Veilig werken in verontreinigde grond bij funderingsactiviteiten: Risico’s, maatregelen en richtlijnen
Veilig werken in verontreinigde grond is een essentieel onderdeel van funderingsactiviteiten, zowel voor de aannemer als voor de opdrachtgever. In Nederland is de bodem in veel gebieden historisch verontreinigd door industriële activiteiten, verkeer, agrarische bedrijvigheid of oude infrastructuur. Deze verontreinigingen kunnen schadelijke stoffen bevatten die risico’s vormen voor de gezondheid van werknemers. Bij funderingsprojecten is het daarom van groot belang om deze risico’s te identificeren, te beheersen en passende maatregelen te nemen om veilig te werken. In dit artikel behandelen we de belangrijkste aspecten van werken in verontreinigde grond bij funderingsprojecten: de soorten verontreinigingen, de risico’s van blootstelling, de toepassing van richtlijnen en beheersmaatregelen, en de rol van deskundigen in het proces.
Inleiding
Funderen in verontreinigde grond is een complexe klus die niet alleen technische expertise vereist, maar ook een goed begrip van de arbeidsveiligheid en milieuhygiëne. Funderingsactiviteiten vallen onder de categorie “grondwerken”, die volgens de lokale regelgeving kunnen omvatten werkzaamheden als weg- en waterbouwkundige projecten, dijklichamen en geluidswallen. Deze activiteiten kunnen gevolgd worden door blootstelling aan verontreinigde bodem of grondwater. De verontreiniging van de bodem is meestal het gevolg van historische activiteiten zoals voormalige benzinestations, wasserijen, industrieën en agrarische bedrijven. In de funderingsbranche is het daarom van groot belang om zich bewust te zijn van de aanwezige verontreinigingen en de risico’s die deze met zich meebrengen.
Bij de NVAF (Nederlandse Vereniging van Aannemers voor Funderingswerken) is een richtlijn ontwikkeld, de CROW 400, gericht op het werken in en met verontreinigde grond. Deze richtlijn biedt een duidelijke aanpak voor het bepalen van de risico’s en het nemen van passende beheersmaatregelen. Daarnaast is er een poster beschikbaar die een overzicht geeft van de benodigde maatregelen per risicoklasse. Het is van belang dat zowel de aannemer als de opdrachtgever deze richtlijnen volgen om het risico op blootstelling en schade aan de gezondheid zoveel mogelijk te beheersen.
Soorten verontreinigingen in de bodem
De verontreiniging van de bodem kan verschillende vormen aannemen, afhankelijk van de geschiedenis van de locatie. In de binnenstad komen vaak stoffen voor zoals polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK), zware metalen (zoals lood, zink en koper) en asbest. Deze stoffen zijn het gevolg van langdurige industriële activiteiten en verkeer.
Bij voormalige benzinestations en garages is de bodem vaak verontreinigd met aromatische koolwaterstoffen zoals Minerale Olie (MO) en BTEXN (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen, naftaleen). Deze stoffen zijn gevaarlijk omdat ze snel kunnen verdampen en via inademen of huidcontact het lichaam binnendringen.
Bij sloten, dammen en erfopgangen is vaak asbest- en loodhoudend stortmateriaal gebruikt, wat leidt tot verontreiniging van de bodem. In gebieden met intensieve vee- en plantenteelt komen bestrijdingsmiddelen zoals DDT voor. Deze stoffen zijn persistent en kunnen zich opbouwen in het milieu en het lichaam.
Bij oude kledingwasserijen worden gechloreerde koolwaterstoffen zoals PER (perchloorethyleen) en vinylchloride aangetroffen. Deze stoffen zijn zeer gevaarlijk en kunnen leiden tot ernstige gezondheidsklachten, waaronder kanker.
Naast deze specifieke stoffen zijn er ook zware metalen en zwavelverbindingen die de bodemverontreiniging beïnvloeden. Deze stoffen kunnen niet altijd worden verminderd of verwijderd, maar moeten wel worden beheerst om veilig te kunnen werken.
Risico’s van blootstelling
Blootstelling aan verontreinigde grond kan plaatsvinden via verschillende routes. De meest voorkomende manieren zijn inademen van verdampingen, inslikken van stoffen en huidopname. Bij vluchtige stoffen, zoals BTEXN en PER, kan de damp direct in de lucht terechtkomen, waardoor werknemers blootgesteld raken bij het werken in of boven de verontreinigde grond.
Inslikken kan gebeuren bij het eten, roken of drinken met ongewassen handen. Dit is vooral een risico bij werknemers die geen geschikte hygiënemaatregelen toepassen. Huidopname is ook een relevante route bij stoffen die snel door de huid worden opgenomen. Voorbeelden zijn gechloreerde koolwaterstoffen en zware metalen. Deze stoffen kunnen zich in het lichaam ophopen en schadelijk zijn voor de lever, nieren en het zenuwstelsel.
De risico’s zijn afhankelijk van de concentratie van de verontreinigingen, de duur van blootstelling en de toepassing van beheersmaatregelen. Zware verontreinigingen, zoals boven interventiewaarden, vragen om een hogere mate van beheersing. Dit geldt vooral bij funderingssystemen waarin het grondwater en de leeflaag van de bodem worden geraakt. In dergelijke gevallen is het noodzakelijk om een regime conform "zwart vluchtig" toe te passen, ongeacht het type funderingssysteem.
Beheersmaatregelen bij verontreinigde grond
Om veilig te werken in verontreinigde grond zijn beheersmaatregelen verplicht. Deze maatregelen zijn uitgewerkt in de richtlijn CROW 400 en worden samengevat in een poster die beschikbaar is bij de NVAF. De maatregelen zijn gericht op het minimaliseren van de blootstelling aan schadelijke stoffen en het beschermen van de gezondheid van werknemers.
Een bouwonderneming die een project in verontreinigde grond aanneemt, moet zich vooraf verdiepen in de arbeidsrisico’s. Dit gebeurt vaak in samenwerking met deskundigen die ervaring hebben met milieuhygiëne en arbeidsveiligheid. Het V&G-plan (Veiligheids- en Gezondheidsplan) bevat de nodige instructies over werkmethoden, beschermingsmaatregelen en de benodigde expertise.
Afhankelijk van de risicoklasse waarin de verontreiniging is ingedeeld, is een hogere mate van beheersing nodig. Voor toezicht is een speciaal opgeleid deskundige vereist, zoals een veiligheidskundige of arbeidshygiënist. Deze deskundige begeleidt ook de bedrijfsarts bij de benodigde arbeidsgezondheidskundige onderzoeken.
De beheersmaatregelen kunnen worden ingedeeld in verschillende categorieën:
- Werkmethoden: Het kiezen van een werkmethodiek die het risico op blootstelling zo veel mogelijk beperkt. Bijvoorbeeld het kiezen van een grondverdringende techniek in plaats van een grondverwijderende techniek.
- Beschermingsmaatregelen: Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals veiligheidsbrillen, handschoenen en mondbescherming.
- Hygiënemaatregelen: Het garanderen van goede hygiëne bij het werken, zoals het beschikbaar stellen van wasserijfaciliteiten en het verbannen van roken en eten op de werkplek.
- Afzondering en ventilatie: Het isoleren van verontreinigde zones en het zorgen voor voldoende ventilatie om verdampingen te beheersen.
- Controle en monitoring: Het uitvoeren van regelmatige metingen om te controleren of de beheersmaatregelen effectief werken.
Toepassing van richtlijnen en richtsnoeren
De NVAF-richtlijn is speciaal ontwikkeld voor funderingsactiviteiten, maar is ook van toepassing op andere takken in de bouw waar werknemers incidenteel te maken krijgen met verontreinigde grond. De richtlijn biedt een duidelijke aanpak voor het bepalen van de risico’s en het nemen van passende beheersmaatregelen. De stappen die aan te raden zijn bij het toepassen van de richtlijn zijn:
- Beoordelen van de hoofdmethodiek: Ga na op welke hoofdmethodiek de activiteit het meest lijkt, zoals weergegeven in tabel 5.4 van de richtlijn.
- Bepalen van de risico’s en risico kleur: Bepaal de belangrijkste risico’s en de bijbehorende risicoklasse.
- Checklist volgen: Volg de checklist in bijlage 1 van de richtlijn. Deze checklist geeft aan welke maatregelen per risicoklasse genomen moeten worden.
- Toelichting gebruiken: Lees de toelichting in hoofdstuk 6 van de richtlijn om een beter begrip te krijgen van de beheersmaatregelen.
Bij het werken in verontreinigde grond is het belangrijk om niet alleen de richtlijnen te volgen, maar ook de aanbevelingen van de inspectie en andere deskundigen te overleggen. De Inspectie SZW heeft verschillende richtsnoeren en checklists opgesteld, zoals de "Checklist werkvoorbereiding bij werken in verontreinigde grond". Deze checklists geven aan welke stappen genomen moeten worden bij het voorbereiden en uitvoeren van werkzaamheden in verontreinigde grond.
De richtlijn is ook geschikt om te gebruiken bij het werken met secundaire grondstoffen. Deze grondstoffen kunnen verontreinigd zijn met zware metalen of koolwaterstofverbindingen. In dergelijke gevallen zijn milieuhygiënische randvoorwaarden van toepassing, zoals aangegeven in het Bouwstoffenbesluit en het interim-beleid.
Rol van deskundigen en toezicht
Bij het werken in verontreinigde grond is het belangrijk om deskundigen in te schakelen. Deze deskundigen kunnen uit het veld van milieuhygiëne, arbeidsveiligheid of bedrijfsartsen komen. De rol van deze deskundigen is om de risico’s te bepalen, beheersmaatregelen te adviseren en te controleren of deze maatregelen effectief worden toegepast.
De NVAF-richtlijn en CROW 400 adviseren om bij hoogrisicoprojecten een speciaal opgeleid deskundige in te zetten. Deze deskundige kan een veiligheidskundige of arbeidshygiënist zijn. Deze deskundige begeleidt ook de bedrijfsarts bij de benodigde arbeidsgezondheidskundige onderzoeken. Deze onderzoeken zijn gericht op het detecteren van eventuele gezondheidseffecten van blootstelling aan verontreinigingen.
De rol van de bedrijfsarts is om te controleren of de beheersmaatregelen adequaat zijn en of de werknemers zich aan deze maatregelen houden. Daarnaast is het de bedrijfsarts die de gezondheidstoestand van de werknemers overziet en eventueel medische onderzoeken aanbeveelt.
Toekomst en verdere ontwikkelingen
De verontreiniging van de bodem is een langdurig probleem dat niet in korte tijd opgelost kan worden. Daarom is het van groot belang dat zowel de aannemers als de opdrachtgevers zich bewust zijn van de risico’s en passende beheersmaatregelen nemen. De richtlijnen en richtsnoeren die momenteel beschikbaar zijn, zoals de CROW 400, de NVAF-richtlijn en de checklists van de Inspectie SZW, vormen een goede basis voor veilig werken in verontreinigde grond.
Buiten de funderingsactiviteiten zijn er ook andere takken in de bouw waar werknemers incidenteel te maken kunnen krijgen met verontreinigde grond. Denk bijvoorbeeld aan de aanleg van kabels en leidingen ondergronds. In dergelijke gevallen is het ook noodzakelijk om passende beheersmaatregelen toe te passen om veilig te kunnen werken.
De NVAF en andere organisaties blijven onderzoek doen naar het effect van verontreinigingen op de gezondheid van werknemers. Deze onderzoeken helpen bij het verbeteren van de richtlijnen en richtsnoeren. Bijvoorbeeld is er al onderzoek uitgevoerd naar de gezondheidsrisico’s van PFAS bij het werken met grond. Deze stoffen zijn zeer persistent en kunnen zich opbouwen in het lichaam. Het is daarom van groot belang om zowel de risico’s als de beheersmaatregelen goed te begrijpen en toe te passen.
Conclusie
Werken in verontreinigde grond bij funderingsactiviteiten vereist een zorgvuldige aanpak. De verontreiniging van de bodem is vaak het gevolg van historische activiteiten zoals industriële bedrijvigheid, verkeer en agrarische bedrijven. Deze verontreinigingen kunnen schadelijke stoffen bevatten die risico’s vormen voor de gezondheid van werknemers.
De NVAF-richtlijn en CROW 400 bieden een duidelijke aanpak voor het bepalen van de risico’s en het nemen van passende beheersmaatregelen. Deze maatregelen zijn gericht op het minimaliseren van de blootstelling aan schadelijke stoffen en het beschermen van de gezondheid van werknemers. Het is van groot belang dat zowel de aannemer als de opdrachtgever deze richtlijnen volgen.
Bij het werken in verontreinigde grond is het ook noodzakelijk om deskundigen in te schakelen. Deze deskundigen kunnen uit het veld van milieuhygiëne, arbeidsveiligheid of bedrijfsartsen komen. Hun rol is om de risico’s te bepalen, beheersmaatregelen te adviseren en te controleren of deze maatregelen effectief worden toegepast.
Veilig werken in verontreinigde grond is niet alleen een kwestie van technische expertise, maar ook van een goed begrip van de risico’s en het nemen van passende maatregelen. Door de richtlijnen en richtsnoeren te volgen en deskundigen in te schakelen, is het mogelijk om veilig te werken in verontreinigde grond en het risico op schade aan de gezondheid zoveel mogelijk te beheersen.
Bronnen
- Arbocatalogus - Werken in of met verontreinigde grond
- Volandis - Werken veilig: Bodemverontreiniging
- Arbeidsveiligheid - Werken in verontreinigde grond
- Lokale regelgeving - CVDR36882
- Inspectiemodule SZW 2015
- Werken met verontreinigde grond 2015
- Checklist werkvoorbereiding bij werken in verontreinigde grond, Inspectie SZW
- Technical evaluation of the Intervention Values for Soil/sediment and Groundwater
- Human and ecotoxicological risk assessment and derivation of risk limits for soil, aquatic sediment and groundwater
- Achtergronden bij de herziene risicogrenzen voor bodem, sediment en grondwater
- Evaluatie van de toepassing van het bodeminstrumentarium voor het beoordelen van arbeidsrisico’s van het werken met verontreinigde bodem
Related Posts
-
Zwolle: Funderingsoplossingen op Palen voor Stabiele Bouw en Herstelprojecten
-
Zwijndrecht funderingsproblemen: Oorzaken, oplossingen en praktische richtlijnen
-
Funderingsoplossingen en -technieken in Zwijndrecht: Expertise voor Stevige Bouw
-
Zwevende funderingplaat: Toepassing, voor- en nadelen in de bouw
-
Fundering op zwarte grond en grondwater: Uitdagingen, technieken en oplossingen
-
Funderingsproblematiek in Nederlands wonen: oorzaken, risico’s en oplossingsstrategieën
-
Zwart fundering herstel en voorzieningen in appartementen
-
Zware fundering: Essentiële kennis voor bouwprojecten in Nederland