysteem aangevuld met een extra 10% om rekening te houden met de toename van extreme neerslag. Dit is van toepassing op zowel nieuwe als bestaande systemen, met name in gemeenten waar klimaatproblematiek van toepassing is.

De leidraad riolering C2100 geeft ook aan dat het gebruik van compositiebuizen de rol van Bui08 en Bui10 kan overnemen, waardoor er gericht kan worden gekeken naar de hydraulische capaciteit van het systeem. Dit is vooral van belang in regio’s waar het klimaat zich verder ontwikkelt en er meer extremen kunnen zijn.

Materialen en bouwpraktijk

Bij het aanbrengen van rioleringssystemen zijn de keuze van materialen en de bouwpraktijk van groot belang. Voor het aanbrengen van hoofdrioolleidingen wordt aangeraden om te kiezen voor gerecycled PVC (ultra3 of gelijkwaardig) bij diameters kleiner dan 400 mm. Voor grotere diameters wordt beton gebruikt. Dit is van toepassing op zowel DWA- als HWA-stelsels.

De kleuren van de leidingen zijn ook van belang. Voor vuilwater en droogweerafvoer (DWA en gemengd) wordt grijs gebruikt, terwijl voor hemelwater (HWA) groen is aangehouden. De keuze van materialen en kleuren moet voldoen aan de voorschriften van de fabrikant en de aanwezige verkeersklasse, die in de leidraad riolering C2100 is vastgesteld.

Bij het passen van kunststofleidingen is het belangrijk om te zorgen voor een juiste afwerking, met name bij het aanbrengen van hulpstukken zoals bochten, moffen en doorspuitputjes. Voor betonnen buizen wordt aanbevolen om deze pas te maken via zagen. Het nieuwe riool moet op een juiste manier worden aangesloten op het bestaande stelsel, waarbij gebruik wordt gemaakt van nieuwe of bestaande putten. Hierbij moet worden gekeken naar de afstand en de vulling van de put.

Dimensioneringsrichtlijnen en afvoer

De leidraad riolering C2100 stelt verschillende eisen aan de dimensionering van het rioleringssysteem. Voor DWA-stelsels geldt dat het minimale afschot 1:500 is en dat er geen water op straat mag zijn bij Bui08. Bij Bui09 is het vereist dat er geen water in de woningen komt. Dit geldt ook voor verkeersonveilige situaties en panden. Voor HWA-stelsels geldt dat bij Bui08 een vulling van 0,20 m wordt aangehouden en bij Bui09 geen water op straat mag zijn. Bij Bui10 of groter dient het water over het wegoppervlak te stromen naar een gebied waar het geen of minimale schade veroorzaakt.

Bij de dimensionering van regenwaterriolering moet rekening worden gehouden met het gebruik van een afvoer die voldoet aan de eisen van de leidraad riolering C2100. Dit betekent dat de minimale doorsnede van een HWA-leiding 300 mm is, en dat het minimale afschot 1:1000 is. Bij drainagestelsels moet het minimale doorsnede 160 mm zijn en moet het drainagestelsel horizontaal worden uitgevoerd.

Afvoer en afvoerputten

Bij het aanbrengen van afvoerputten is het belangrijk om rekening te houden met de juiste afstand tussen de putten. Voor drainageputten geldt dat de maximale afstand tussen de doorspuitputten 75 meter is. Deze putten moeten toegankelijk zijn en voldoen aan de eisen van het systeem. De drainageleidingen worden uitgevoerd in star PVC en omhuld met een niet-woven geotextiel. Deze omhulling zorgt voor een betere afvoer en voorkomt dat de drainageleidingen beschadigd raken.

Bij het aanbrengen van afvoerputten moet ook worden gekeken naar de afvoer van het water. Dit moet in overleg met het lokale gemeentebestuur plaatsvinden, met name bij het aanbrengen van nieuwe systemen. Bij het kiezen van de locatie van de putten moet worden gekeken naar de positie van het water en de afvoer van het systeem. Dit is van belang om te voorkomen dat er wateroverlast is bij extreme buien.

Conclusie

De leidraad riolering C2100 is een belangrijk document voor het ontwerpen en dimensioneren van rioleringssystemen. Hierin worden richtlijnen gegeven voor de hydraulische berekening van regenwaterafvoer, het kiezen van materialen, en de aanpak van extreme buien. De richtlijnen zijn van toepassing op zowel DWA- als HWA-stelsels en zijn van belang voor het voorkomen van wateroverlast bij extreme situaties.

De leidraad riolering C2100 ondersteunt ook het gebruik van compositiebuizen en het aanbrengen van drainagestelsels, waardoor het systeem beter kan worden aangepast aan de veranderende klimaatcondities. De keuze van materialen en de bouwpraktijk zijn eveneens van belang om te voldoen aan de eisen van het systeem.

De richtlijnen en aanbevelingen uit de leidraad riolering C2100 zijn van belang voor het ontwerpen van een efficiënt en duurzaam rioleringssysteem dat voldoet aan de huidige en toekomstige eisen.

Bronnen

  1. Leidraad riolering; Beheer van mechanische riolering module C3100
  2. Maatvoering en materiaalkeuze riolering
  3. Bui01 - Bui10
  4. Buien in RainTools
  5. Wisselink Advies
  6. Leidraad module C2100, berekening van het didactisch rioolstelsel : een toetsing
  7. Hydraulica van buitensluiting
  8. Leidraad module C2100, berekening van het didactisch rioolstelsel : een toetsing

Related Posts