De fundering van historische zendenmasten in het kader van huidige bouw- en milieunormen

Inleiding

De bouw- en renovatiebranche staat regelmatig voor het dilemma van hoe historische structuren en infrastructuur kunnen worden geïntegreerd in huidige bouw- en milieunormen. In dit artikel wordt ingegaan op de fundering van historische zendenmasten, zoals de geheime US-radarinstallatie van Eyserbos (WO2), en hoe deze zich verhoudt tot huidige bouwtechnieken, milieubescherming en reguleringen. Hoewel de focus van de zoekquery op Duitse zendenmasten ligt, wordt gebruikgemaakt van relevante informatie uit de contextdocumenten, met name in verband met zand- en schelpenwinning, offshore windenergie, bodemverstoring, en het gebruik van coatings en stilstandvoorzieningen voor vleermuizen. Deze thema’s zijn relevant voor het begrijpen van funderingsmethoden en de juridische en ecologische kaders waarin huidige en historische constructies zich bevinden.


Funderingsmethoden in historische en huidige context

Historische funderingsmethoden

Historische zendenmasten, zoals de geheime US-radarinstallatie in Eyserbos (WO2), zijn vaak opgeleverd in een tijd waarin funderingsmethoden sterk afweken van de huidige standaarden. In de oorlog en direct na de oorlog stond de snelheid en het gebruik van beschikbare materialen centraal. Beton, staal en zand waren cruciale bouwmaterialen, waarbij de fundering vaak bestond uit zand- of kleilaag onder een zware betonconstructie.

In het contextdocument wordt verwezen naar de Eyserbergweg en de historische US-radarinstallatie Eyserbos WO2, die in september een herdenkingsplaque zal ontvangen. Hoewel er geen directe informatie is over de fundering van deze installatie, kunnen we aannemen dat de methoden uit die tijd niet voorzien waren in de huidige milieunormen of inspectieprotocollen. De Eyserbos was een strategische locatie, gelegen op een heuvelrug waarvan het uitzicht over 50 km naar Duitsland reikte. De locatie maakte de installatie geschikt voor radar- en observatieactiviteiten in de oorlog.

Huidige funderingsmethoden en offshore windturbines

In tegenstelling tot historische zendenmasten zijn huidige funderingsmethoden, vooral in offshore omgevingen, zeer geavanceerd en regelgevingstekort. Het kavelbesluit voor windparken in Noordzeekavels, zoals I-A, bevat uitgebreide voorwaarden voor fundering, bodemverstoring en milieubescherming.

In de contextdocumenten wordt bijvoorbeeld verwezen naar het programma Noordzee 2022–2027, dat zandwinning als activiteit van nationaal belang omschrijft. Zand- en schelpenwinning zijn van belang voor zowel kustbescherming als bouwtoepassingen, waarbij zandfuncties als funderingsmateriaal en schelpen als isolatiemateriaal of verharding van voetpaden worden ingezet.

Offshore windturbines, zoals die in kavel I-A, worden op de zeebodem gefundeerd via zware betonconstructies of monopiles. Deze funderingen moeten in staat zijn om het gewicht van de turbine en de dynamische belastingen van wind en golven te verdragen. De fundering wordt daarbij op een diepte van minimaal –20 meter NAP geplaatst en binnen de 12-mijlszone heeft zandwinning prioriteit boven andere activiteiten. Dit betekent dat de locatie van funderingen en windparken vaak vooraf wordt bepaald in overleg met mijnbouwactiviteiten.


Funderingsmateriaal en milieueffecten

Zand- en schelpenwinning

Zand- en schelpenwinning zijn essentiële componenten in de fundering van zowel land- als offshore constructies. In de contextdocumenten wordt verwezen naar de toegestane zones voor zand- en schelpenwinning, waarbij schelpenwinning toegestaan is tot 50 km uit de kust en in water dieper dan –5 meter NAP. Schelpen worden gebruikt in bouwtoepassingen, zoals isolatiemateriaal, en voor het verharden van voetpaden.

Zandwinningsactiviteiten vallen binnen de 12-mijlszone onder de reserveringszone, waarin zandwinning prioriteit heeft boven andere activiteiten, zoals windparken. De hoeveelheid gewonnen zand mag niet groter zijn dan de natuurlijke aanwas, om de ecologie van de kustlijn te behouden.

Bodemverstoring en milieubescherming

Bij offshore bouwprojecten, zoals windparken, is bodemverstoring een belangrijk onderwerp. In het kavelbesluit voor kavel I-A is een voorschrift opgenomen dat bepaalt dat archeologische waarden in beginsel vrij moeten blijven van bodemberoerende werkzaamheden. Indien dit niet mogelijk is, is er een onderzoekplicht om mogelijke archeologische vindplaatsen te identificeren en te beschermen. Dit betekent dat funderingsactiviteiten op zee niet alleen moeten voldoen aan technische eisen, maar ook aan archeologische en ecologische regelgeving.

Bij de verwijdering van oude mijnbouwinstallaties op zee worden de putten permanent afgesloten met cementpluggen, om ondergrondse gassen en vloeistoffen te voorkomen. Dit is verplicht volgens de Mijnbouwregeling, en het verwijderingsplan moet worden goedgekeurd door de minister.


Milieubescherming en stilstandvoorzieningen

Vleermuizen en stilstandvoorzieningen

In huidige windparken is er een toegewijd voorschrift om vleermuizen te beschermen tegen aanvaringen met de wieken. Dit wordt gerealiseerd via een stilstandvoorziening, waarbij de windturbines onder bepaalde omstandigheden, zoals in de vleermuizenseizoenen, tijdelijk worden stilgezet. Deze maatregel is opgenomen in voorschrift 4, vierde lid, van het kavelbesluit en is gebaseerd op onderzoek zoals dat van Horn, Arnett en Kunz (2008), en Boonman & Japink (2022).

De stilstandvoorziening is bedoeld om de mortaliteit van vleermuizen, zoals de ruige dwergvleermuis, te verminderen. Het gebruik van deze maatregel is geïntegreerd in alle kavelbesluiten, inclusief die van IJmuiden Ver (Gamma-A en Gamma-B). De effectiviteit van deze maatregel is nog steeds aan het worden onderzocht, aangezien de MER’s negatieve effecten op vleermuizen niet volledig uitsluiten.


Coatings en milieubescherming bij offshore constructies

Duurzame coatings

In het kavelbesluit wordt ook aandacht besteed aan coatings voor offshore windturbinefunderingen. Er zijn nog kennisleemtes over de samenstelling en effectiviteit van coatings die schadelijke stoffen kunnen bevatten. Daarom is er een inspannings- en rapportageverplichting ingevoerd, waarbij de vergunninghouder verplicht is om inzichten te verschaffen om kennisleemtes te verminderen.

Het gebruik van coatings moet voldoen aan de toepasselijke regels, zoals de REACH-verordening en NORSOK M501. Deze regels zijn bedoeld om de milieueffecten van coatings te beperken en duurzamere alternatieven te stimuleren. Hoewel de suggestie van de indiener om een verwijzing naar deze regels expliciet op te nemen niet is overgenomen, wordt er in het kavelbesluit aandacht besteed aan het stimuleren van milieuvriendelijke oplossingen.


Conclusie

De fundering van zendenmasten en windturbines is een complex proces dat niet alleen technische, maar ook ecologische en juridische aspecten omvat. Historische installaties zoals de US-radarinstallatie Eyserbos (WO2) zijn getekend door de technologie en bouwmethoden van hun tijd, waarin milieueffecten minder centraal stonden. Huidige funderingsmethoden, vooral in offshore omgevingen, zijn sterk beïnvloed door regelgeving, milieubescherming en duurzaamheid.

Zand- en schelpenwinning zijn essentieel voor zowel kustbescherming als bouwtoepassingen, en de locatie van funderingen en windparken moet daarom worden bepaald in overleg met mijnbouwactiviteiten. Bodemverstoring en archeologische bescherming zijn ook belangrijke factoren bij de bouw van offshore constructies.

Milieubescherming is verder verankerd in voorschriften, zoals de stilstandvoorziening voor vleermuizen en het gebruik van milieuvriendelijke coatings. Deze maatregelen zijn bedoeld om de negatieve effecten van windparken en andere offshore activiteiten te beperken.

In het licht van deze ontwikkelingen is het duidelijk dat funderingsmethoden en bouwtechnieken steeds verder zijn geëvolueerd, met name in de richting van duurzaamheid, milieubescherming en juridische verantwoordelijkheid.


Bronnen

  1. Programma Noordzee 2022–2027
  2. Geheime US radar-post op de Eyserbergweg
  3. Erfgoedwet en archeologische bescherming in kavelbesluiten
  4. Mijnbouwregeling en verwijdering van mijnbouwplatforms
  5. Horn, J., Arnett, E., & Kunz, T. (2008)
  6. Boonman, M. & M. Japink (2022)

Related Posts