Funderingsonderzoek in de praktijk: Werkzaamheden, uitdagingen en betrouwbaarheid van onderzoeksresultaten

Inleiding

Funderingsonderzoek is een cruciale onderzoeksactiviteit binnen de bouw- en renovatiesector. Het gaat erom om de staat van een fundering in kaart te brengen, eventuele problemen te detecteren en te adviseren over de noodzaak van herstel of versterking. In Nederland speelt Wareco (en later Aveco de Bondt) een prominente rol in dit domein. Het bedrijf is actief in zowel monumentale projecten als woningbouwgebieden en heeft zich gespecialiseerd in het analyseren van funderingsproblematiek, met een unieke aanpak waarin bouwkundige en grondwaterspecialisten samenwerken.

In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de praktijk van funderingsonderzoek in de context van reële projecten, zoals de renovatie van de bibliotheek in Artis, de situatie in de Crabethstraat in Gouda, en de ervaringen met het nationale funderingslabel. Bovendien worden de methoden, uitdagingen en kritieke kanttekeningen van het onderzoek beschreven, met een nadruk op de betrouwbaarheid van de uitkomsten en de rol van Wareco als specialist.

Funderingsonderzoek: Methode en aanpak

1. Standaardmethoden bij funderingsonderzoek

Funderingsonderzoek is een complexe en multidisciplinaire activiteit. Het vereist een geïntegreerde aanpak die zowel archiefonderzoek als fysieke inspecties omvat. Op basis van de informatie uit de bronnen is de volgende methode gebruikelijk binnen het werk van Wareco:

  • Archiefonderzoek: Onderzoek in historische bouwtekeningen, kaderrapporten en andere documenten om de oorspronkelijke funderingsconstructie in kaart te brengen.
  • Gevelinspectie: Visuele inspectie van de gevels op scheuren, vertekeningen en andere aanduidingen van funderingsproblematiek.
  • Lintvoegwaterpassing: Meting van de horizontale afwijkingen in lintvoegen om mogelijke verzakkingen vast te stellen.
  • Inpandige inspectie: Beoordeling van de staat van de muren, vloeren en andere constructiedelen van binnenaf.
  • Vloerveldwaterpassing: Meting van de vloeren op hellingen en afwijkingen.
  • Nauwkeurigheidswaterpassing: Hoogtemetingen met een nauwkeurige waterpas om kleine afwijkingen vast te stellen.
  • Funderingsinspectie: Directe inspectie van de fundering, waar mogelijk, om de staat van de paalconstructies of metselwerk in kaart te brengen.
  • Laboratoriumonderzoek: Analyse van grondmonsters en eventueel funderingsmaterialen zoals houten palen.
  • Draagkrachtberekeningen: Rekenmodellen om de draagkracht van de fundering te bepalen en eventuele versterkingen of herstelmaatregelen aan te raden.

Deze methoden zijn volgens de richtlijnen van SBR, CUR en KCAF uitgevoerd, zoals vermeld in de bronnen. Wareco heeft deze richtlijnen zelfs verder uitgewerkt, wat duidt op een sterke kennisbasis en ervaring in het veld.

2. Unieke aanpak van Wareco

Wareco’s aanpak is gekenmerkt door de samenwerking tussen bouwkundige en grondwaterspecialisten. Deze combinatie zorgt voor een geïntegreerde benadering van funderingsproblematiek, waarbij zowel het funderingstype als de invloed van grondwater in overweging worden genomen. Dit is van groot belang, aangezien grondwaterstanden en grondstructuur direct invloed hebben op de stabiliteit van een fundering.

Het bedrijf heeft al sinds de jaren 1980 onderzoek uitgevoerd en heeft sinds 2021 onder de naam Aveco de Bondt voortgezet. Dit betekent dat het bedrijf op lange termijn betrouwbare data kan leveren en een historisch perspectief heeft op veranderingen in funderingstechnologie en -problematiek.

Praktijkvoorbeelden van funderingsonderzoek

1. Funderingsonderzoek bij de bibliotheek in Artis

Een van de bekendere projecten waarin Wareco betrokken was, is het funderingsonderzoek bij de bibliotheek in Artis in Amsterdam. Dit 19e-eeuwse gebouw is een historisch monument dat Artis graag wil behouden. Het funderingsonderzoek werd daarom met grote zorg uitgevoerd om eventuele risico’s op verzakkingen of instabiliteit vast te stellen.

Het feit dat Wareco hierbij betrokken was benadrukt de rol van het bedrijf in de zorgvuldige behandeling van monumentale funderingen. Het onderzoek leidde tot een helder rapportage die de staat van de fundering in kaart bracht en eventuele herstelmaatregelen aanbeval.

2. Crabethstraat in Gouda: Uitdagingen en lesgeving

Een andere case die uit de bronnen naar voren komt, is de situatie in de Crabethstraat in Gouda. Hier had Wareco in 1994 al een funderingsonderzoek uitgevoerd, waarin geconcludeerd werd dat de houten paalfundering van de woningen nog steeds voldoende draagkracht had. Echter, in 2017 werd een heronderzoek uitgevoerd, waarbij bleek dat de houten palen waren aangetast door bacteriën en dat het funderingsherstel onvoldoende was geweest.

De bewoners kregen hierbij de schokkende informatie dat hun fundering niet langer betrouwbaar was en dat het herstel kostbaar zou zijn. Bovendien bleek uit de contra-expertise dat de gemeente Gouda mogelijk deels verantwoordelijk was voor de schade, omdat werkzaamheden aan het riool en de ophoging van de straat de fundering extra belast hadden.

Deze case toont aan hoe belangrijk het is dat funderingsonderzoek op tijd en met de juiste expertise wordt uitgevoerd. Het laat ook zien dat funderingsproblematiek niet altijd op het eerste gezicht zichtbaar is en dat veranderingen in grondwaterstanden of biologische invloeden grote gevolgen kunnen hebben.

3. Projecten in Oude Noorden en Provenierswijk

In de wijk Oude Noorden Noord en de Provenierswijk hebben woningcorporaties zoals Havensteder samen gewerkt met Wareco om funderingsonderzoek uit te voeren. In deze gevallen was het bedrijf betrokken bij het opstellen van rapportages, het begeleiden van eigenaren bij de subsidieaanvraag en het geven van praktisch advies.

Deze ervaringen tonen aan dat funderingsonderzoek niet alleen technisch complex is, maar ook sociaal relevant. Het betreft immers woningen die bewoond worden, en eventuele funderingsproblematiek heeft directe gevolgen voor de bewoners.

Funderingsonderzoek en het funderingslabel: Kritiek en onnauwkeurigheden

1. Het funderingslabel: Doel en kritiek

In 2023 werd een verplicht funderingslabel ingevoerd, ontwikkeld door het Kenniscentrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF). Dit label geeft een risicobeoordeling per woning, met een schaal van A (geen risico) tot E (hoge risico’s). Het label wordt vergeleken met het energielabel, maar is niet verplicht gesteld door de overheid.

Echter, zoals uit meerdere bronnen blijkt, zijn de resultaten van het label vaak onnauwkeurig. Ingenieurs zoals Maarten Kuiper van Wareco hebben gemerkt dat woningen die op basis van uitgebreid onderzoek geen funderingsproblemen vertonen, toch een label D of E ontvangen. Dit komt onder meer door foutieve aannames over het funderingstype of het grondwaterpeil.

In Delft bijvoorbeeld stelt het funderingslabel dat de grondwaterstand 6 meter onder het maaiveld ligt, terwijl Wareco’s eigen metingen tonen dat het gemiddeld slechts 1 meter ligt. Dit duidt op een gebrek aan accuraatheid in de modellen die het KCAF gebruikt.

2. Gevolgen van onnauwkeurigheden

De onnauwkeurigheden in het funderingslabel hebben geleid tot onrust bij zowel gemeenten als woningbezitters. Veel partijen zijn verbaasd of zelfs geïrriteerd over de labels die ze ontvangen hebben, aangezien die vaak niet corresponderen met de feiten die uit funderingsonderzoek zijn gebleken.

De kritiek richt zich onder meer op het feit dat het KCAF geen gebruik maakt van historische bouwtekeningen, grondwatermodellen of funderingsonderzoeken die al eerder zijn uitgevoerd. Daardoor ontstaat een beeld dat niet op hard bewijs is gebaseerd en dat eventueel leidt tot onnodige zorgen of verkeerde beslissingen.

3. Alternatieven en verbeteringen

Er zijn alternatieven voor het funderingslabel, zoals de kaarten die gemeenten zelf hebben ontwikkeld. Zo werkt Haarlem aan een kaart die op basis van oude bouwtekeningen en eigen onderzoeken een nauwkeuriger beeld geeft van de funderingsrisico’s per straat. Zaanstad heeft een meetboutensysteem om de ontwikkeling van verzakkingen in kaart te brengen. Deze methoden lijken nauwkeuriger en beter onderbouwd dan de labels van het KCAF.

De directeur van KCAF erkent dat niet alle labels accuraat zijn, maar benadrukt dat het openbaar maken van de labels bedoeld was om de modellen te verbeteren. Het blijft echter een kwestie van tijd en samenwerking om een betrouwbaarder systeem te ontwikkelen.

Conclusie

Funderingsonderzoek speelt een essentiële rol in de beoordeling van de veiligheid en het onderhoud van woningen en bouwwerken. Het vereist een geïntegreerde aanpak, waarbij zowel bouwkundige als hydrologische aspecten in overweging worden genomen. Wareco (en later Aveco de Bondt) heeft zich in dit opzicht als specialist kunnen onderscheiden, met een unieke methode en jarenlange ervaring.

De praktijkcases, zoals de situatie in de Crabethstraat en de projecten in de Provenierswijk, tonen aan dat funderingsonderzoek niet alleen technisch complex is, maar ook maatschappelijk relevant. Het kan leiden tot belangrijke beslissingen over herstel, versterking of zelfs het verlaten van woningen.

De kritiek op het nationale funderingslabel benadrukt de noodzaak van accuraatheid en betrouwbaarheid in het onderzoek. Terwijl het label bedoeld is om transparantie en waarschuwing te bieden, levert het vaak onnauwkeurige of zelfs verkeerde informatie op. Alternatieve methoden, zoals de kaarten die gemeenten zelf ontwikkelen, lijken beter onderbouwd en kunnen dienen als uitgangspunt voor verbeteringen.

In de toekomst is samenwerking tussen specialisten zoals Wareco, gemeenten en woningbouwcorporaties essentieel om funderingsproblematiek op een verantwoorde en effectieve manier te aanpakken. Dit is niet alleen belangrijk voor de veiligheid van woningen, maar ook voor de waarde en levensduur van de bouw.

Bronnen

  1. Funderingsonderzoek in de bibliotheek van Artis
  2. Funderingsonderzoek voor particulieren
  3. WARECO
  4. Crabethstraat in Gouda wil compensatie voor zakkende huizen
  5. Onderzoeksvoorbeelden van Wijken
  6. Funderingslabel en onnauwkeurigheden

Related Posts