Verduidelijking van de burgerschapsopdracht in het funderend onderwijs: doelgerichte aanpak en praktische richtlijnen

In het funderend onderwijs speelt burgerschapsonderwijs een centrale rol in de vorming van jongeren tot actieve en sociaal bewuste burgers. In 2021 is de burgerschapsopdracht van scholen aangescherpt, wat betekent dat het onderwijs nu op doelgerichte en samenhangende wijze moet bijdragen aan het bevorderen van actief burgerschap en sociale cohesie. Deze verduidelijking is vastgelegd in een wet die beter toelichting geeft op wat de verwachtingen zijn en hoe scholen deze opdracht kunnen invullen. In dit artikel worden de kernpunten van deze wetgeving besproken, met een focus op wat dit betekent voor scholen, leerlingen en het onderwijsaanbod. Naast een uitleg van de wettelijke bepalingen, wordt ook ingegaan op de praktische implementatie, richtlijnen en verwachte effecten.

Doelgerichte en samenhangende aanpak van burgerschap

De verduidelijking van de burgerschapsopdracht betekent dat scholen verplicht zijn om burgerschapsonderwijs op een doelgerichte en samenhangende manier te verzorgen. Dit wil zeggen dat het niet langer voldoende is om burgerschap losse onderwerpen te laten zijn of uitsluitend via kerndoelen aan te kaarten. In plaats daarvan moet het onderwijs een geïntegreerd en doelgerichte aanpak volgen, waarin de kernwaarden van de democratische rechtsstaat centraal staan.

Kernwaarden en competenties

Het burgerschapsonderwijs moet minstens de gemeenschappelijke kern van burgerschap bevatten, zoals aangegeven in de aangepaste wettekst vanaf 1 augustus 2021. Dit houdt in dat scholen zich richt moeten leggen op:

  1. Het bijbrengen van respect voor en kennis van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat, zoals verankerd in de Grondwet.
  2. Het ontwikkelen van sociale en maatschappelijke competenties die leerlingen in staat stellen om deel uit te maken van en bij te dragen aan de Nederlandse samenleving.
  3. Het bijbrengen van kennis over en respect voor verschillen in godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, afkomst, geslacht, handicap of seksuele gerichtheid.

Daarnaast moet het onderwijs erop gericht zijn om leerlingen bewust te maken van het belang van gelijke behandeling en rechten voor iedereen. Deze aanpak is gericht op zowel kennis als gedrag, omdat burgerschap niet alleen gaat over wat leerlingen moeten weten, maar ook over hoe ze dit in de praktijk moeten toepassen.

Verantwoordelijkheid van scholen

Hoewel scholen vrijheid hebben in de manier waarop ze burgerschapsonderwijs in hun aanbod opnemen, is er nu een wettelijke verplichting om dit op doelgerichte en samenhangende wijze te doen. Dit betekent dat scholen een heldere visie op burgerschapsonderwijs moeten ontwikkelen. Deze visie moet worden opgenomen in het schoolplan en de schoolgids, en moet zorgdragen voor een consistente aanpak over het gehele educatieve aanbod heen.

Tevens moet het onderwijs ervoor zorgen dat leerlingen op verschillende leeftijden worden voorzien van de juiste kennis en competenties. Dit is belangrijk omdat de burgerschapsopdracht niet alleen gericht is op het bijbrengen van kennis, maar ook op het ontwikkelen van sociale vaardigheden en het bevorderen van inclusie en gelijkheid.

Praktische implementatie en stappenplan

Om burgerschapsonderwijs effectief te implementeren, is het belangrijk dat scholen een gestructureerd plan ontwikkelen. In de handreiking "Burgerschap funderend onderwijs" van de SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling) wordt een stappenplan aangereikt dat scholen kan helpen bij het opstellen van hun visie en uitwerking van burgerschapsonderwijs. Dit plan houdt rekening met de specifieke situatie van elke school en biedt richtlijnen om zowel kennisgevende als praktijkgerichte elementen in te passen.

Stappenplan voor burgerschapsonderwijs

Het stappenplan bestaat uit meerdere fases:

  1. Analyse van de huidige situatie: Scholen moeten eerst in kaart brengen hoe burgerschapsonderwijs op dit moment wordt verzorgd. Dit betreft zowel het curriculum als de schoolcultuur en de interactie tussen leerlingen en docenten.
  2. Opstellen van een visie op burgerschapsonderwijs: Op basis van de analyse wordt een visie ontwikkeld. Deze visie moet zorgdragen voor een doelgerichte en samenhangende aanpak van burgerschap.
  3. Uitwerken van het onderwijsaanbod: De visie moet concretiseren in het onderwijsaanbod. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door thema’s op te nemen in vakken zoals geschiedenis, maatschappijleer en wiskunde, of door projecten te organiseren die gericht zijn op maatschappelijke betrokkenheid.
  4. Monitorering en verbetering: Het onderwijs moet worden geëvalueerd om te beoordelen of het doelgerichte en samenhangende is. Op basis van deze evaluatie kunnen scholen verbeteringen aanbrengen.

Deze stappen zijn bedoeld om scholen te ondersteunen bij het opstellen van een effectieve aanpak van burgerschapsonderwijs. Het plan benadrukt ook de rol van de schoolleiding, docenten en ouders in het bevorderen van een leeromgeving die burgerschap bevordert.

Verwachte effecten van de verduidelijking

De verduidelijking van de burgerschapsopdracht heeft verschillende effecten op scholen, docenten en leerlingen. Voor scholen betekent het dat er meer structuur en transparantie komt in de aanpak van burgerschapsonderwijs. Er is nu een duidelijke wettelijke basis voor wat scholen moeten doen, wat betekent dat er ook meer verantwoordelijkheid komt bij de scholen.

Voor docenten betekent de verduidelijking dat ze meer aandacht moeten besteden aan burgerschap in hun lespraktijk. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door de thema’s van burgerschap in te passen in de leerstof van verschillende vakken of door projecten te organiseren die gericht zijn op maatschappelijke betrokkenheid.

Voor leerlingen is de verduidelijking van de burgerschapsopdracht gericht op het bevorderen van actief burgerschap. Dit betekent dat leerlingen niet alleen kennis krijgen over de basiswaarden van de democratische rechtsstaat, maar ook leren hoe ze deze waarden in de praktijk kunnen toepassen. De verduidelijking draagt bij aan een betere voorbereiding op het sociaal en maatschappelijk leven.

Samenwerking en betrokkenheid

Een belangrijk aspect van burgerschapsonderwijs is de samenwerking met de omgeving. Scholen worden aangemoedigd om samen te werken met externe partijen zoals ngo’s, politieke partijen en maatschappelijke organisaties. Deze samenwerking kan bijvoorbeeld leiden tot gastcolleges, praktijkprojecten of excursies die leerlingen helpen om burgerschap te begrijpen en toe te passen.

Daarnaast is het belangrijk dat scholen de ouders en de bredere maatschappij betrekken bij burgerschapsonderwijs. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door informatieve bijeenkomsten te organiseren of door leerlingen te stimuleren om maatschappelijk actief te worden.

De rol van de schoolcultuur

Naast het onderwijsaanbod speelt de schoolcultuur een belangrijke rol in het bevorderen van actief burgerschap. De schoolcultuur moet aansluiten bij de basiswaarden van de democratische rechtsstaat, zoals gelijkheid, respect en inclusie. Dit betekent dat het gedrag van leerlingen, docenten en schoolmedewerkers moet aansluiten bij deze waarden.

In de nieuwe wetgeving wordt benadrukt dat het personeel van de school volgens deze basiswaarden moet handelen. Dit betekent dat scholen verantwoordelijk zijn voor een schoolomgeving die deze waarden ondersteunt. De schoolleiding en docenten moeten ervoor zorgen dat het gedrag van leerlingen en medewerkers aansluit bij deze waarden. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door regelgeving op te stellen die burgerschap bevordert, of door leerlingen te stimuleren om maatschappelijk actief te zijn.

Kwaliteitszorg en monitoring

De verduidelijking van de burgerschapsopdracht heeft ook gevolgen voor de kwaliteitszorg van scholen. Scholen moeten nu zorgen voor een heldere visie en uitwerking van burgerschapsonderwijs en moeten dit opnemen in de schoolgids en het schoolplan. Daarnaast moeten scholen de opbrengsten van burgerschapsonderwijs monitoren om te beoordelen of het doelgerichte en samenhangende is.

De kwaliteitszorg van burgerschapsonderwijs is belangrijk om te zorgen dat scholen hun opdracht goed uitvoeren. Dit betekent dat scholen niet alleen een visie moeten ontwikkelen, maar ook zorgen voor een consistente aanpak over het gehele educatieve aanbod heen. De monitoring van burgerschapsonderwijs is ook belangrijk om te beoordelen of leerlingen de juiste kennis en competenties ontwikkelen.

Conclusie

De verduidelijking van de burgerschapsopdracht in het funderend onderwijs betekent dat scholen verplicht zijn om burgerschapsonderwijs op doelgerichte en samenhangende wijze te verzorgen. Deze aanpak is gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale cohesie. De kernwaarden van de democratische rechtsstaat en de universeel geldende fundamentele rechten en vrijheden van de mens staan centraal in deze aanpak. Daarnaast is het belangrijk dat scholen zich richten op het ontwikkelen van sociale en maatschappelijke competenties bij leerlingen.

Praktisch gezien betekent de verduidelijking dat scholen een heldere visie op burgerschapsonderwijs moeten ontwikkelen. Deze visie moet worden opgenomen in het schoolplan en de schoolgids. Tevens moeten scholen ervoor zorgen dat het onderwijs aanbrengt wat leerlingen weten en kunnen om te kunnen functioneren in de maatschappij. De monitoring van burgerschapsonderwijs is ook belangrijk om te beoordelen of het doelgerichte en samenhangende is.

In het kader van burgerschapsonderwijs is het belangrijk dat scholen samenwerken met de omgeving en de ouders. De schoolcultuur moet aansluiten bij de basiswaarden van de democratische rechtsstaat en het gedrag van leerlingen en docenten moet aansluiten bij deze waarden. Door een doelgerichte en samenhangende aanpak van burgerschapsonderwijs kunnen scholen een belangrijke bijdrage leveren aan de vorming van jongeren tot actieve en sociaal bewuste burgers.

Bronnen

  1. Wet verduidelijking burgerschapsopdracht onderwijs
  2. Wetsvoorstel verduidelijking burgerschapsopdracht in het funderend onderwijs
  3. Handreiking burgerschap funderend onderwijs
  4. Q&A Wet Verduidelijking Burgerschap in het funderend onderwijs
  5. De burgerschapsopdracht in het funderend onderwijs

Related Posts