Uitleg en risico’s van niet-onderheide funderingen: herkenning en herstelmogelijkheden
Woningen met een niet-onderheide fundering zijn typisch voor historische bebouwing en zijn vaak terug te vinden in regio’s met zandgrond. Deze funderingstype is gevoeliger voor bodemdaling, wat kan leiden tot schade aan de structuur van het huis. In dit artikel wordt een gedetailleerde uitleg gegeven over wat een niet-onderheide fundering is, welke risico’s er met deze funderingstype zijn verbonden, hoe funderingsproblemen herkend kunnen worden, en welke herstelmogelijkheden beschikbaar zijn.
Wat is een niet-onderheide fundering?
Een niet-onderheide fundering, ook wel aangeduid als een fundering op staal, betekent dat het huis is opgezet op stroken, poeren of platen die direct op zandgrond of gestabiliseerde ondergrond rusten. Deze funderingstype is vooral gebruikelijk in regio’s waar de bodem relatief stabiel is geacht te zijn, zoals in delen van Nederland met goed doorlatende zandlagen. In tegenstelling tot funderingen op palen, die verankerd zijn in droogere en stevige bodemlagen, zijn niet-onderheide funderingen volledig afhankelijk van de stabiliteit van de bovenste grondlagen.
Een bekend voorbeeld van een niet-onderheide fundering is de fundering op slieten – korte takken die verticaal in de grond zijn gestoken. Deze constructie is typisch voor oude boerenwoningen en andere historische woningtypen. Het nadeil van deze fundering is dat ze minder bestand is tegen veranderingen in de ondergrond, zoals verlaagde grondwaterstanden of bodemverzakking.
Woningen met een niet-onderheide fundering zijn meestal ouder dan 50 jaar. Ze zijn typisch te vinden in regio’s met een historische bebouwing en zandgrond. De fundering is niet verankerd in de diepere, droogere lagen van de ondergrond, waardoor deze funderingtype gevoeliger is voor bodemdaling. In dit opzicht verschillen niet-onderheide funderingen van funderingen op palen, die vaak beter bestand zijn tegen veranderingen in de ondergrond.
Risico’s van niet-onderheide funderingen
Het belangrijkste risico van een niet-onderheide fundering is bodemdaling, wat kan leiden tot zogenaamde verschilzakking. Dit betekent dat verschillende delen van een woning op verschillende snelheden zakken, waardoor scheuren ontstaan in muren, deuren en ramen niet meer goed sluiten, en eventueel schade ontstaat aan de structuur van het gebouw.
De oorzaken van bodemdaling kunnen zijn:
- Verlaagde grondwaterstanden (droogte)
- Aan- of afvoer van grondwater (grondwaterbeheer)
- Geologische veranderingen in de ondergrond
- Klimaatverandering, die invloed heeft op de grondwaterstanden
Deze veranderingen in de ondergrond hebben een directe impact op de stabiliteit van de fundering. Aangezien de fundering direct op de bovenste grondlagen rust, zijn veranderingen in deze lagen direct zichtbaar in de constructie van het huis. Bij een fundering op palen is dit risico kleiner, omdat deze funderingtype verankerd is in dieper en stabielere lagen van de ondergrond.
Woningeigenaren met een niet-onderheide fundering moeten zich bewust zijn van deze risico’s, omdat de fundering niet in staat is om te reageren op veranderingen in de ondergrond. Er zijn geen makkelijke of directe oplossingen voor funderingsproblemen bij deze type fundering, zoals aangegeven in de informatie van de gemeente Rotterdam.
Herkenning van funderingsproblemen
Het herkennen van funderingsproblemen is van groot belang, omdat vroege signalen kunnen leiden tot een tijdsige interventie en het beperken van schade. De volgende symptomen kunnen wijzen op funderingsproblemen:
Scheuren in muren: Diagonale of verticale scheuren in binnen- en buitenmuren zijn duidelijke tekenen van funderingsproblemen. Deze scheuren ontstaan door de verslechtering van de ondersteuning van de fundering en de resulterende zakkingsbeweging in het bouwwerk.
Niet sluitende deuren en ramen: Verzakte muren en vloeren zorgen ervoor dat deuren en ramen niet meer goed sluiten. Dit is vaak een teken dat de fundering niet meer adequate ondersteuning biedt.
Hoogteverschillen tussen delen van het huis: Een duidelijk verschil in hoogte tussen de keldervloer en bovenverdieping of tussen verschillende delen van het huis is een teken dat de fundering zich niet gelijkmatig gedraagt.
Knarste vloeren of verheven vloeren: Vloeren die knarsten of verheven zijn kunnen wijzen op een verzakte fundering. Deze problemen worden vaak geaccentueerd door veranderingen in de ondergrond, zoals verlaagde grondwaterstanden.
Problemen met kelderleidingen of rioolwater: Als er problemen ontstaan met kelderleidingen of rioolwater, kan dit wijzen op een verhoogde druk op de ondergrond of veranderingen in de stabiliteit van de fundering.
Als deze symptomen worden geconstateerd, is het aan te raden om contact op te nemen met een funderingsdeskundige of de gemeente om een inspectie te laten uitvoeren. In de meeste gevallen is het niet mogelijk om de fundering volledig te herstellen, maar wel kan worden beoordeeld of er maatregelen kunnen worden genomen om verdere schade te beperken.
Oplossingen en herstelmogelijkheden
Funderingsproblemen bij een niet-onderheide fundering zijn meestal moeilijk op te lossen, omdat de fundering niet in de diepere, droogere lagen van de ondergrond is verankerd. Toch zijn er wel enkele maatregelen die genomen kunnen worden om de stabiliteit van de fundering te verbeteren en verdere schade te beperken.
Een bekende en effectieve methode is het toepassen van waterglasinjecties. Deze techniek wordt onder andere toegepast door Soil-ID Funderingsherstel. Door waterglas in de ondergrond te injecteren, wordt de bodem versterkt en gestabiliseerd, zodat deze de fundering weer adequaat ondersteunt. Deze methode is duurzaam, budgetvriendelijk en veroorzaakt weinig overlast. Het is met name geschikt voor constructies die op een zanderige bodem zijn gebouwd en die niet zijn onderheid.
Daarnaast zijn er subsidieopties beschikbaar voor woningeigenaren die onderzoek willen laten uitvoeren naar de toestand van hun fundering. In de gemeente Woerden, bijvoorbeeld, is er een subsidieprogramma opgestart om eigenaren van panden met kwetsbare funderingen te stimuleren tot onderzoek. Deze regeling is geldig van 2024 tot 2027 en richt zich op panden die op houten paalfunderingen of niet-onderheide funderingen zijn gebouwd.
Woningen met een niet-onderheide fundering die in kwetsbare gebieden staan, kunnen dus profiteren van dergelijke initiatieven. Het is echter belangrijk om vroegtijdig actie te ondernemen, aangezien funderingsproblemen vaak langzaam ontstaan en het beperken van schade de kostprijs van mogelijke herstelmaatregelen aanzienlijk kan verlagen.
Actuele initiatieven en beleidsmaatregelen
Aangezien funderingsproblemen vaak voorkomen in historische gebieden met zandgrond of veen, zijn er diverse initiatieven en beleidsmaatregelen opgestart om de problematiek van kwetsbare funderingen te beheersen en op te lossen. Deze maatregelen zijn vaak gericht op het stimuleren van onderzoek, het verbeteren van de grondwaterbeheersing, en het aanbieden van herstelopties voor woningeigenaren.
De gemeente Woerden is een voorbeeld van een gemeente die actief bezig is met het oplossen van funderingsproblematiek. In het kader van hun beleidsplan gemeentelijk water en klimaatbestendigheid zijn subsidies opgestart om woningeigenaren te stimuleren tot funderingsonderzoek. Deze subsidie is bedoeld voor panden die op kwetsbare funderingen zijn gebouwd, zoals houten paalfunderingen of niet-onderheide funderingen.
Buiten subsidies zijn er ook beleidsmaatregelen gericht op het verbeteren van de grondwaterstand en het beheersen van droogteeffecten. Deze maatregelen zijn belangrijk omdat verlaagde grondwaterstanden een van de hoofdoorzaken zijn van funderingsproblemen bij niet-onderheide funderingen. Door de grondwaterstand te stabiliseren en het grondwaterbeheer te verbeteren, kan het risico op bodemdaling worden verminderd.
Conclusie
Niet-onderheide funderingen zijn typisch voor oude woningen en zijn vaak terug te vinden in regio’s met zandgrond. Aangezien deze funderingstype volledig afhankelijk is van de stabiliteit van de bovenste grondlagen, zijn woningen met deze fundering gevoeliger voor bodemdaling en de daarmee gepaard gaande schade. De risico’s van bodemdaling kunnen veroorzaakt worden door verlaagde grondwaterstanden, klimaatverandering, geologische veranderingen en grondwaterbeheer.
Het herkennen van funderingsproblemen is van groot belang. Symptomen zoals scheuren in muren, niet sluitende deuren en ramen, hoogteverschillen in het huis en problemen met kelderleidingen zijn duidelijke aanduidingen van funderingsproblemen. In dergelijke gevallen is het aan te raden om contact op te nemen met een funderingsdeskundige of de gemeente voor een inspectie.
Hoewel het herstellen van een niet-onderheide fundering vaak niet mogelijk is, zijn er wel maatregelen die genomen kunnen worden om de stabiliteit van de fundering te verbeteren en verdere schade te beperken. Waterglasinjecties en subsidieopties zijn voorbeelden van dergelijke maatregelen. Daarnaast zijn er beleidsmaatregelen gericht op het verbeteren van de grondwaterbeheersing en het stimuleren van onderzoek naar funderingsproblemen.
Woningen met een niet-onderheide fundering vragen om extra aandacht en zorgvuldige beheersing. Het is belangrijk om vroegtijdig actie te ondernemen om schade te beperken en het woningbestand te beschermen tegen de gevolgen van veranderende grond- en klimatologische omstandigheden.
Bronnen
Related Posts
-
Vroegere bestrating als fundering: Historische oplossingen voor huidige bouwprojecten
-
Vrijdragende vloeren op funderingen: Constructieve oplossingen, technische details en duurzame uitvoering
-
Voorzien van voldoende diepte: De rol van vorstvrije aanlegdiepte bij funderingen
-
Voorziening van funderingen tegen vorst: de juiste diepte en toepassing in de praktijk
-
Vorstvrije fundering: begrippen, toepassingen en praktische uitvoering
-
Vorstvrij aangelegde fundering: Belang, Toepassing en Technische Aanleg
-
Vorstrand op fundering storten: Uitleg, voorbereiding en toepassing
-
Fundering met Vorstrand: Bouwtechniek voor Stabiliteit en Vorstbestendigheid bij Lichte Bouwwerken